“Als we ergens de transitie kunnen maken, is het in North Sea Port”

Flowsmagazine, Havens
Jan-Kees Verschuure
Maarten den Dekker North Sea Port Chief Sustainability Officer
Maarten den Dekker © North Sea Port

North Sea Port profileert zich als duurzame Europese tophaven, zegt chief sustainability officer en directielid Maarten den Dekker. Niet alleen omdat het moet in het kader van wet- en regelgeving. “Duurzaamheid anno 2023 is geen marketingplaatje, het gaat om toegevoegde waarde en social responsability. Als we de komende jaren niet slagen een grote beperking van CO2-uitstoot te realiseren, moeten we ons serieus achter de oren krabben.”

Op 1 juni 2023 is Maarten den Dekker begonnen met zijn nieuwe functie. Als chief sustainability officer (CSO) heeft hij onder meer de verantwoordelijkheid voor energie, klimaat en circulariteit. Hij vervangt Dick Engelhardt, chief development & nautical operations, die met pensioen ging. Met de aanstelling kiest North Sea Port voor een interne kandidaat en een nieuwe rol voor duurzaamheid binnen de directie.

De verjonging komt niet uit de lucht vallen. Den Dekker is al zes jaar aan boord, was projectleider Duurzame Transitie en mee verantwoordelijk voor het strategische duurzaamheidsbeleid, onder meer als directeur van Smart Delta Resources in Nederland (SDR) – het regionale samenwerkingsverband voor duurzame industrie. In een eerdere functie bij het Nederlandse ministerie van Economische Zaken hield hij zich intensief bezig met industrie en energie.

Toegevoegde waarde

Sleutelbegrip voor de duurzame haven is toegevoegde waarde, zegt Den Dekker. “Duurzaamheid is voor North Sea Port en onze partners geen ‘moetje’. Kan ook niet anders als je ziet welke uitdagingen er liggen voor de industriecluster. Sowieso zijn wij van oudsher geen havenbedrijf dat alleen stuurt op volume, ook op toegevoegde waarde: complementariteit en goede achterlandverbindingen. Wij zijn top 3 in Europa als het gaat om toegevoegde waarde en voor de ontwikkeling van duurzame industrie hebben wij nog ruimte.”

De industrie heeft een grote CO2-footprint. Daar zijn ook de grootste stappen te maken. Den Dekker noemt Zeeland Refinery, ArcelorMittal Belgium, Dow en Yara. “Op zich is de situatie vrij overzichtelijk: dit zijn de bedrijven met de grootste footprint, en wij willen ze niet kwijt. Er is geen enkele havencluster in Europa die een dergelijke diversiteit aan industrieën bijeenbrengt. Op het gebied van scheepvaart is de situatie iets ingewikkelder: voor de binnenvaart kijken we uit naar het gebruik van duurzame brandstoffen. En we maken stappen op het gebied van walstroom, waarvoor wij steeds meer faciliteiten realiseren. De zeescheepvaart is nog niet zover. Hetzelfde geldt voor e-trucks. Voor transport op langere afstand en de realisatie van de nodige laadinfrastructuur is nog werk aan de winkel.”

De grote stappen in beperking van CO2 moeten worden gemaakt door de industrie zelf. De verankering in ’the board’ van een CSO zorgt voor een nieuwe verdeling van taken bij North Sea Port, en nieuwe stappen, zegt Den Dekker. “Wij kijken sowieso kritisch naar social responsability – van onszelf en de bedrijven in de haven.”

Duurzame industrie

De volgende stap is de uitbouw van de duurzame industrie. “Denk aan bouw en onderhoud van offshorewindparken, waterstoffabrieken, recycling-bedrijven, CO2-afvang, aanlanding wind op zee en mogelijk een nieuwe kerncentrale bij Borssele. De duurzame economie heeft hiervoor veel ruimte nodig – herontwikkelde dan wel nieuwe.”

Naast fysieke ruimte is net-capaciteit van groot belang. Een tegenvaller is dat netbeheerder Tennet in juli 2023 heeft aangekondigd een voorlopige stop te realiseren in de aansluiting van nieuwe bedrijven in Zeeland, het Nederlandse deel van de haven. North Sea Port was ‘onplezierig verrast’. “We gaan met elkaar direct op zoek naar oplossingen”, aldus Den Dekker.

