Yves Verspreet (loods/wetenschapper) zocht op wat Mercator wist liggen

Nieuws, Mensen
Flowsredactie
Yves Verspreet
Yves Verspreet © Yves Verspreet

Wat wist cartograaf Gerard Mercator met stellige zekerheid te vertellen met zijn toenmalige ‘globe’ of wereldbol? Hoe zag hij de landen en zeeën met de kennis van toen? Yves Verspreet – loods maar eveneens wetenschapper – begon als hobby een uitgebreid opzoekingswerk om een en ander uit te zoeken.

“Aanvankelijk wou ik gewoon vaststellen hoeveel Mercator met primitieve middelen er op of naast zat. Ik was er me initieel van bewust dat ik slechts een kopie wou om daarop bronstudie te kunnen verrichten. Louter een kopie. Maar van het een kwam het ander,” vertelt Verspreet.

Een oude wereldbol vinden was onbegonnen werk: die waren op één hand te tellen en leenden zich niet tot dit “amateuristische werk”. Een ‘nieuwe’, 19e eeuwse globe vinden was al evenzeer zware kost want door oorlogen en branden waren ook die nog moeilijk te vinden. Toch kon hij daarvan een model lenen om voorzichtig na te tekenen. Voor hij het wist had hij – in 1994 – een perfect model zelf in handen: een constructie met negen lagen verf inclusief de eigenlijke laag. Dat model is perfect vergelijkbaar met het model dat Mercator zelf aangeboden had aan Keizer Karel himself.

Lees verder onder de foto.

Mercator - globe
Replica ‘globe’ van Mercator

Vroege tijden en middeleeuwen

We moeten reeds ver teruggaan tot de tijd van Alexander de Grote (4e eeuw voor Christus). Toen al waren ‘wijze mannen’ ervan overtuigd dat de wereld niet plat was maar een bolvorm had. Plaatsen als Alexandrië, Athene en Rome of de Middellandse Zee en de Zwarte Zee waren wel degelijk voldoende gekend. Voor die tijd waren er verhalen hoe het zou kunnen geweest zijn. En heel vroeger was het gissen.

De Griekse astroloog Claudius Ptolemaeus (Alexandrië, gestorven in de 2e eeuw na Christus) kende maar liefst achtduizend plaatsen met hun geografische lengte en breedte. Hij werd bekend door zijn Geographia, een gids voor het maken van kaarten. Maar toen gingen het Romeinse én het Perzische Rijk ten onder. In de daarop volgende eeuwen kwam er tot slot de Mohammedaanse revolutie die finaal het einde betekende van de relatie tussen Arabieren en Europeanen. Slechts één exemplaar van de Geographia bestond nog en dat kwam via Byzantium uiteindelijk in Rome terecht.

Zes eeuwen gingen voorbij voor de Turken de band even herstelden. Toen de Turken bezit namen van Klein-Azië en omstreken, diende zich even een lichtpuntje aan. Marco Polo (en eerder al Willem van Rubroeck) begon zijn trektocht van 25 jaar naar de Grote Khan. Daarover vertelde hij na terugkomst … in de gevangenis aan een medegevangene. Zo kwam het dat zijn boek Il Milione een echte bestseller werd. Twee eeuwen later was datzelfde verhaal te horen bij Mercator.

Nieuwe Tijden

Inmiddels waren de Portugezen rond Afrika gevaren en daar wenkte India. De Spanjaarden wilden de oceaan doodeenvoudig oversteken en uitkomen in datzelfde Azië. In elk geval was ontdekkingsreiziger Christoffel Colombus (gestorven begin 16e eeuw) ervan overtuigd dat hijzelf in Azië was geweest. Hij had dus “indianen” gezien. Die ‘indianen’ zijn weliswaar gebleven maar heel het continent werd naderhand Amerika genoemd: wat toen werd ontdekt was een nieuwe wereld. Het was Amerigo Vespucci die als eerste opmerkte dat het continent een aparte structuur was. Het was dan ook die “Amerigo” die zijn – vervrouwelijkte – naam zou geven aan dit continent, Amerika. De eerste die de kusten van Newfoundland onderzocht was Giovanni Caboto (John Cabot). Hij deed dat in opdracht van de Britten. Kortom, de Britten, Nederlanders en Fransen zaten ook niet stil. Maar dit alles werd omgeven met de nodige geheimhouding. De Spaanse, Portugese, Nederlandse, Franse en Britse diensten beschouwden dit allemaal nog als ‘top secret’.

In die context werkte Mercator om tot zijn ‘globe’ te komen.

Eigenlijke werk

Minutieus onderzocht Verspreet alle details en zette die af tegenover eigentijdse gegevens.  Zo leerde hij onder meer dat bij Mercator de noordkust van Noorwegen wonderwel overeen kwam met de ene kaart maar stelde hij vast dat de oostkust van Zweden toch wel beter overeenkwam met een andere. Of dat de hele problematiek van Afrika – amper dertig jaar verkend – zoals door Mercator ruw geschetst, wel overeenkwam met wat we nu weten. Maar dat vooral het onderste deel te ver naar het oosten was verschoven. Of dat Amerika een groot continent was en gedeeltelijk toch al gelijkt op datgene wat we daar vandaag onder verstaan. Verderop kwam vooral Japan aan de beurt: een klein gebied maar té ver uit de kust van China. Bovendien staat de hele Stille Oceaan er al op. Let wel: vanuit Leuven, met schrift en pen!

