Studenten Mirro en Sam twee enigen van Cenflumarin naar binnenvaart

Interview, Mensen
Bart Meyvis
Studenten Sam Van Dijck en Mirro De Roey
Studenten Sam Van Dijck en Mirro De Roey © Bart Meyvis

Mirro De Roey en Sam Van Dijck zijn in 2023 de enige Belgische studenten die rechtstreeks van de Antwerpse Scheepvaartschool (Cenflumarin) doorstromen naar de binnenvaart. Ondanks de vele drempels die zij op hun studiepad tegenkwamen, staan ze te popelen om  de sprong naar binnenvaartondernemer te wagen.

Hadden jullie al een voorgeschiedenis op het water of zijn jullie eerder toevallig aan de binnenvaartopleiding gestart?

Mirro: “Mijn vader is binnenschipper, maar Sams ouders hebben een boerderij.”

Sam: “Ik zeil al erg lang en was fan van Piet Piraat toen ik klein was (lacht) en ik wilde er echt mijn beroep van maken. Thuis hebben we een boerderij, maar mijn ouders hebben altijd achter mijn keuze gestaan. Het grote verschil is dat je altijd thuis bent wanneer je op een boerderij woont en werkt. Nu heb ik al periodes gehad dat ik acht weken weg was.”

Kan je aan de Scheepvaartschool meteen starten in het middelbaar onderwijs?

Sam: “Er is van alles aan het veranderen. Wij zitten zelf nog in het beroepsonderwijs, maar ondertussen zijn ze de opleiding aan het verschuiven naar het technisch onderwijs, om zo de doorstroming naar de Antwerp Maritime Academy soepeler te laten verlopen.”

Mirro: “We denken trouwens dat er op termijn een opleiding binnenvaart zal komen op de Hogere Zeevaartschool. Dat zou een doorstroming vanuit onze school mogelijk en interessant maken.”

Is het beroepsonderwijs dan te praktijkgericht?

Mirro: “Dat is net het probleem. De simulator is stuk en het opleidingsschip, de ‘Themis II’ wordt erg vaak ingezet voor havenrondvaarten waardoor wij er bijna geen gebruik van kunnen maken. Hij ligt ook nog eens aan de Londenbrug op rechteroever en onze school ligt op linkeroever, waardoor het voor ons niet eenvoudig is om snel even aan boord te komen.”

“Door over te schakelen naar een technische opleiding wil men de leerlingen nog meer op school houden, terwijl wij vinden dat je net het vak kan leren door het te doen aan boord van een schip. Het gaat trouwens niet alleen over de technische bekwaamheden. Je leert aan boord van een schip ook bijvoorbeeld samenleven met anderen, iets wat je niet op school kan leren. Je bent immers voor een paar weken op weg met je collega’s en leeft samen op een kleine oppervlakte.”

Als alles goed gaat stromen jullie later dit jaar maar met twee in België de binnenvaart in vanuit het secundair onderwijs. Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Mirro: “Vroeger ging je naar het binnenvaartloket een dienstboekje halen en je kon beginnen werken. Dat gaat allemaal niet meer.”

Sam: “De overheid wil dat nu meer naar het niveau van STCW brengen (het gaat hier over de regelgeving Standards of Training, Certification and Watchkeeping, die de veiligheid op een schip waarborgt, red.). Je moet dus al heel wat kennis hebben van veiligheid en basishandelingen vooraleer je nu met je dienstboekje aan de slag kan.”

Komen jullie makkelijk aan de vereiste vaartijd?

Mirro: “Ik vaar bijvoorbeeld met de ‘Vera Pax’ van Fabian De Wachter. Het heeft nog heel wat moeite gekost om die als Vlaamse student ingeschreven te krijgen. Het is al moeilijk om je vaartijd te halen en dan wordt het je nog moeilijker gemaakt in je eigen land.”

Sam: “Dit is ook een van de redenen waarom onze school het duaal leren opnieuw aan het afbouwen is. Normaal gesproken moet je bij duaal leren 60% van je schooltijd aan boord van een schip zijn. Je bent dan meer werknemer, terwijl je als stagiair meer een ‘meeloper’ bent.”

