In Frankrijk is de vaudeville rond de Ecotaxe Poids Lourds uitgedraaid op een regelrecht fiasco, dat de Franse staat duur moet bekopen. Zelden is zo’n dossier door een regering zo slecht beheerd. Een staaltje van paniekvoetbal om U tegen te zeggen, waaruit men ook in België de lessen zou moeten trekken.
Het zou iets te gemakkelijk zijn om dit alles af te schilderen als alweer een voorbeeld van mismanagement door de socialistische Franse regering. In 2007, toen de Ecotaxe werd beslist, heerste een zeer groot consensus: de vrachtwagens zouden voor hun milieuschade betalen en de opbrengst zou gaan naar investeringen in de meer ‘groene’ transportmodi. En omdat die taks deugdzaam moest zijn zouden niet de vervoerders, maar de opdrachtgevers getroffen worden. Zij zouden immers dan vanzelf voor een ‘modal shift’ kiezen.
Maar tijdens het hele debat rond het doorrekenen van de Ecotaxe aan de verladers, bleek algauw dat deze helemaal niet aan een modal shift zouden beginnen. Zij zouden hun producten gewoon duurder maken… of hun vervoerders onder druk zetten om de taks te compenseren met een daling van hun tarieven. Het ecologisch effect van de Ecotaxe zou dus nihil worden.
En toen de infrastructuur voor het heffen en controleren van de Ecotaxe langs de wegen werd geïnstalleerd, werd het de publieke opinie ineens zichtbaar dat de taks er aan kwam. Voordien hadden enkel de goed geïnformeerde (grotere) bedrijven door dat de heffing een grote economische impact zou hebben. Nu schoten de kmo’s wakker, vooral in de perifere regio’s: hun producten zouden door de gestegen transportkosten minder competitief worden. Hun protest leidde uiteindelijk tot de afschaffing van de taks, zonder dat de Franse regering een ‘Plan B’ had.
De Ecotaxe was een slecht ‘goed idee’ gebleken. Waarom? Omdat de draagwijdte van de taks véél te groot was. Het maatschappelijk draagvlak bestaat om op de snelwegen en de expreswegen te betalen, of het nu een ‘péage’ is of een gebruiksheffing. Daarom kon de Duitse regering, bijvoorbeeld, de LKW Maut zonder groot politiek probleem invoeren en uitbreiden naar een enkele honderden kilometers 2x2 Bundestrassen.
Maar ook voor de kleinere wegen doen betalen, zoals men dat in Frankrijk wou doen, is voor velen een brug te ver. Temeer daar de infrastructuur en de systemen voor het innen van de taks duurder worden naarmate men het betrokken wegennet groter maakt. Hoe meer wegen, hoe groter de kosten en hoe proportioneel minder de fiscale inkomsten zijn. En hoe groter de economische kost voor de bedrijven.
Want – dat hebben de Franse bedrijven zelf ervaren – een ‘ecologische’ gebruiksheffing kan zware gevolgen hebben voor het concurrentievermogen van het bedrijfsleven. Sommige regeringen beseffen dat maar al te best. Twee Eurovignetlanden – Nederland en Denemarken – hebben bijvoorbeeld bewust van het rekeningrijden afstand genomen.
Sinds de gunning medio 2014 is er geen weg terug
België niet. Bij ons moet onze versie van de Ecotaxe Poids Lourds in de loop van 2016 ingevoerd worden. Dat is afgesproken tussen de drie gewesten. Ze hebben de ‘interregionale’ entiteit Viapass opgericht en de inning van de kilometerheffing voor vrachtwagens aan het consortium Sky-ways (T-systems/Strabag) medio 2014 gegund. Sinds die gunning is er geen weg terug.
De tarieven moeten nog door elk gewest afzonderlijk worden vastgelegd. Op welke wegen de heffing zal gelden, is niet helemaal duidelijk. Het Eurovignet geldt vandaag op de snelwegen en de hoofdwegen. Maar zal dat zo blijven? De verleiding is groot om alle wegen aan de heffing te onderwerpen, al was het maar om het aantal verkeersborden m.b.t. de heffing te kunnen beperken. Er is dringend opheldering nodig.
Er is beloofd dat de tarieven met de sector zullen besproken worden. Dat belooft een zeer heikele onderneming te worden. Zijn de tarieven laag om de economie niet al te veel te schaden, zullen de inningskosten proportioneel te hoog zijn en zal de taks eigenlijk voor niets dienen. Zijn ze hoog, dan zal het Belgische bedrijfsleven het nog zwaarder hebben dan nu en zullen de Belgische havens en distributiecentra aan competitiviteit moeten inboeten.
Dat besef is nog altijd niet bij iedereen doorgedrongen. Het Franse fiasco zou iedereen moeten wakker schudden. Het rekeningrijden wordt immers ‘in de loop van 2016’ ingevoerd. Dat is binnen één jaar, maximaal twee. Er is dus dringend werk aan de winkel.