Voor het vestigingsklimaat en de energietransitie op korte termijn is het geen goed nieuws, vertelde CEO Daan Schalck in Flows in juli. Het Zeeuwse elektriciteitsnet is nog niet fysiek vol, maar kent een te grote piekbelasting, zo luidt het. “De aankondiging heeft de noodzaak voor een 380kV-verbinding naar Zeeuws-Vlaanderen alleen maar vergroot.”

CO2-afvang

De grootste CO2-reductie op korte termijn komt van CO2-afvang, transport en opslag. North Sea Port is geen onderdeel van het begin augustus door de Raad van State goedgekeurde project Porthos, dat de opslag van CO2 in gasvelden op de Noordzee faciliteert. “Porthos wordt opgevuld door bedrijven uit de Rotterdamse havencluster. Wij richten ons meer op nieuwe projecten, zoals Aramis, iets verder gelegen, en het Noorse Northern Lights.”

CO2-opslag is slechts een oplossing voor de schoorsteen, zegt Den Dekker. “Het gaat wat ons betreft in duurzame ambities om de ingang van de fabriek: de grondstoffen. Ten eerste beperking van uitstoot. Ten tweede zijn wij een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de duurzame industrie en wordt die toegevoegde waarde doorontwikkeld. Ten derde moeten afvalstromen worden aangewend voor hergebruik, circulariteit dus. Dan ben je niet alleen op weg naar nul, maar naar een nieuwe economie die teruggeeft aan de samenleving.”

Dat kunnen North Sea Port en gevestigde bedrijven niet alleen. “We realiseren ons terdege dat we een grote impact hebben op de omgeving. We zijn daarom actief in overlegorganen, zoals bekend in twee landen, van dorpsraden tot de Europese Commissie. North Sea Port speelt in de Champions League van havens, met bijkomstige verantwoordelijkheden. Duurzaamheid is corebusiness geworden. Als we ergens de transitie kunnen maken, is het in North Sea Port”, besluit Den Dekker.

“Als we ergens de transitie kunnen maken, is het in North Sea Port” – Flows

“Als we ergens de transitie kunnen maken, is het in North Sea Port”

Flowsmagazine, Havens
Jan-Kees Verschuure
Maarten den Dekker North Sea Port Chief Sustainability Officer
Maarten den Dekker © North Sea Port

North Sea Port profileert zich als duurzame Europese tophaven, zegt chief sustainability officer en directielid Maarten den Dekker. Niet alleen omdat het moet in het kader van wet- en regelgeving. “Duurzaamheid anno 2023 is geen marketingplaatje, het gaat om toegevoegde waarde en social responsability. Als we de komende jaren niet slagen een grote beperking van CO2-uitstoot te realiseren, moeten we ons serieus achter de oren krabben.”

Op 1 juni 2023 is Maarten den Dekker begonnen met zijn nieuwe functie. Als chief sustainability officer (CSO) heeft hij onder meer de verantwoordelijkheid voor energie, klimaat en circulariteit. Hij vervangt Dick Engelhardt, chief development & nautical operations, die met pensioen ging. Met de aanstelling kiest North Sea Port voor een interne kandidaat en een nieuwe rol voor duurzaamheid binnen de directie.

De verjonging komt niet uit de lucht vallen. Den Dekker is al zes jaar aan boord, was projectleider Duurzame Transitie en mee verantwoordelijk voor het strategische duurzaamheidsbeleid, onder meer als directeur van Smart Delta Resources in Nederland (SDR) – het regionale samenwerkingsverband voor duurzame industrie. In een eerdere functie bij het Nederlandse ministerie van Economische Zaken hield hij zich intensief bezig met industrie en energie.

Toegevoegde waarde

Sleutelbegrip voor de duurzame haven is toegevoegde waarde, zegt Den Dekker. “Duurzaamheid is voor North Sea Port en onze partners geen ‘moetje’. Kan ook niet anders als je ziet welke uitdagingen er liggen voor de industriecluster. Sowieso zijn wij van oudsher geen havenbedrijf dat alleen stuurt op volume, ook op toegevoegde waarde: complementariteit en goede achterlandverbindingen. Wij zijn top 3 in Europa als het gaat om toegevoegde waarde en voor de ontwikkeling van duurzame industrie hebben wij nog ruimte.”