Mirro: “Als je een goede werkkracht wil opleiden, doe je er beter aan om dan te gaan voor het duaal leren. Je wordt echt voor de leeuwen gegooid. We werken op school met blokken. Zo zijn we soms vier weken op school en vervolgens zijn we enkele weken aan boord.”

Je kan ook aan de slag gaan in een job met korte shiften, bijvoorbeeld op de waterbus, bij de sleepdiensten of op een bunkerschip

Hoe hebben jullie de coronaperiode beleefd als binnenvaartstudent?

Mirro: “Je moest echt sterk in je schoenen staan toen. Ik was net zestien en ging meteen vijf weken aan boord werken van een schip. Dat was niet eenvoudig. Niet iedereen kan daar mee om. Zo heb ik wel een aantal studenten weten afhaken, wat wel jammer is, want er zijn nog zoveel andere functies in de binnenvaart dan werken als matroos op een drogeladingschip. Je hoeft niet altijd lang van huis te zijn of op de Rijn te varen. Je kan ook aan de slag gaan in een job met korte shiften, bijvoorbeeld op de waterbus, bij de sleepdiensten of op een bunkerschip.”

Sam: “Al die beproevingen en corona hebben we echt kunnen doorstaan door de passie die we beiden hebben voor het beroep.”

Kunnen jullie zelf bepalen waar je stage wil lopen?

Mirro: “Vanaf het vijfde jaar kan je aangeven waar je wil gaan varen. Kies je voor het ARA-gebied of wil je de Rijn of de Donau op. Ik heb ook al een jaar van Antwerpen naar Zeebrugge en terug gevaren. Er zijn maar een twintigtal schepen die een erkenning hebben om met stagiaires te mogen varen, dus heel veel keuze hebben we niet.”

Ik vind het fijn dat we op termijn echt zouden kunnen gaan voor het ondernemerschap

Waar zit die passie bij jullie?

Sam: “Het op het water zitten, de vrijheid en het lang van huis zijn, vind ik er fijn aan. Je zit niet in de dagelijkse sleur van negen tot vijf.”

Mirro: “Ik vind het fijn dat we op termijn echt zouden kunnen gaan voor het ondernemerschap. Vooral in de droge lading heb je ondernemers met een drie- of viertal schepen. Daar zijn grote investeringen mee gemoeid.”

Hoe kijken jullie naar autonome scheepvaart?

Mirro: “Ik denk dat autonoom varen goed is voor mensen die door beperkingen niet meer aan boord kunnen zitten. Matrozen zitten dan aan boord en de schipper vaart vanop afstand, eigenlijk vanuit zijn kantoor, met het schip. Hoe zit het dan met de hiërarchie aan boord? Er moet echt wel iemand aan boord zijn die zegt wat er moet gebeuren. Wie zal de mensen aansturen? Hoe zit het dan met ADN-certificering? Ik zie mezelf op dit moment niet in zo’n autonoom verhaal werken. Wij kiezen net voor de binnenvaart om onderweg en aan boord te zijn.”

Sam: “De charme van het beroep is weg als je vanachter een bureau een schip moet besturen. Op kleine kanalen, korte trajecten of het vervoer van vuilnis of bouwmaterialen lijkt het me wel handig. Het zou me echt verbazen mochten autonome schepen echt de Rijn op zouden varen of op drukke vaarwegen terecht zouden komen.”

Hoe lang duurt jullie schoolcarrière nu nog? 

Sam: “We hebben nog een stuurmanexamen. Als we dat tot een goed einde brengen, kunnen we eind mei afstuderen als volmatroos, volgens mijn dienstboekje. Een eigen schip hebben, lijkt me dan het hoogste haalbare, maar ik houd alle pistes open. Wie weet kom ik nog ooit bij een rederij terecht.”

Mirro: “En ik heb al voldoende dagen gevaren om af te studeren als eerste stuurman. Ik ga op mijn stageschip blijven werken. Ik zou erg graag evolueren naar zelfstandig schipper. Zelf vaar ik erg graag met koppelverbanden. Hierdoor gaan we vaak op kleinere rivieren en passen we maar net in de sluis. Dat vind ik het tofste en het spannendste. We kunnen tot in Constanza of zelfs tot in Oekraïne varen.”

