Spinnen-expert Koen Van Keer over insecten die via haven binnenkomen

Interview, Mensen
Flowsredactie
Fumigatie doodt schimmels en insecten in ladingen Europees hout voor het Verre Oosten
Fumigatie doodt schimmels en insecten in ladingen Europees hout voor het Verre Oosten © Flows

Spinnen en schorpioenen – en insecten in het algemeen – duiken samen met allerlei planten vaak op als ongenode gasten op migratieroutes per boot, vliegtuig of (vracht)wagen. De klimaatverandering maakt het nog erger. Koen Van Keer is de spinnen-deskundige ofte ‘arachnoloog’ om ons wegwijs te maken in dit… spinachtige gebeuren.

Officieel is Koen Van Keer (54) archivaris bij het ‘Archief voor Nationale Bewegingen’. “Als hobby ben ik echter arachnoloog of spinnen-deskundige geworden en dit sinds mijn vierde (!) levensjaar. Zelf ben ik secretaris van ARABEL, een vereniging van ‘spinnen-experts’. In 2001 heb ik een boekje geschreven met de titel ‘In de herfst komen ze binnen’.”

“In 2008 heb ik nog een gids uitgegeven met de titel ‘Op spinnensafari’. Maar ik wil via deze weg vooral de nadruk leggen op de noodzaak van een meldpunt voor spinnen! Wij dringen echt aan op een meldpunt voor ingevoerde planten en dieren, maar door allerlei staatskundige en andere problemen hebben we daar geen gehoor voor gevonden. In ons land wordt hooguit aan symptoombestrijding gedaan”, aldus Van Keer.

Niet gevestigd

“Van de Zwarte Weduwe (Latrodectus) bijvoorbeeld zijn er vijfendertig soorten waarvan er reeds twee tot bij ons zijn doorgedrongen. In 1967 heeft men voor het eerst een Zwarte Weduwe waargenomen in… Tervuren. Dat was toen wereldnieuws! Tegenwoordig komen ze vooral voor bij oldtimers waar ze aan het onderstel van de wagen hun web maken. Die soorten zijn niet-agressief maar ze zijn wel potentieel gevaarlijk. In vijf procent van de gevallen kan het dodelijk aflopen voor de mens als die geen antiserum krijgt. Speciaal daarom heeft men onder toenmalig minister Joke Schauvliege in het Virga Jesse-ziekenhuis een voorraadje serum aangelegd. Wat daarmee gebeurd is, weet ik niet.”

Ook van de Zwerfspinnen (Phoneutria) zijn er twee soorten bij ons te vinden, de Braziliaanse en de Boliviaanse. Die worden hier af en toe ingevoerd en die zijn wél agressief. De Bananenspin (Heteropoda venatoria) kruipt heel snel en is reusachtig groot, maar ongevaarlijk. Wat betreft de Vogelspin, komen hier vier van de meer dan 1.000 soorten zo nu en dan voor, vroeger meer dan vandaag. “Met methylbromide vergassen is niet altijd de oplossing: zelfs na tweede vergassingsbeurten, bleken ze springlevend. Een derde keer gaan ze er wel aan.”

Veilig onderkomen

De Reuzensteatoda (Steatoda nobilis) komt uit de mediterrane streken. In Engeland is deze spin wel degelijk gevestigd en dat blijkt uit ‘hysterische reacties’ op het verschijnen ervan. In België is deze spin nog niet gevestigd. De kans bestaat evenwel dat ze zich hier zal bestendigen omdat ze aangevoerd wordt via de havens maar ook via vrachtvervoer. “Vorig jaar was er een oude brandweerwagen die op een vrachtschip was geladen en hier in de haven van Antwerpen voor verder transport klaarstond”, vertelt Van Keer.

“Bij controle stelde men vast dat er een heleboel Reuzensteatoda’s in de wagen een veilig onderkomen hadden gevonden. Het was in de zomer bij een bedrijf waarvan ik de naam niet ga vertellen. Of ik een rapport kon opstellen? Tja, in 98 % van de gevallen is er echt niets aan de hand. In 2 procent zou een beet kunnen leiden tot verwikkelingen zoals allergische reacties en misselijkheid. Daarom heb ik dat beschreven als een ‘miniem risico’.”

De Gele Spoorspin komt ook in de regio Antwerpen voor. “Zelf heb ik in 2007 een eerste geval geregistreerd, maar de soort moet hier al veel langer geweest zijn. Het is een mediterraan beestje met een lichaam van één centimeter, dat voorlopig vooral in Antwerpen en Brussel voorkomt.”

