De terugkeerplicht of ‘return home’-regel voor vrachtwagens uit het Europese mobiliteitspakket moet sociale dumping en oneerlijke concurrentie tegengaan en trad in voege op 21 februari 2022. De regel schrijft voor dat vrachtwagens om de acht weken moeten terugkeren naar het land waar ze ingeschreven zijn. Het aantal controles op de regel bleek tot nu toe vrij beperkt. De Europese Commissie bracht meer duidelijkheid over andere specificaties van de terugkeerplicht. Dat vernam de Spaanse transportfederatie Fenadismer. Een overzicht in vraag en antwoord.

Welke voertuigen vallen onder de regel?

Het gaat om alle wegvervoertuigen boven 2,5 ton waarvoor een vergunning nodig is. Uitgezonderd voertuigen voor niet-commercieel personenvervoer en voertuigen die niet sneller rijden dan 40 kilometer per uur.

Naar welke locatie moeten vrachtwagens terugkeren?

De plaats waarnaar een vrachtwagen om de acht weken moet terugkeren, is een van de exploitatiecentra van het transportbedrijf in het land waar de onderneming gevestigd is.

Hoe wordt de duur van de acht weken berekend?

De periode van acht weken gaat in om 00.00 uur op de dag nadat de vrachtwagen zijn vestigingsland heeft verlaten (als de vrachtwagen bijvoorbeeld op zondag om 16.00 uur vertrekt, begint de berekening van de acht weken om 00.00 uur op maandag). De periode van acht weken eindigt om middernacht op dezelfde dag van de achtste daaropvolgende week. De vrachtwagen moet vóór 23.59 uur op de dag waarop de berekening van de acht weken eindigt, weer in het centrum van vestiging zijn. Feestdagen en weekends (zaterdagen en zondagen inbegrepen) worden niet meegeteld als inleverdag.

Hoelang moet de vrachtwagen in de staat van vestiging blijven?

De nieuwe verordening geeft niet aan hoelang de vrachtwagen na de terugkeer van acht weken in de staat van vestiging moet blijven.

Hoe kan het bedrijf de terugkeer van de vrachtwagen bewijzen?

Bedrijven moeten bij een controle bewijzen dat zij hebben voldaan aan de verplichting om de vrachtwagen om de acht weken terug te brengen naar een exploitatiecentrum in hun land van vestiging. De controle daarop kan plaatsvinden tijdens wegcontroles of controles ter plaatse bij het bedrijf. Tachograafgegevens, vrachtbrieven of rijtijdenregisters kunnen dienen als bewijs dat aan de verplichting is voldaan.