Studenten Mirro en Sam twee enigen van Cenflumarin naar binnenvaart – Flows

Studenten Mirro en Sam twee enigen van Cenflumarin naar binnenvaart

Interview, Mensen
Bart Meyvis
Studenten Sam Van Dijck en Mirro De Roey
Studenten Sam Van Dijck en Mirro De Roey © Bart Meyvis

Mirro De Roey en Sam Van Dijck zijn in 2023 de enige Belgische studenten die rechtstreeks van de Antwerpse Scheepvaartschool (Cenflumarin) doorstromen naar de binnenvaart. Ondanks de vele drempels die zij op hun studiepad tegenkwamen, staan ze te popelen om  de sprong naar binnenvaartondernemer te wagen.

Hadden jullie al een voorgeschiedenis op het water of zijn jullie eerder toevallig aan de binnenvaartopleiding gestart?

Mirro: “Mijn vader is binnenschipper, maar Sams ouders hebben een boerderij.”

Sam: “Ik zeil al erg lang en was fan van Piet Piraat toen ik klein was (lacht) en ik wilde er echt mijn beroep van maken. Thuis hebben we een boerderij, maar mijn ouders hebben altijd achter mijn keuze gestaan. Het grote verschil is dat je altijd thuis bent wanneer je op een boerderij woont en werkt. Nu heb ik al periodes gehad dat ik acht weken weg was.”

Kan je aan de Scheepvaartschool meteen starten in het middelbaar onderwijs?

Sam: “Er is van alles aan het veranderen. Wij zitten zelf nog in het beroepsonderwijs, maar ondertussen zijn ze de opleiding aan het verschuiven naar het technisch onderwijs, om zo de doorstroming naar de Antwerp Maritime Academy soepeler te laten verlopen.”

Mirro: “We denken trouwens dat er op termijn een opleiding binnenvaart zal komen op de Hogere Zeevaartschool. Dat zou een doorstroming vanuit onze school mogelijk en interessant maken.”

Is het beroepsonderwijs dan te praktijkgericht?

Mirro: “Dat is net het probleem. De simulator is stuk en het opleidingsschip, de ‘Themis II’ wordt erg vaak ingezet voor havenrondvaarten waardoor wij er bijna geen gebruik van kunnen maken. Hij ligt ook nog eens aan de Londenbrug op rechteroever en onze school ligt op linkeroever, waardoor het voor ons niet eenvoudig is om snel even aan boord te komen.”

“Door over te schakelen naar een technische opleiding wil men de leerlingen nog meer op school houden, terwijl wij vinden dat je net het vak kan leren door het te doen aan boord van een schip. Het gaat trouwens niet alleen over de technische bekwaamheden. Je leert aan boord van een schip ook bijvoorbeeld samenleven met anderen, iets wat je niet op school kan leren. Je bent immers voor een paar weken op weg met je collega’s en leeft samen op een kleine oppervlakte.”

Als alles goed gaat stromen jullie later dit jaar maar met twee in België de binnenvaart in vanuit het secundair onderwijs. Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Mirro: “Vroeger ging je naar het binnenvaartloket een dienstboekje halen en je kon beginnen werken. Dat gaat allemaal niet meer.”

Sam: “De overheid wil dat nu meer naar het niveau van STCW brengen (het gaat hier over de regelgeving Standards of Training, Certification and Watchkeeping, die de veiligheid op een schip waarborgt, red.). Je moet dus al heel wat kennis hebben van veiligheid en basishandelingen vooraleer je nu met je dienstboekje aan de slag kan.”

Komen jullie makkelijk aan de vereiste vaartijd?

Mirro: “Ik vaar bijvoorbeeld met de ‘Vera Pax’ van Fabian De Wachter. Het heeft nog heel wat moeite gekost om die als Vlaamse student ingeschreven te krijgen. Het is al moeilijk om je vaartijd te halen en dan wordt het je nog moeilijker gemaakt in je eigen land.”

Sam: “Dit is ook een van de redenen waarom onze school het duaal leren opnieuw aan het afbouwen is. Normaal gesproken moet je bij duaal leren 60% van je schooltijd aan boord van een schip zijn. Je bent dan meer werknemer, terwijl je als stagiair meer een ‘meeloper’ bent.”