De Marmertrilspin (Holocnemus pluchei) is van oorsprong een mediterrane gast en is wellicht reeds lang ingevoerd. Pas de jongste tien, vijftien jaar is deze spin haar territorium beginnen uitbreiden. “En daarmee is ze “vestigend” geworden in gebouwen en direct daarbuiten. De verwante Grote Trilspin is zeker ingevoerd op het einde van de 19de eeuw en kennen we allemaal als gast in onze kelders en garages. Met andere woorden: hetzelfde kan gebeuren met de Marmertrilspin.”

Bij de mensen thuis

Van de Valse Wolfsspin waren er geen waarnemingen in 2008, 133 waarnemingen in 2019 en sindsdien werden er meer dan 2.000 meldingen gemaakt van deze spin, waarvan 800 waarnemingen alleen al in 2023. “Het is een spin met zowat 2 cm lichaamslengte, die geen web maakt maar jaagt. Zij zit bij de mensen thuis.”

De Grote Steatoda (Steatoda Grossa) wordt ook wel de ‘Antwerpse Zwarte Weduwe’ genoemd. “In de jaren vijftig kwam die spin nu en dan al voor, en vanaf 2008 is ze algemeen, eerst in Antwerpen, maar de laatste jaren verspreid over heel Vlaanderen! Zij is zwart of donkerbruin en heeft een vrij sterk gif… voor insecten. Het een nuttig beestje. In tegenstelling tot Brussel komen hier niet zoveel kakkerlakken voor, en dat is mogelijk het werk van deze Grote Steatoda. Ook de Grote Huisspin is in een ver verleden overigens vanuit grotten overgewaaid naar kelders waar ze nu vaak voorkomt.”

Schorpioen en Tijgermug

Schorpioenen komen meestal met passagiers mee, maar planten zich hier – voor zover geweten – niet voort. De Tijgermug is dan weer met het vliegtuig naar onze contreien gekomen. “In twee gevallen hebben die zich al weten voortplanten het voorbije jaar. Daarmee verhoogt het risico op verspreiding van bijvoorbeeld het dengue- en zikavirus”, aldus Van Keer.

De Marmertrilspin, de Valse Wolfspin, de Gele Spoorspin en de Ovale Dennenspringer (Macaroeris nidicolens) kennen een dubbele verspreiding. Ze worden gewoon geïmporteerd, maar daarnaast zijn ze door de opwarming van de aarde aan een noordelijke areaaluitbreiding bezig.

Meldpunt haven

“Mijn belangrijkste boodschap is dan ook dat een meldpunt echt aangewezen is”, zegt Koen Van Keer. “Dat zou op lange termijn heel wat besparen, ook ecologisch. Om allerlei redenen zijn federale, Vlaamse, Antwerpse en havenkringen het niet eens geraakt en schuiven ze de zaak steeds voor zich uit. In de rest van West-Europa loopt het gesmeerder. Met één of twee mensen kan je al heel veel bereiken in de havenzone.”

“Dit moet structureel gebeuren; men kan dat niet meer overlaten aan de goodwill van bedrijven en anderzijds aan amateurs die naar de haven trekken en die vrijblijvend adviezen verstrekken. Tot dusver gaat het teveel om symptoombestrijding achteraf. En dat gebeurt niet omdat havenbedrijven geen invoer van exotische dieren vastgesteld hebben, maar simpelweg uit angst. De bedrijfsleiders zitten in met de kostprijs van een stilstand”, zegt Van Keer.

Reactie

In een eerste reactie verklaart het Havenbedrijf hier eigenlijk geen bevoegdheid voor te hebben. “Wij zouden je graag helpen, maar eigenlijk moet je dat vragen aan heel het complex van afzonderlijke bedrijven”, klinkt het.

Bij Natuurpunt stelt Johan Baeten het ietwat genuanceerder. “Ik zou het willen breder trekken en niet zozeer beperken tot de haven alleen. Zo is de Zwarte Weduwe recentelijk niet meer in de haven gevonden, maar is ze wel opgedoken bij een scoutsgroep uit Hasselt, die in Italië was geweest. Ook oldtimers kunnen zowel per schip als over de weg aangevoerd worden.”

