Twaalf jaar als bouwkundig ingenieur actief in de haven van Antwerpen. Wat hield die job precies in?

Isabelle Mariën (IM): “Ik zat bij de afdeling Port Projects in het havenhuis. Wij stonden in voor voor het realiseren van de grote investeringsprojecten in de haven. Zelf was ik als bouwkundig ingenieur voornamelijk verantwoordelijk voor alle voortrajecten: uitwerken van projecten in planfase, gaande van vooronderzoek uitvoeren, studiebureaus aansturen, het ontwerp opmaken tot en met de aanbesteding. Zo ben ik nauw betrokken geweest bij bijvoorbeeld werven als: NextGen district (de voormalige Opelsite), de herontwikkeling van het Oosterweeleiland, Grondbalans haven van Antwerpen enzovoort. Ik zocht ook mee naar manieren om die werken op een duurzame manier uit te voeren.”

Wat deed u dan toch beslissen om uit te kijken naar een andere job?

IM: “Wat mij als persoon heel erg drijft, is het werken aan duurzame vertrouwensrelaties. Meer technisch in de diepte duiken is toch veel minder mijn ding dan dat ik oorspronkelijk dacht. Nu ik gestart ben bij Aertssen als businessdeveloper sta ik echt aan de voorkant van nieuwe projecten en ben ik de verbindende factor. Je kijkt hoe Aertssen een klant kan helpen en maximaal kan ontzorgen. Binnen Aertssen Infra krijg ik de kans om ook het duurzaam beleid verder uit te werken. We hebben bijvoorbeeld de certificering ‘CO2 prestatieladder niveau 4’ behaald. Daarmee engageren we ons om de CO2-impact blijvend verder terug te dringen en onze werven te verduurzamen. Hoe kunnen we brandstof besparen? Kunnen we machines op elektriciteit of op waterstof laten werken?”

Is het al een uitgemaakte zaak op welke energie werfmachines zullen werken in de toekomst?

IM: “Op dit moment is dat nog niet helemaal duidelijk. We testen nu bijvoorbeeld een waterstofkraan uit. Zo is het bijvoorbeeld niet makkelijk om waterstof te mogen tanken op een werf. We werken al een drietal jaar samen met Indaver voor de bouw van een elektrische kraan, die vast op het elektriciteitsnet is aangesloten. En we gaan verder testen met elektrische machines op batterijen. Hiervoor zijn een aantal vergunningen nodig die een en ander best complex maken. Die machines moeten opgeladen worden op de werf. Is het net hiervoor wel zwaar genoeg? Aertssen kiest resoluut om te innoveren in de bouwmachines.”

U gaat dus nu echt van een zeer technische omgeving naar een meer innovatieve sector? 

IM: “Het is best een stap geweest voor me om uit te kijken naar een andere job. Maar als bouwkundig ingenieur voelde ik me toch niet helemaal meer in mijn nopjes. Ik heb me een tijdje binnen het havenbedrijf kunnen ontfermen over de meer duurzame projecten: een duurzame beton ontwikkelen voor ECA bijvoorbeeld. Op die manier kon ik veel breder samenwerken met mensen, over afdelingen heen, buiten het bedrijf en verder weg van het niche- en pure ingenieurswerk. Dat sprak me veel meer aan. Ik haal heel veel voldoening uit mensen samenbrengen en kunnen verbinden.”

Aertssen is een van de familiebedrijven in de haven van Antwerpen. Merkt u daar nog iets van, nu er ondertussen toch heel veel mensen werken?

IM: “Zeker. Dat heeft zelfs mijn keuze voor Aertssen bepaald en is de reden geweest dat ik er ben gaan aankloppen. Je merkt zeer goed dat de mensen heel belangrijk zijn voor Aertssen. Er werken nu zo’n 1.800 mensen, maar toch zie je dat het familiale karakter er nog altijd is. Ondanks de snelle en grote groei van het bedrijf zit het familiegevoel er nog steeds diep geworteld.”

