Varende ouders: “Zonder schippers­internaat blijven schepen liggen”

Flowsmagazine, Binnenvaart
Koen Heinen
20230210
Moeders Kelly (l.) en Debby met Tifany Bracké in het midden © KH

Het internaat Don Bosco in Wijnegem is erkend als tehuis voor kinderen van ouders zonder vaste verblijfplaats, zoals schippers. Internaatverantwoordelijke Tifany Bracké en ouders Debby en Kelly kunnen niet genoeg benadrukken wat het internaat betekent voor de kinderen. Dit artikel verscheen in het recente Flowsmagazine.

Het internaat bevindt zich op een voormalig kasteeldomein in Wijnegem. Het oude kasteel werd in 2000 afgekeurd omwille van de brandveiligheid. De zusters die het internaat toen leidden, overwogen te stoppen, maar zover kwam het gelukkig niet. “Onder impuls van de schippers werd een nieuwbouw geplaatst”, zegt internaatverantwoordelijke Tifany Bracké, die als schipperskind zelf nog in het internaat heeft verbleven. “Maar nu dreigt de erkenning als schippersinternaat weg te vallen. Alle internaten worden nu gewoon onderwijsinternaten. Alleen kleuters, buitengewoon onderwijs en kinderen die door de jeugdrechtbank geplaatst zijn, krijgen nog extra middelen. De schippers worden als doelgroep gewoon genegeerd. Wij bestaan omwille van de schippers. Als we niet trouw blijven aan die missie verloochenen we onszelf en de schippers die ons hard gesteund hebben om het internaat te bouwen.”

Dag en nacht

Op de vraag wat het internaat te bieden heeft, antwoordt Debby Van den Bosch, die drie kinderen op het internaat heeft, spontaan: “Alles wat in een normaal gezin leeft. Een kind valt of is ziek, het wordt verzorgd. Hebben ze heimwee, dan wordt dat opgevangen. Na school krijgen ze een vieruurtje, ze spelen spelletjes of ze kunnen lezen. Dat moet allemaal begeleid worden en dat wordt door de overheid aanzien als normaal”, zegt ze.

“Het is onze sterkte dat wij onze kinderen de eerste vijf tot zes jaar aan boord houden, maar daarna is het compleet loslaten”, zegt Kelly Van Cauwenbergh, die twee en binnenkort drie kinderen in het internaat heeft. “In de huidige tijd is het dag en nacht varen. Vergeleken met twintig jaar geleden kunnen we niet meer overal zomaar van het schip om naar de dokter te gaan. Dat zijn allemaal zaken die het internaat van ons overneemt. Huiswerkbegeleiding doen ze ook.”

“Wij gaan elke week naar het zorgoverleg in de basisschool hier op hetzelfde domein waar de kinderen les volgen”, zegt Bracké. “Dan weten we waarop we moeten letten. Tussen de middag komen ze van school naar hier, krijgen ze warm eten en hebben ze zo even een onderbreking. We proberen het zo huiselijk mogelijk te houden in kleine leefgroepen. Ze spelen hier ook veel buiten of we gaan met hen naar het park.”

Hechte gemeenschap

Van de 72 kinderen in het internaat zijn 75% schipperskinderen. “Dat is ook een sterk punt hier. Onze kinderen staan er niet alleen voor. Ze helpen elkaar en kennen de situatie. Het is een hechte gemeenschap. De middelen worden hier op een goede manier besteed”, zegt Van den Bosch.

“Het internaat was er niet meer geweest, indien de schippers er niet zo hard voor gevochten hadden. Als kinderen zich niet goed in hun vel voelen, komen ze niet tot leren. Daarom investeren we veel in het welbevinden. Daar kruipt veel tijd en zorg in”, legt Bracké uit.

Vrijwilligerswerk

“Vanuit de koepel van het katholieke onderwijs zeggen ze dat elk internaat biedt wat wij hier bieden. Waarom zouden ze ons dan extra middelen geven? Wij hebben het geluk dat hier vier zusters inwonen die veel vrijwillig doen. Het zijn betaalde krachten, maar ze werken veel meer dan hun betaalde uren. Ze doen alle nachten. Met het nieuwe decreet krijgen we volgens de simulatie die we gemaakt hebben vijftigduizend euro minder per jaar. We worden gesubsidieerd voor een kleine vier vte (voltijdsequivalent) opvoed(st)ers en 1 vte beheerder. Maar we betalen twee extra vte opvoeders met onze werkingsmiddelen. We investeren in personeel omdat we weten hoe belangrijk dit is”, benadrukt Bracké.

