Onder de coördinatie van de Belgische transportvakbond ACV-CSC Transcom verzamelden werkgevers- en werknemersorganisaties uit vijf Europese landen recent in Gent om zich te buigen over de implementatie van het Europese Mobility Package. Dat is een batterij van maatregelen die werden uitgerold om de eerlijke concurrentie binnen het Europese wegvervoer te bevorderen, waaronder de terugkeerplicht voor voertuigen om de 8 weken en de nieuwe cabotageregels met een ‘cooling off’-periode.

“Het doel van het Gentse seminarie was om de problemen in de uitvoering van het mobiliteitspakket te belichten”, zegt Roberto Parrillo van ACV-CSC Transcom. “Later volgen er nog bijeenkomsten in Krakau en Madrid en in de lente van 2024 volgt een slotconferentie.”

Het mobiliteitspakket introduceerde twee belangrijke principes in drie wettelijke bepalingen. “Enerzijds goede arbeidsomstandigheden en een uitgebouwde sociale bescherming voor chauffeurs garanderen, en anderzijds adequate voorwaarden voor ondernemingen en eerlijke concurrentie voor wegvervoerders. Dit alles met het oog op een soepele werking van de interne Europese markt. Rekening houdend met een aantal bepalingen van het mobiliteitspakket, die sterk aan elkaar gelinkt zijn, rijzen er een aantal vragen met betrekking tot hun implementatie en monitoring”, aldus Parrillo.

ERRU-systeem

Een van de belangrijke conclusies van het seminarie in Gent is dat het ontbreekt aan een degelijke informatie-uitwisseling bij vastgestelde overtredingen tussen de verschillende landen. “Het doel van het Europese register voor wegvervoer, het zogenaamde ERRU, is het verzamelen en bestraffen van alle overtredingen die worden begaan door Europese vervoerders. In sommige landen, waaronder België, werkt het ERRU-systeem niet of nauwelijks”, weet Parrillo.

Onmiddellijke inning

Hij geeft een voorbeeld. “Als bij een wegcontrole een bepaald aantal overtredingen worden vastgesteld, zoals een inbreuk op de terugkeerplicht voor chauffeurs en het voertuig, dan zullen politieagenten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving, boetes uitdelen. De boetes worden ingevoerd in het politiesysteem en daarmee is de kous af. In 90% van de gevallen kiezen bedrijven voor onmiddellijke inning. Bovenstaande overtredingen zijn niet opgenomen in het ERRU-systeem, maar zijn wel essentieel om concurrentievervalsing vast te stellen op de markt voor wegvervoer.”

Er moet ook gekeken worden naar de medeverantwoordelijkheid van verladers, zoals dat nu al bijvoorbeeld in Frankrijk en België gebeurt

Ook beroepsfederatie Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) nam deel aan het seminarie in Gent. TLV-directeur Lode Verkinderen ziet nog andere werkpunten. “Je moet ook voldoende controles en controleurs hebben om de naleving van regels af te dwingen. Daar ligt voor de nationale overheden een enorme verantwoordelijkheid. Naast het viseren van transportbedrijven moet er bovendien ook gekeken worden naar de medeverantwoordelijkheid van verladers, zoals dat nu al bijvoorbeeld in Frankrijk en België gebeurt.”

Een slotrapport van het project volgt pas in de lente. “Maar het is nu wel al duidelijk dat alle deelnemers voorstander zijn van een evenwichtige en eerlijke concurrentie, werkgevers- en werknemersorganisaties uit West- én Oost-Europa”, aldus Verkinderen.