Tijdens onze zomerreeks rond unieke plekken, komen we terecht bij het Franse kanaal van Saint-Quentin, dat de Somme en de Schelde verbindt. De unieke kettingsleepboot die er nog in dienst is om schepen door de tunnel te varen, gaat dit jaar definitief uit de vaart.
Bij Saint-Quentin in Frankrijk en niet ver van de bronnen van de Schelde ligt het kanaal van Saint-Quentin. Dat maakt een verbinding tussen de Somme en de Schelde. Hiervoor werden twee tunnels gegraven door de heuvels van Vermandois, in Tronquoy (1.098 meter lang) en in Riqueval (5.670 meter lang). Ze werden beide in 1810 ingehuldigd door Napoleon.
Ontworpen in de tijd dat binnenschepen nog getrokken werden door dieren en mensen, waren de tunnels ook niet voorzien van ventilatie. Met de komst van gemotoriseerde schepen in het midden van de 19e eeuw, riskeerden de bemanningen daarom in de tunnel te stikken. Dat probleem vroeg een dwingende oplossing, temeer daar het kanaal de enige waterweg was tussen het noorden en Parijs, met een intensieve scheepvaart vanwege de aanvoer van kolen uit de mijnen van Nord-Pas-de-Calais.
Sleepboot via ketting
In 1863 werd daarom een kettingsleepboot in dienst genomen: op de bodem werd een sterke ketting van bijna 8 kilometer afgezonken waarop de sleepboot zich moest voortbewegen. De sleepboot was uitgerust met een grote ankerlier en werd in eerste instantie in beweging gezet door een carrousel, die door paarden werd voortbewogen: de zogenaamde Rogaillot of Rougaillou.
Vanaf 1910 werd er een elektrische sleepboot in gebruik genomen. Een doortocht door de tunnel gaat met ongeveer 2,5 km/uur en duurt ongeveer twee uur, meldt Wikipedia.
Kanaal overbodig
Sinds 1965 heeft het parallel aangelegde Canal du Nord die waterweg overbodig gemaakt, zowel qua aanleg als qua omvang: dankzij de 91 meter lange sluizen kunnen twee achter elkaar afgemeerde binnenvaartschepen van 38 meter er gebruik van maken.
Aangezien een reis via het Canal du Nord minstens tien en een half uur bespaart in vergelijking met een reis via het Canal de Saint-Quentin, is het verkeer op het laatstgenoemde kanaal drastisch verminderd. Het scheepvaartverkeer kende een scherpe terugval van honderd schepen per dag tot een tiental. Vandaag passeren er voornamelijk plezierschepen en gemiddeld één vrachtschip per dag.
De elektrische sleepboot bleef wel werken en vierde in 2010 vrolijk zijn honderdjarige jubileum van onafgebroken dienst. Sinds 2013 en de stopzetting van de Mauvages-tunnelsleep op het Marne-Rijnkanaal was het zelfs de laatste sleep in Frankrijk.
Museum
In 2021 voerde Voies Navigables de France (VNF) binnenvaarttesten uit in de ondergrond om de uitstoot van stikstofdioxide en CO2 tijdens een overtocht te beoordelen. Door tussen elke boot een tot twee uur te laten verstrijken om de dampen te laten vervliegen, kwamen ze tot de conclusie dat ze het zonder sleepboot konden, zonder het huidige verkeer te hinderen.
Het einde van de Riqueval-sleep komt zo onherroepelijk nabij. VNF had ook twijfels qua betrouwbaarheid en zag bovendien op tegen de aanzienlijke onderhouds- en bedrijfskosten.
Bijgevolg zal de boot in 2023 uit de vaart worden genomen, maar de herinnering zal blijven bestaan in het sleepmuseum van Saint-Quentin. Dat wordt gerund door het VVV-kantoor, dat zich nu al ontfermt over de vorige sleepboot uit 1910: de ‘Ampère 1’.
Gastbijdrage van auteur Georges Janssens