Hulporganisatie voor internationale zeelieden zoekt materiële steun

Nieuws, Mensen
Michiel Leen

Wanneer aalmoezenier Jos Vanhoof en vrijwilliger Tony Vuylsteke ons ontvangen in het Zeemanshuis aan de Italiëlei, doet niets vermoeden dat deze plek maandelijks zo’n 1.300 zeelui over de vloer krijgt. In de vroege namiddag ligt het complex – met bar, feestzaal, kapel en winkeltje – er rustig bij. De zeelui komen pas rond zeven uur ’s avonds binnenwaaien. Toch heeft priester Jos Vanhoof het druk, met bezoeken aan verschillende schepen.

Vanhoof is nu negen jaar aan de slag in de Antwerpse haven, na jaren als missionaris in onder andere Venezuela. Vuylsteke is er recent bijgekomen. Hij was commercieel directeur van het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) en neemt nu de pr van de vereniging voor zijn rekening. De welzijnswerking heeft in Antwerpen een traditie van zestig jaar. Het voorzitterschap is vandaag in handen van Jacques D’Havé (MDK).

Belkaarten

“Wij willen de zeelui spirituele en materiële hulp bieden en morele noden lenigen”, zegt Vanhoof. Spirituele en materiële noden lopen trouwens door elkaar. “Je vraagt je misschien af waarom wij een bar hebben en telefoonkaarten verkopen. Die mensen willen contact met het thuisfront, met de familie. Dat is een spirituele, existentiële nood. Die kun je maar invullen wanneer je kunt bellen natuurlijk.” Er is ook een busdienst met steun van het Havenbedrijf, die de zeelui van de linker- en rechteroever naar het zeemanshuis brengt. Er is een nauwe samenwerking met het Antwerp Harbour Hotel, waar de zeelui kunnen logeren.

Gelovige zeebonken

Ondanks hun ruwe reputatie, zijn veel zeelui nog erg gelovig. “Na zware of dodelijke ongevallen krijgen we, soms zelfs van de agentuur, de vraag om een schip te zegenen”, weet Vanhoof. “Of om een dankviering op te dragen omdat ze een zware storm op zee hebben overleefd.”

Aalmoezeniers

De haven is verdeeld in sectoren onder verschillende missies: de Duitse, Britse, Scandinavische collega’s nemen nog een deel van het havengebied voor hun rekening. Het welzijn van de zeelui is kortom een oecumenische aangelegenheid. “Het gaat niet om zieltjes winnen, de verschillende aalmoezeniers werken samen”, zegt Vuylsteke. Sowieso heeft het zeemanshuis een bont internationaal publiek: veel Filipino’s – intussen goed voor 35 procent van de totale zeevarende populatie – maar ook Duitsers, Russen, Nederlanders, enzovoort.

Sponsors gezocht 

Intussen bereidt de internationale Apostolatus Maris haar honderdste verjaardag voor, die in 2020 zal worden gevierd met een symposium in oprichtingsstad Glasgow. In 2020 komt ook de oecumenische ICMA (International Christian Maritime Association) in Antwerpen samen. Die werking telt twee Antwerpse aalmoezeniers in het bestuur, vandaar. “De dagelijkse werking van de zeemansclub brengt kosten met zich mee. Het onderhoud en de energiekosten van een zestig jaar oud gebouw lopen zwaar op”, zegt Vanhoof. Zo moet er een kleine 10.000 euro worden gevonden voor de herstelling van de lift.

De werking ontvangt vandaag sponsoring van onder andere Brabo en het Bisdom Antwerpen. Vuylsteke: “We willen nu werken aan een betere bekendheid naar de buitenwereld toe, zodat het havenmilieu ons beter leert kennen en wil steunen. Als een volwaardige partner die ook werkt in het belang van de haven.”

Gestrand in Antwerpen 

Over de positie van de zeelui maken Vanhoof en Vuylsteke zich wel zorgen. Ze stuiten regelmatig op schrijnende verhalen van zeelui die hier stranden door bijvoorbeeld een hospitalisatie en door hun werkgever in de steek worden gelaten. “Zeelui in de problemen blijven vaak alleen achter in Antwerpen. Organisaties als de onze zorgen voor hun welzijn”, zegt Vanhoof. “Ze hebben vaak psychologische steun nodig. Nieuws van het thuisfront – goed of slecht – moeten ze ver van huis alleen verwerken. Zelfmoord is nog altijd de belangrijkste doodsoorzaak bij zeelui.”

“Zeelui genieten een minimum aan wettelijke bescherming, maar dit stelt vaak niet veel voor”, weet Vuylsteke. “Hun situatie verbeteren is dus niet gemakkelijk. Doordat je de zeelui zo weinig ziet, is hun verhaal voor veel mensen een ver-van-mijn-bedshow. Maar toch: zonder zeelui geen schepen, zonder schepen geen haven. Een schip vaart niet vanzelf.”

Michiel Leen

Hulporganisatie voor internationale zeelieden zoekt materiële steun – Flows

Hulporganisatie voor internationale zeelieden zoekt materiële steun

Nieuws, Mensen
Michiel Leen

Wanneer aalmoezenier Jos Vanhoof en vrijwilliger Tony Vuylsteke ons ontvangen in het Zeemanshuis aan de Italiëlei, doet niets vermoeden dat deze plek maandelijks zo’n 1.300 zeelui over de vloer krijgt. In de vroege namiddag ligt het complex – met bar, feestzaal, kapel en winkeltje – er rustig bij. De zeelui komen pas rond zeven uur ’s avonds binnenwaaien. Toch heeft priester Jos Vanhoof het druk, met bezoeken aan verschillende schepen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt toegang tot Flows?

Word abonnee en krijg toegang tot alle artikels.

Abonneer

Ben u al abonnee?

Login