“Door die vrijwillige uren is er hier wel meer mogelijk voor onze kinderen. Ze mogen allemaal een hobby uitoefenen en het internaat regelt dat allemaal”, vult Van Cauwenbergh aan.

“Een schipperskind wist vroeger weinig van de buitenwereld. Dankzij de kansen die ze nu krijgen, is dat allemaal veranderd. Als ze nu snoeien in het budget, verdwijnen die kansen weer”, vreest Van den Bosch.

Economische gevolgen

“Minister Weyts vergeet dat er gesnoeid moet worden als ze middelen afnemen. Dit zal sowieso economische gevolgen krijgen. Onze sterkte is dat we als gezin en familie samenwerken. Als het decreet er komt, zijn er minder mogelijkheden en opvang voor onze kinderen. Dan zullen wij zelf nog meer over en weer moeten pendelen. Daardoor kan de rendabiliteit van onze schepen niet meer gewaarborgd worden. Schepen die stilliggen, verdienen geen geld en de goederen komen niet op tijd. Dat is natuurlijk niet positief voor de economie, terwijl ze de binnenvaart net willen promoten”, duidt Van Cauwenbergh waar het op aankomt.

Niche binnen een niche

Als feedback van de overheid krijgen ze te horen dat ze een niche binnen een niche zijn. “Er zijn maar 11.000 internen in Vlaanderen en binnen die groep heb je de schipperskinderen”, besluit Bracké. “Vroeger gingen ze niet afgestudeerd aan het werk op het schip. Ondertussen is het een beroep geworden waar je ook diploma’s voor moet hebben. We zitten nu eindelijk in een elan waarbij iedereen bewust kiest voor onderwijs. Het probleem is dat de overheid dit niet merkt en iets waarvoor gevochten is tenietdoet. We willen dat de politiek hier eens komt kijken. Het is vijf voor twaalf want blijkbaar zijn ze al de uitvoeringsbesluiten van het decreet aan het schrijven. We zijn in contact met binnenvaartorganisaties en het kabinet van minister van Mobiliteit Lydia Peeters. Via Onderwijs komen we er niet. Zij zijn niet bereid om te luisteren. Wij zijn bezig met het kostbaarste bezit van ouders, maar zij zijn er niet gerust in.”

“We moeten dit onze kinderen blijven aanbieden voor hun ontwikkeling”, besluit ook Van den Bosch.

Varende ouders: “Zonder schippers­internaat blijven schepen liggen” – Flows

Varende ouders: “Zonder schippers­internaat blijven schepen liggen”

Flowsmagazine, Binnenvaart
Koen Heinen
20230210
Moeders Kelly (l.) en Debby met Tifany Bracké in het midden © KH

Het internaat Don Bosco in Wijnegem is erkend als tehuis voor kinderen van ouders zonder vaste verblijfplaats, zoals schippers. Internaatverantwoordelijke Tifany Bracké en ouders Debby en Kelly kunnen niet genoeg benadrukken wat het internaat betekent voor de kinderen. Dit artikel verscheen in het recente Flowsmagazine.

Het internaat bevindt zich op een voormalig kasteeldomein in Wijnegem. Het oude kasteel werd in 2000 afgekeurd omwille van de brandveiligheid. De zusters die het internaat toen leidden, overwogen te stoppen, maar zover kwam het gelukkig niet. “Onder impuls van de schippers werd een nieuwbouw geplaatst”, zegt internaatverantwoordelijke Tifany Bracké, die als schipperskind zelf nog in het internaat heeft verbleven. “Maar nu dreigt de erkenning als schippersinternaat weg te vallen. Alle internaten worden nu gewoon onderwijsinternaten. Alleen kleuters, buitengewoon onderwijs en kinderen die door de jeugdrechtbank geplaatst zijn, krijgen nog extra middelen. De schippers worden als doelgroep gewoon genegeerd. Wij bestaan omwille van de schippers. Als we niet trouw blijven aan die missie verloochenen we onszelf en de schippers die ons hard gesteund hebben om het internaat te bouwen.”

Dag en nacht

Op de vraag wat het internaat te bieden heeft, antwoordt Debby Van den Bosch, die drie kinderen op het internaat heeft, spontaan: “Alles wat in een normaal gezin leeft. Een kind valt of is ziek, het wordt verzorgd. Hebben ze heimwee, dan wordt dat opgevangen. Na school krijgen ze een vieruurtje, ze spelen spelletjes of ze kunnen lezen. Dat moet allemaal begeleid worden en dat wordt door de overheid aanzien als normaal”, zegt ze.

