Kevin Depuydt van Vloot naar nieuwe havenkapitein Oostende

Interview, Mensen
Roel Jacobus
Havenkapitein Kevin Depuydt van Haven Oostende
Havenkapitein Kevin Depuydt van Haven Oostende © Roel Jacobus

Na tien jaar als operations manager en chefloods bij overheidsrederij Vloot is Kevin Depuydt de nieuwe Oostendse havenkapitein. Als opvolger van Mario Calbert zal hij over de veiligheid waken en de ontwikkeling van de haven verder ondersteunen.

Sinds nieuwjaar heeft Haven Oostende een opvolger voor havenkapitein Mario Calbert, die in maart met pensioen gaat. De keuze viel op Kevin Depuydt (46). “Kapitein van een dynamische haven mogen zijn, is voor mij het summum van een loopbaan”, zegt de geboren en getogen inwoner van de landelijke gemeente Koekelare.

Aanvankelijk leek niets erop te wijzen dat de telg van een onderwijsfamilie iets met de scheepvaart te maken zou krijgen. “Vanuit mijn interesse voor wiskunde studeerde ik voor burgerlijk ingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB)”, vertelt Depuydt. “Omdat er tijdens de studies veel bij kwam kijken dat weinig met wiskundige uitdagingen te maken had, overtuigden vrienden van mijn ouders me om een nieuwe weg in te slaan: de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen.”

“Om te ontdekken of de scheepvaart wel echt iets voor mij was, ging ik in de drie tussenliggende maanden op een koopvaardijschip varen. De werkinhoud en de organisatie aan boord waren leerrijke en fascinerende ervaringen, die me met volle goesting deden starten. Bovendien ondervond ik als 22-jarige dat ook mijn 18-jarige klasgenoten bewust en gemotiveerd voor de scheepvaartopleiding kozen. Een dikke twintig jaar later ben ik nog altijd blij met mijn koerskeuze. Nochtans was het geen evidente studie: van onze 142 eerstejaars haalden we met slechts twaalf het einde. Daarvan gingen er na het afstuderen acht op zee en vier aan wal werken.”

Wereld afreizen

Al tijdens zijn master nautische wetenschappen dek, ging Depuydt vanaf 2001 varen. “Ik was officier op de tankers van Exmar en bij beide grote Belgische baggerfirma’s DEME en Jan De Nul. Toen mijn gezin verder uitbreidde, koos ik 2010 voor een job met minder lange periodes ver van huis. Gedurende drie jaar was ik ‘inspecteur dek’ bij de Scheepvaartinspectie. Vanuit de antenne in Oostende reisde ik als flagship state inspector de hele wereld af voor het controleren van schepen met de Belgische vlag. Als gewezen zeevarende, was het gezegde ‘gewezen stropers worden de beste boswachters’ af en toe wel eens van toepassing.”

Na drie jaar slaagde hij in de testen voor de Vlaamse overheidsrederij Vloot, onder de koepel van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK). “Ze hadden mijn manieren van werken leren kennen bij de inspectie van hun vaartuigen en ik kreeg de kans om chefloods te worden. Die functie werd later werd omgedoopt naar operations manager. Mijn taak omvatte het operationeel beheer van de vaartuigen met hun bemanning en alles wat daarbij komt kijken. Dat was een uiteenlopend takenpakket voor dienstverlening aan de klanten, steeds voldoende bemanning – een 280-tal mensen – vinden, de schepen technisch en logistiek in orde houden en met de vakbond overleggen.”

Niet achter bureau

Van de Scheepvaartinspectie was het slechts 300 meter verhuizen naar het kantoor van Vloot in Oostende. Begin januari maakte Depuydt opnieuw een overstap in dezelfde buurt. “Door het nakende pensioen van kapitein Mario Calbert werd bij Haven Oostende de functie van havenkapitein vacant. De jongste jaren maakte ik vanop de eerste rij de heropleving van deze haven mee en het leek me het summum van een kapiteinsloopbaan om daaraan te mogen meewerken. Om te illustreren hoe hoog ik deze uitdaging inschat: hiervoor liet ik mijn statutaire benoeming bij Vloot achter. Toch verliet ik Vloot in een goede verstandhouding, bij vragen mogen ze nog steeds bellen.”

In Haven Oostende lopen Depuydt en Calbert drie maanden samen. “Mario heeft een schat aan ervaring om te delen. Daarna is het aan mij om de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en beveiliging van de haven te dragen. Hiervoor beschikken we over een team van een twintigtal mensen voor onder meer het bedienen van de sluizen en port control. Het is een zegen dat ik zelf veel op het terrein kan gaan, want een job louter achter een bureau is niks voor mij.”

Kmo met slagkracht multinational

Daarnaast is Depuydt lid van het directieteam. “Zo kan ik direct helpen bij het ondersteunen van de maritieme activiteiten. Deze haven werkt als een kmo, met korte beslissingslijnen en weinig tussenniveaus in de organisatie, maar tegelijk met de slagkracht van een multinational. Daardoor kunnen we snel en flexibel inspelen op vragen van bestaande klanten en nieuwe opportuniteiten. Elk van ons heeft zijn taak maar die zijn allemaal nauw met elkaar verbonden voor hetzelfde doel: veilige scheepvaart ten dienste van duurzame economische ontwikkeling.”

Zijn professionele gedrevenheid en zijn gezin vullen de agenda helemaal, zodat er weinig tijd voor hobby’s overblijft. Het rijke scheepvaartleven biedt echter voldoende afwisseling en sociale contacten. “In de ‘kleine’ maritieme wereld kom ik bijvoorbeeld de afgestudeerden van destijds op allerhande locaties en in allerlei functies opnieuw tegen.”