Twaalf jaar als bouwkundig ingenieur actief in de haven van Antwerpen. Wat hield die job precies in?

Isabelle Mariën (IM): “Ik zat bij de afdeling Port Projects in het havenhuis. Wij stonden in voor voor het realiseren van de grote investeringsprojecten in de haven. Zelf was ik als bouwkundig ingenieur voornamelijk verantwoordelijk voor alle voortrajecten: uitwerken van projecten in planfase, gaande van vooronderzoek uitvoeren, studiebureaus aansturen, het ontwerp opmaken tot en met de aanbesteding. Zo ben ik nauw betrokken geweest bij bijvoorbeeld werven als: NextGen district (de voormalige Opelsite), de herontwikkeling van het Oosterweeleiland, Grondbalans haven van Antwerpen enzovoort. Ik zocht ook mee naar manieren om die werken op een duurzame manier uit te voeren.”

Wat deed u dan toch beslissen om uit te kijken naar een andere job?

IM: “Wat mij als persoon heel erg drijft, is het werken aan duurzame vertrouwensrelaties. Meer technisch in de diepte duiken is toch veel minder mijn ding dan dat ik oorspronkelijk dacht. Nu ik gestart ben bij Aertssen als businessdeveloper sta ik echt aan de voorkant van nieuwe projecten en ben ik de verbindende factor. Je kijkt hoe Aertssen een klant kan helpen en maximaal kan ontzorgen. Binnen Aertssen Infra krijg ik de kans om ook het duurzaam beleid verder uit te werken. We hebben bijvoorbeeld de certificering ‘CO2 prestatieladder niveau 4’ behaald. Daarmee engageren we ons om de CO2-impact blijvend verder terug te dringen en onze werven te verduurzamen. Hoe kunnen we brandstof besparen? Kunnen we machines op elektriciteit of op waterstof laten werken?”

Is het al een uitgemaakte zaak op welke energie werfmachines zullen werken in de toekomst?

IM: “Op dit moment is dat nog niet helemaal duidelijk. We testen nu bijvoorbeeld een waterstofkraan uit. Zo is het bijvoorbeeld niet makkelijk om waterstof te mogen tanken op een werf. We werken al een drietal jaar samen met Indaver voor de bouw van een elektrische kraan, die vast op het elektriciteitsnet is aangesloten. En we gaan verder testen met elektrische machines op batterijen. Hiervoor zijn een aantal vergunningen nodig die een en ander best complex maken. Die machines moeten opgeladen worden op de werf. Is het net hiervoor wel zwaar genoeg? Aertssen kiest resoluut om te innoveren in de bouwmachines.”

U gaat dus nu echt van een zeer technische omgeving naar een meer innovatieve sector? 

IM: “Het is best een stap geweest voor me om uit te kijken naar een andere job. Maar als bouwkundig ingenieur voelde ik me toch niet helemaal meer in mijn nopjes. Ik heb me een tijdje binnen het havenbedrijf kunnen ontfermen over de meer duurzame projecten: een duurzame beton ontwikkelen voor ECA bijvoorbeeld. Op die manier kon ik veel breder samenwerken met mensen, over afdelingen heen, buiten het bedrijf en verder weg van het niche- en pure ingenieurswerk. Dat sprak me veel meer aan. Ik haal heel veel voldoening uit mensen samenbrengen en kunnen verbinden.”

Aertssen is een van de familiebedrijven in de haven van Antwerpen. Merkt u daar nog iets van, nu er ondertussen toch heel veel mensen werken?

IM: “Zeker. Dat heeft zelfs mijn keuze voor Aertssen bepaald en is de reden geweest dat ik er ben gaan aankloppen. Je merkt zeer goed dat de mensen heel belangrijk zijn voor Aertssen. Er werken nu zo’n 1.800 mensen, maar toch zie je dat het familiale karakter er nog altijd is. Ondanks de snelle en grote groei van het bedrijf zit het familiegevoel er nog steeds diep geworteld.”