Mirro: “Als je een goede werkkracht wil opleiden, doe je er beter aan om dan te gaan voor het duaal leren. Je wordt echt voor de leeuwen gegooid. We werken op school met blokken. Zo zijn we soms vier weken op school en vervolgens zijn we enkele weken aan boord.”

Je kan ook aan de slag gaan in een job met korte shiften, bijvoorbeeld op de waterbus, bij de sleepdiensten of op een bunkerschip

Hoe hebben jullie de coronaperiode beleefd als binnenvaartstudent?

Mirro: “Je moest echt sterk in je schoenen staan toen. Ik was net zestien en ging meteen vijf weken aan boord werken van een schip. Dat was niet eenvoudig. Niet iedereen kan daar mee om. Zo heb ik wel een aantal studenten weten afhaken, wat wel jammer is, want er zijn nog zoveel andere functies in de binnenvaart dan werken als matroos op een drogeladingschip. Je hoeft niet altijd lang van huis te zijn of op de Rijn te varen. Je kan ook aan de slag gaan in een job met korte shiften, bijvoorbeeld op de waterbus, bij de sleepdiensten of op een bunkerschip.”

Sam: “Al die beproevingen en corona hebben we echt kunnen doorstaan door de passie die we beiden hebben voor het beroep.”

Kunnen jullie zelf bepalen waar je stage wil lopen?

Mirro: “Vanaf het vijfde jaar kan je aangeven waar je wil gaan varen. Kies je voor het ARA-gebied of wil je de Rijn of de Donau op. Ik heb ook al een jaar van Antwerpen naar Zeebrugge en terug gevaren. Er zijn maar een twintigtal schepen die een erkenning hebben om met stagiaires te mogen varen, dus heel veel keuze hebben we niet.”

Ik vind het fijn dat we op termijn echt zouden kunnen gaan voor het ondernemerschap

Waar zit die passie bij jullie?

Sam: “Het op het water zitten, de vrijheid en het lang van huis zijn, vind ik er fijn aan. Je zit niet in de dagelijkse sleur van negen tot vijf.”

Mirro: “Ik vind het fijn dat we op termijn echt zouden kunnen gaan voor het ondernemerschap. Vooral in de droge lading heb je ondernemers met een drie- of viertal schepen. Daar zijn grote investeringen mee gemoeid.”

Hoe kijken jullie naar autonome scheepvaart?

Mirro: “Ik denk dat autonoom varen goed is voor mensen die door beperkingen niet meer aan boord kunnen zitten. Matrozen zitten dan aan boord en de schipper vaart vanop afstand, eigenlijk vanuit zijn kantoor, met het schip. Hoe zit het dan met de hiërarchie aan boord? Er moet echt wel iemand aan boord zijn die zegt wat er moet gebeuren. Wie zal de mensen aansturen? Hoe zit het dan met ADN-certificering? Ik zie mezelf op dit moment niet in zo’n autonoom verhaal werken. Wij kiezen net voor de binnenvaart om onderweg en aan boord te zijn.”

Sam: “De charme van het beroep is weg als je vanachter een bureau een schip moet besturen. Op kleine kanalen, korte trajecten of het vervoer van vuilnis of bouwmaterialen lijkt het me wel handig. Het zou me echt verbazen mochten autonome schepen echt de Rijn op zouden varen of op drukke vaarwegen terecht zouden komen.”

Hoe lang duurt jullie schoolcarrière nu nog? 

Sam: “We hebben nog een stuurmanexamen. Als we dat tot een goed einde brengen, kunnen we eind mei afstuderen als volmatroos, volgens mijn dienstboekje. Een eigen schip hebben, lijkt me dan het hoogste haalbare, maar ik houd alle pistes open. Wie weet kom ik nog ooit bij een rederij terecht.”

Mirro: “En ik heb al voldoende dagen gevaren om af te studeren als eerste stuurman. Ik ga op mijn stageschip blijven werken. Ik zou erg graag evolueren naar zelfstandig schipper. Zelf vaar ik erg graag met koppelverbanden. Hierdoor gaan we vaak op kleinere rivieren en passen we maar net in de sluis. Dat vind ik het tofste en het spannendste. We kunnen tot in Constanza of zelfs tot in Oekraïne varen.”