De industrie heeft een grote CO2-footprint. Daar zijn ook de grootste stappen te maken. Den Dekker noemt Zeeland Refinery, ArcelorMittal Belgium, Dow en Yara. “Op zich is de situatie vrij overzichtelijk: dit zijn de bedrijven met de grootste footprint, en wij willen ze niet kwijt. Er is geen enkele havencluster in Europa die een dergelijke diversiteit aan industrieën bijeenbrengt. Op het gebied van scheepvaart is de situatie iets ingewikkelder: voor de binnenvaart kijken we uit naar het gebruik van duurzame brandstoffen. En we maken stappen op het gebied van walstroom, waarvoor wij steeds meer faciliteiten realiseren. De zeescheepvaart is nog niet zover. Hetzelfde geldt voor e-trucks. Voor transport op langere afstand en de realisatie van de nodige laadinfrastructuur is nog werk aan de winkel.”

De grote stappen in beperking van CO2 moeten worden gemaakt door de industrie zelf. De verankering in ’the board’ van een CSO zorgt voor een nieuwe verdeling van taken bij North Sea Port, en nieuwe stappen, zegt Den Dekker. “Wij kijken sowieso kritisch naar social responsability – van onszelf en de bedrijven in de haven.”

Duurzame industrie

De volgende stap is de uitbouw van de duurzame industrie. “Denk aan bouw en onderhoud van offshorewindparken, waterstoffabrieken, recycling-bedrijven, CO2-afvang, aanlanding wind op zee en mogelijk een nieuwe kerncentrale bij Borssele. De duurzame economie heeft hiervoor veel ruimte nodig – herontwikkelde dan wel nieuwe.”

Naast fysieke ruimte is net-capaciteit van groot belang. Een tegenvaller is dat netbeheerder Tennet in juli 2023 heeft aangekondigd een voorlopige stop te realiseren in de aansluiting van nieuwe bedrijven in Zeeland, het Nederlandse deel van de haven. North Sea Port was ‘onplezierig verrast’. “We gaan met elkaar direct op zoek naar oplossingen”, aldus Den Dekker.

Voor het vestigingsklimaat en de energietransitie op korte termijn is het geen goed nieuws, vertelde CEO Daan Schalck in Flows in juli. Het Zeeuwse elektriciteitsnet is nog niet fysiek vol, maar kent een te grote piekbelasting, zo luidt het. “De aankondiging heeft de noodzaak voor een 380kV-verbinding naar Zeeuws-Vlaanderen alleen maar vergroot.”

CO2-afvang

De grootste CO2-reductie op korte termijn komt van CO2-afvang, transport en opslag. North Sea Port is geen onderdeel van het begin augustus door de Raad van State goedgekeurde project Porthos, dat de opslag van CO2 in gasvelden op de Noordzee faciliteert. “Porthos wordt opgevuld door bedrijven uit de Rotterdamse havencluster. Wij richten ons meer op nieuwe projecten, zoals Aramis, iets verder gelegen, en het Noorse Northern Lights.”

CO2-opslag is slechts een oplossing voor de schoorsteen, zegt Den Dekker. “Het gaat wat ons betreft in duurzame ambities om de ingang van de fabriek: de grondstoffen. Ten eerste beperking van uitstoot. Ten tweede zijn wij een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de duurzame industrie en wordt die toegevoegde waarde doorontwikkeld. Ten derde moeten afvalstromen worden aangewend voor hergebruik, circulariteit dus. Dan ben je niet alleen op weg naar nul, maar naar een nieuwe economie die teruggeeft aan de samenleving.”

Dat kunnen North Sea Port en gevestigde bedrijven niet alleen. “We realiseren ons terdege dat we een grote impact hebben op de omgeving. We zijn daarom actief in overlegorganen, zoals bekend in twee landen, van dorpsraden tot de Europese Commissie. North Sea Port speelt in de Champions League van havens, met bijkomstige verantwoordelijkheden. Duurzaamheid is corebusiness geworden. Als we ergens de transitie kunnen maken, is het in North Sea Port”, besluit Den Dekker.