Paul Verbraeken

Yves Verspreet (loods/wetenschapper) zocht op wat Mercator wist liggen – Flows

Yves Verspreet (loods/wetenschapper) zocht op wat Mercator wist liggen

Nieuws, Mensen
Flowsredactie
Yves Verspreet
Yves Verspreet © Yves Verspreet

Wat wist cartograaf Gerard Mercator met stellige zekerheid te vertellen met zijn toenmalige ‘globe’ of wereldbol? Hoe zag hij de landen en zeeën met de kennis van toen? Yves Verspreet – loods maar eveneens wetenschapper – begon als hobby een uitgebreid opzoekingswerk om een en ander uit te zoeken.

“Aanvankelijk wou ik gewoon vaststellen hoeveel Mercator met primitieve middelen er op of naast zat. Ik was er me initieel van bewust dat ik slechts een kopie wou om daarop bronstudie te kunnen verrichten. Louter een kopie. Maar van het een kwam het ander,” vertelt Verspreet.

Een oude wereldbol vinden was onbegonnen werk: die waren op één hand te tellen en leenden zich niet tot dit “amateuristische werk”. Een ‘nieuwe’, 19e eeuwse globe vinden was al evenzeer zware kost want door oorlogen en branden waren ook die nog moeilijk te vinden. Toch kon hij daarvan een model lenen om voorzichtig na te tekenen. Voor hij het wist had hij – in 1994 – een perfect model zelf in handen: een constructie met negen lagen verf inclusief de eigenlijke laag. Dat model is perfect vergelijkbaar met het model dat Mercator zelf aangeboden had aan Keizer Karel himself.

Lees verder onder de foto.

Mercator - globe
Replica ‘globe’ van Mercator

Vroege tijden en middeleeuwen

We moeten reeds ver teruggaan tot de tijd van Alexander de Grote (4e eeuw voor Christus). Toen al waren ‘wijze mannen’ ervan overtuigd dat de wereld niet plat was maar een bolvorm had. Plaatsen als Alexandrië, Athene en Rome of de Middellandse Zee en de Zwarte Zee waren wel degelijk voldoende gekend. Voor die tijd waren er verhalen hoe het zou kunnen geweest zijn. En heel vroeger was het gissen.

De Griekse astroloog Claudius Ptolemaeus (Alexandrië, gestorven in de 2e eeuw na Christus) kende maar liefst achtduizend plaatsen met hun geografische lengte en breedte. Hij werd bekend door zijn Geographia, een gids voor het maken van kaarten. Maar toen gingen het Romeinse én het Perzische Rijk ten onder. In de daarop volgende eeuwen kwam er tot slot de Mohammedaanse revolutie die finaal het einde betekende van de relatie tussen Arabieren en Europeanen. Slechts één exemplaar van de Geographia bestond nog en dat kwam via Byzantium uiteindelijk in Rome terecht.

Zes eeuwen gingen voorbij voor de Turken de band even herstelden. Toen de Turken bezit namen van Klein-Azië en omstreken, diende zich even een lichtpuntje aan. Marco Polo (en eerder al Willem van Rubroeck) begon zijn trektocht van 25 jaar naar de Grote Khan. Daarover vertelde hij na terugkomst … in de gevangenis aan een medegevangene. Zo kwam het dat zijn boek Il Milione een echte bestseller werd. Twee eeuwen later was datzelfde verhaal te horen bij Mercator.

Nieuwe Tijden

Inmiddels waren de Portugezen rond Afrika gevaren en daar wenkte India. De Spanjaarden wilden de oceaan doodeenvoudig oversteken en uitkomen in datzelfde Azië. In elk geval was ontdekkingsreiziger Christoffel Colombus (gestorven begin 16e eeuw) ervan overtuigd dat hijzelf in Azië was geweest. Hij had dus “indianen” gezien. Die ‘indianen’ zijn weliswaar gebleven maar heel het continent werd naderhand Amerika genoemd: wat toen werd ontdekt was een nieuwe wereld. Het was Amerigo Vespucci die als eerste opmerkte dat het continent een aparte structuur was. Het was dan ook die “Amerigo” die zijn – vervrouwelijkte – naam zou geven aan dit continent, Amerika. De eerste die de kusten van Newfoundland onderzocht was Giovanni Caboto (John Cabot). Hij deed dat in opdracht van de Britten. Kortom, de Britten, Nederlanders en Fransen zaten ook niet stil. Maar dit alles werd omgeven met de nodige geheimhouding. De Spaanse, Portugese, Nederlandse, Franse en Britse diensten beschouwden dit allemaal nog als ‘top secret’.

In die context werkte Mercator om tot zijn ‘globe’ te komen.

Eigenlijke werk

Minutieus onderzocht Verspreet alle details en zette die af tegenover eigentijdse gegevens.  Zo leerde hij onder meer dat bij Mercator de noordkust van Noorwegen wonderwel overeen kwam met de ene kaart maar stelde hij vast dat de oostkust van Zweden toch wel beter overeenkwam met een andere. Of dat de hele problematiek van Afrika – amper dertig jaar verkend – zoals door Mercator ruw geschetst, wel overeenkwam met wat we nu weten. Maar dat vooral het onderste deel te ver naar het oosten was verschoven. Of dat Amerika een groot continent was en gedeeltelijk toch al gelijkt op datgene wat we daar vandaag onder verstaan. Verderop kwam vooral Japan aan de beurt: een klein gebied maar té ver uit de kust van China. Bovendien staat de hele Stille Oceaan er al op. Let wel: vanuit Leuven, met schrift en pen!

Paul Verbraeken