
Op 9 juni vaart kapitein Marc Kwick zijn laatste rondjes in de Antwerpse haven op rechteroever met de waterboot DW1 van De Wit Bunkering. Op zijn 65e gaat hij met pensioen. Hij stamt uit een schippersfamilie en is op het water geboren.
Tot zijn 14 jaar volgde Kwick de schippersschool in Brussel. “Ik heb nog aan boord van het schoolschip ‘Libertas’ gevaren, dat ondertussen niet meer bestaat. Op mijn veertiende ben ik aan boord gegaan op het schip van mijn ouders. Zo ging dat in die tijd. Later hebben we een tweede schip gekocht, waarop ik met mijn broer en mijn moeder ben gaan varen. In 1989 ben ik gehuwd en heb ik mijn eigen schip gekocht, een drogeladingschip van 38 meter. Daarmee ben ik in België, Duitsland, Nederland en Frankrijk gaan varen. We gingen toen tot het zuiden van Frankrijk. Met dat schip heb ik ongeveer twaalf jaar gevaren. De schippersbeurs bestond toen nog. Daarna kocht ik een kempenaar van 50 meter. Het laatste schip was er een van 80 meter. Ondertussen was mijn zoon ook zelf gaan varen en hij heeft het schip overgenomen. Hij heeft een Rijnpatent. Dat heb ik nooit gehad”, vertelt Kwick.
Uitbollen
Op zijn 60e dacht Kwick aan uitbollen. “Vijf jaar geleden werd ik zestig en wou ik het wat kalmer aan doen. Ik zag dat ze bij De Wit een kapitein zochten voor de waterboot en ben daarop gesprongen. We zijn dan aan de wal gegaan. Ik werk van 8.00 uur tot 17.00 uur op de waterboot van maandag tot vrijdag. Ik vaar rond met de waterboot op rechteroever en schippers kunnen bellen om water te komen leveren. Ik ben alleen aan boord en soms zijn het drukke dagen. De grotere schepen nemen 12 à 15 m² water aan boord. Soms gaat het om een paar m³. Mijn vrouw werkt ondertussen op de Waterbus. We hebben altijd graag gevaren en het water blijft ons aantrekken. Mijn grootouders waren ook schippers en de schoonouders van mijn zoon varen ook.”
Na vijf jaar met de waterboot gevaren te hebben gaat hij met pensioen. Wat hij daarna gaat doen, weet hij nog niet. “Donderdag 9 juni is mijn laatste werkdag. Ze mogen me altijd bellen als ze iemand te kort hebben op de waterboot”, besluit hij.