“Het is onze sterkte dat wij onze kinderen de eerste vijf tot zes jaar aan boord houden, maar daarna is het compleet loslaten”, zegt Kelly Van Cauwenbergh, die twee en binnenkort drie kinderen in het internaat heeft. “In de huidige tijd is het dag en nacht varen. Vergeleken met twintig jaar geleden kunnen we niet meer overal zomaar van het schip om naar de dokter te gaan. Dat zijn allemaal zaken die het internaat van ons overneemt. Huiswerkbegeleiding doen ze ook.”

“Wij gaan elke week naar het zorgoverleg in de basisschool hier op hetzelfde domein waar de kinderen les volgen”, zegt Bracké. “Dan weten we waarop we moeten letten. Tussen de middag komen ze van school naar hier, krijgen ze warm eten en hebben ze zo even een onderbreking. We proberen het zo huiselijk mogelijk te houden in kleine leefgroepen. Ze spelen hier ook veel buiten of we gaan met hen naar het park.”

Hechte gemeenschap

Van de 72 kinderen in het internaat zijn 75% schipperskinderen. “Dat is ook een sterk punt hier. Onze kinderen staan er niet alleen voor. Ze helpen elkaar en kennen de situatie. Het is een hechte gemeenschap. De middelen worden hier op een goede manier besteed”, zegt Van den Bosch.

“Het internaat was er niet meer geweest, indien de schippers er niet zo hard voor gevochten hadden. Als kinderen zich niet goed in hun vel voelen, komen ze niet tot leren. Daarom investeren we veel in het welbevinden. Daar kruipt veel tijd en zorg in”, legt Bracké uit.

Vrijwilligerswerk

“Vanuit de koepel van het katholieke onderwijs zeggen ze dat elk internaat biedt wat wij hier bieden. Waarom zouden ze ons dan extra middelen geven? Wij hebben het geluk dat hier vier zusters inwonen die veel vrijwillig doen. Het zijn betaalde krachten, maar ze werken veel meer dan hun betaalde uren. Ze doen alle nachten. Met het nieuwe decreet krijgen we volgens de simulatie die we gemaakt hebben vijftigduizend euro minder per jaar. We worden gesubsidieerd voor een kleine vier vte (voltijdsequivalent) opvoed(st)ers en 1 vte beheerder. Maar we betalen twee extra vte opvoeders met onze werkingsmiddelen. We investeren in personeel omdat we weten hoe belangrijk dit is”, benadrukt Bracké.

“Door die vrijwillige uren is er hier wel meer mogelijk voor onze kinderen. Ze mogen allemaal een hobby uitoefenen en het internaat regelt dat allemaal”, vult Van Cauwenbergh aan.

“Een schipperskind wist vroeger weinig van de buitenwereld. Dankzij de kansen die ze nu krijgen, is dat allemaal veranderd. Als ze nu snoeien in het budget, verdwijnen die kansen weer”, vreest Van den Bosch.

Economische gevolgen

“Minister Weyts vergeet dat er gesnoeid moet worden als ze middelen afnemen. Dit zal sowieso economische gevolgen krijgen. Onze sterkte is dat we als gezin en familie samenwerken. Als het decreet er komt, zijn er minder mogelijkheden en opvang voor onze kinderen. Dan zullen wij zelf nog meer over en weer moeten pendelen. Daardoor kan de rendabiliteit van onze schepen niet meer gewaarborgd worden. Schepen die stilliggen, verdienen geen geld en de goederen komen niet op tijd. Dat is natuurlijk niet positief voor de economie, terwijl ze de binnenvaart net willen promoten”, duidt Van Cauwenbergh waar het op aankomt.

Niche binnen een niche

Als feedback van de overheid krijgen ze te horen dat ze een niche binnen een niche zijn. “Er zijn maar 11.000 internen in Vlaanderen en binnen die groep heb je de schipperskinderen”, besluit Bracké. “Vroeger gingen ze niet afgestudeerd aan het werk op het schip. Ondertussen is het een beroep geworden waar je ook diploma’s voor moet hebben. We zitten nu eindelijk in een elan waarbij iedereen bewust kiest voor onderwijs. Het probleem is dat de overheid dit niet merkt en iets waarvoor gevochten is tenietdoet. We willen dat de politiek hier eens komt kijken. Het is vijf voor twaalf want blijkbaar zijn ze al de uitvoeringsbesluiten van het decreet aan het schrijven. We zijn in contact met binnenvaartorganisaties en het kabinet van minister van Mobiliteit Lydia Peeters. Via Onderwijs komen we er niet. Zij zijn niet bereid om te luisteren. Wij zijn bezig met het kostbaarste bezit van ouders, maar zij zijn er niet gerust in.”

“We moeten dit onze kinderen blijven aanbieden voor hun ontwikkeling”, besluit ook Van den Bosch.