Kevin Depuydt van Vloot naar nieuwe havenkapitein Oostende – Flows

Kevin Depuydt van Vloot naar nieuwe havenkapitein Oostende

Interview, Mensen
Roel Jacobus
Havenkapitein Kevin Depuydt van Haven Oostende
Havenkapitein Kevin Depuydt van Haven Oostende © Roel Jacobus

Na tien jaar als operations manager en chefloods bij overheidsrederij Vloot is Kevin Depuydt de nieuwe Oostendse havenkapitein. Als opvolger van Mario Calbert zal hij over de veiligheid waken en de ontwikkeling van de haven verder ondersteunen.

Sinds nieuwjaar heeft Haven Oostende een opvolger voor havenkapitein Mario Calbert, die in maart met pensioen gaat. De keuze viel op Kevin Depuydt (46). “Kapitein van een dynamische haven mogen zijn, is voor mij het summum van een loopbaan”, zegt de geboren en getogen inwoner van de landelijke gemeente Koekelare.

Aanvankelijk leek niets erop te wijzen dat de telg van een onderwijsfamilie iets met de scheepvaart te maken zou krijgen. “Vanuit mijn interesse voor wiskunde studeerde ik voor burgerlijk ingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB)”, vertelt Depuydt. “Omdat er tijdens de studies veel bij kwam kijken dat weinig met wiskundige uitdagingen te maken had, overtuigden vrienden van mijn ouders me om een nieuwe weg in te slaan: de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen.”

“Om te ontdekken of de scheepvaart wel echt iets voor mij was, ging ik in de drie tussenliggende maanden op een koopvaardijschip varen. De werkinhoud en de organisatie aan boord waren leerrijke en fascinerende ervaringen, die me met volle goesting deden starten. Bovendien ondervond ik als 22-jarige dat ook mijn 18-jarige klasgenoten bewust en gemotiveerd voor de scheepvaartopleiding kozen. Een dikke twintig jaar later ben ik nog altijd blij met mijn koerskeuze. Nochtans was het geen evidente studie: van onze 142 eerstejaars haalden we met slechts twaalf het einde. Daarvan gingen er na het afstuderen acht op zee en vier aan wal werken.”

Wereld afreizen

Al tijdens zijn master nautische wetenschappen dek, ging Depuydt vanaf 2001 varen. “Ik was officier op de tankers van Exmar en bij beide grote Belgische baggerfirma’s DEME en Jan De Nul. Toen mijn gezin verder uitbreidde, koos ik 2010 voor een job met minder lange periodes ver van huis. Gedurende drie jaar was ik ‘inspecteur dek’ bij de Scheepvaartinspectie. Vanuit de antenne in Oostende reisde ik als flagship state inspector de hele wereld af voor het controleren van schepen met de Belgische vlag. Als gewezen zeevarende, was het gezegde ‘gewezen stropers worden de beste boswachters’ af en toe wel eens van toepassing.”

Na drie jaar slaagde hij in de testen voor de Vlaamse overheidsrederij Vloot, onder de koepel van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK). “Ze hadden mijn manieren van werken leren kennen bij de inspectie van hun vaartuigen en ik kreeg de kans om chefloods te worden. Die functie werd later werd omgedoopt naar operations manager. Mijn taak omvatte het operationeel beheer van de vaartuigen met hun bemanning en alles wat daarbij komt kijken. Dat was een uiteenlopend takenpakket voor dienstverlening aan de klanten, steeds voldoende bemanning – een 280-tal mensen – vinden, de schepen technisch en logistiek in orde houden en met de vakbond overleggen.”

Niet achter bureau

Van de Scheepvaartinspectie was het slechts 300 meter verhuizen naar het kantoor van Vloot in Oostende. Begin januari maakte Depuydt opnieuw een overstap in dezelfde buurt. “Door het nakende pensioen van kapitein Mario Calbert werd bij Haven Oostende de functie van havenkapitein vacant. De jongste jaren maakte ik vanop de eerste rij de heropleving van deze haven mee en het leek me het summum van een kapiteinsloopbaan om daaraan te mogen meewerken. Om te illustreren hoe hoog ik deze uitdaging inschat: hiervoor liet ik mijn statutaire benoeming bij Vloot achter. Toch verliet ik Vloot in een goede verstandhouding, bij vragen mogen ze nog steeds bellen.”

In Haven Oostende lopen Depuydt en Calbert drie maanden samen. “Mario heeft een schat aan ervaring om te delen. Daarna is het aan mij om de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en beveiliging van de haven te dragen. Hiervoor beschikken we over een team van een twintigtal mensen voor onder meer het bedienen van de sluizen en port control. Het is een zegen dat ik zelf veel op het terrein kan gaan, want een job louter achter een bureau is niks voor mij.”

Kmo met slagkracht multinational

Daarnaast is Depuydt lid van het directieteam. “Zo kan ik direct helpen bij het ondersteunen van de maritieme activiteiten. Deze haven werkt als een kmo, met korte beslissingslijnen en weinig tussenniveaus in de organisatie, maar tegelijk met de slagkracht van een multinational. Daardoor kunnen we snel en flexibel inspelen op vragen van bestaande klanten en nieuwe opportuniteiten. Elk van ons heeft zijn taak maar die zijn allemaal nauw met elkaar verbonden voor hetzelfde doel: veilige scheepvaart ten dienste van duurzame economische ontwikkeling.”

Zijn professionele gedrevenheid en zijn gezin vullen de agenda helemaal, zodat er weinig tijd voor hobby’s overblijft. Het rijke scheepvaartleven biedt echter voldoende afwisseling en sociale contacten. “In de ‘kleine’ maritieme wereld kom ik bijvoorbeeld de afgestudeerden van destijds op allerhande locaties en in allerlei functies opnieuw tegen.”