Nederland en Vlaanderen delen meerkosten Nieuwe Sluis Terneuzen
De in augustus 2023 gemelde meerkosten voor de Nieuwe Sluis Terneuzen zijn uiteindelijk begroot op 95 miljoen euro, meldt de Nederlandse minister van Infrastructuur en Waterstaat. Vlaanderen en Nederland delen de kosten.
Het projectbudget van de Nieuwe Sluis is verhoogd met 95 miljoen euro, meldt het Nederlandse ministerie bij het vaststellen van het Mobiliteitsfonds voor het komende jaar. Dit betreft overschrijdingen in het budget in verband met vertragingen door PFAS, covid en het verwijderen van objecten in de grond. Voor een deel is er overeenstemming tussen Nederland en Vlaanderen. Vlaanderen levert 41,3 miljoen euro. De extra bijdrage vanuit Nederland is 32,7 miljoen euro.
Over het resterende deel zal nog overeenstemming moeten worden bereikt, de aannemer kan door met de realisatie. De Nieuwe Sluis Terneuzen is nu begroot op 1,2 miljard euro. De genoemde 95 miljoen euro is niet de eerste kostenoverschrijding van het grensoverschrijdende bouwproject. De initiële bouwsom bedroeg 935 miljoen euro. Vlaanderen betaalt ongeveer driekwart van dit bedrag, Nederland een vijfde en Europa de rest. De Nieuwe Sluis moet eind 2024 klaar zijn.
Focus op onderhoud
In de begroting van 2024 van Infrastructuur en Waterstaat staat in totaal bijna 15 miljard euro. Daarvan gaat bijna 1,7 miljard euro naar waterwerken als dijken, stuwen en keringen, meldt minister Harbers op Prinsjesdag, waarop traditioneel de rijksbegroting wordt gepresenteerd. Tien miljard euro gaat naar werken aan wegen, spoor en vaarwegen.
Volgens ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland is dit te weinig en kost dat de sector goederenvervoer 1,7 miljard euro op jaarbasis, meldt nieuwsplatform Logistiek. Naast de oplevering van de Nieuwe Sluis is de openstelling van de Blankenburgtunnel tussen Rotterdam en Europoort een belangrijke mijlpaal in 2024.
Deltacommissaris Peter Glas, aangesteld bij het ministerie in verband met klimaatverandering, roept op tempo te blijven maken en ook op termijn voldoende geld te reserveren voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. “Dat betekent scherpere keuzes over waar we wel en niet bouwen, waar we ruimte creëren om water op te slaan voor droge perioden en waar we ruimte reserveren voor toekomstige dijkversterkingen.”
Samenwerking over de grens
Ook de bodemerosie van de rivieren en de wisselingen in de waterstanden van de Rijn en Maas hebben aandacht nodig, aldus Glas in een persbericht van het ministerie. Volgens hem is er een grote behoefte aan meer internationale kennisuitwisseling om het gedrag van de rivieren te voorspellen, van bron tot monding. “De delta begint niet bij Lobith en Borgharen. We moeten de grensoverschrijdende samenwerking versterken.”