Auteur: Paul Verbraeken

Spinnen-expert Koen Van Keer over insecten die via haven binnenkomen – Flows

Spinnen-expert Koen Van Keer over insecten die via haven binnenkomen

Interview, Mensen
Flowsredactie
Fumigatie doodt schimmels en insecten in ladingen Europees hout voor het Verre Oosten
Fumigatie doodt schimmels en insecten in ladingen Europees hout voor het Verre Oosten © Flows

Spinnen en schorpioenen – en insecten in het algemeen – duiken samen met allerlei planten vaak op als ongenode gasten op migratieroutes per boot, vliegtuig of (vracht)wagen. De klimaatverandering maakt het nog erger. Koen Van Keer is de spinnen-deskundige ofte ‘arachnoloog’ om ons wegwijs te maken in dit… spinachtige gebeuren.

Officieel is Koen Van Keer (54) archivaris bij het ‘Archief voor Nationale Bewegingen’. “Als hobby ben ik echter arachnoloog of spinnen-deskundige geworden en dit sinds mijn vierde (!) levensjaar. Zelf ben ik secretaris van ARABEL, een vereniging van ‘spinnen-experts’. In 2001 heb ik een boekje geschreven met de titel ‘In de herfst komen ze binnen’.”

“In 2008 heb ik nog een gids uitgegeven met de titel ‘Op spinnensafari’. Maar ik wil via deze weg vooral de nadruk leggen op de noodzaak van een meldpunt voor spinnen! Wij dringen echt aan op een meldpunt voor ingevoerde planten en dieren, maar door allerlei staatskundige en andere problemen hebben we daar geen gehoor voor gevonden. In ons land wordt hooguit aan symptoombestrijding gedaan”, aldus Van Keer.

Niet gevestigd

“Van de Zwarte Weduwe (Latrodectus) bijvoorbeeld zijn er vijfendertig soorten waarvan er reeds twee tot bij ons zijn doorgedrongen. In 1967 heeft men voor het eerst een Zwarte Weduwe waargenomen in… Tervuren. Dat was toen wereldnieuws! Tegenwoordig komen ze vooral voor bij oldtimers waar ze aan het onderstel van de wagen hun web maken. Die soorten zijn niet-agressief maar ze zijn wel potentieel gevaarlijk. In vijf procent van de gevallen kan het dodelijk aflopen voor de mens als die geen antiserum krijgt. Speciaal daarom heeft men onder toenmalig minister Joke Schauvliege in het Virga Jesse-ziekenhuis een voorraadje serum aangelegd. Wat daarmee gebeurd is, weet ik niet.”

Ook van de Zwerfspinnen (Phoneutria) zijn er twee soorten bij ons te vinden, de Braziliaanse en de Boliviaanse. Die worden hier af en toe ingevoerd en die zijn wél agressief. De Bananenspin (Heteropoda venatoria) kruipt heel snel en is reusachtig groot, maar ongevaarlijk. Wat betreft de Vogelspin, komen hier vier van de meer dan 1.000 soorten zo nu en dan voor, vroeger meer dan vandaag. “Met methylbromide vergassen is niet altijd de oplossing: zelfs na tweede vergassingsbeurten, bleken ze springlevend. Een derde keer gaan ze er wel aan.”

Veilig onderkomen

De Reuzensteatoda (Steatoda nobilis) komt uit de mediterrane streken. In Engeland is deze spin wel degelijk gevestigd en dat blijkt uit ‘hysterische reacties’ op het verschijnen ervan. In België is deze spin nog niet gevestigd. De kans bestaat evenwel dat ze zich hier zal bestendigen omdat ze aangevoerd wordt via de havens maar ook via vrachtvervoer. “Vorig jaar was er een oude brandweerwagen die op een vrachtschip was geladen en hier in de haven van Antwerpen voor verder transport klaarstond”, vertelt Van Keer.

“Bij controle stelde men vast dat er een heleboel Reuzensteatoda’s in de wagen een veilig onderkomen hadden gevonden. Het was in de zomer bij een bedrijf waarvan ik de naam niet ga vertellen. Of ik een rapport kon opstellen? Tja, in 98 % van de gevallen is er echt niets aan de hand. In 2 procent zou een beet kunnen leiden tot verwikkelingen zoals allergische reacties en misselijkheid. Daarom heb ik dat beschreven als een ‘miniem risico’.”

De Gele Spoorspin komt ook in de regio Antwerpen voor. “Zelf heb ik in 2007 een eerste geval geregistreerd, maar de soort moet hier al veel langer geweest zijn. Het is een mediterraan beestje met een lichaam van één centimeter, dat voorlopig vooral in Antwerpen en Brussel voorkomt.”

De Marmertrilspin (Holocnemus pluchei) is van oorsprong een mediterrane gast en is wellicht reeds lang ingevoerd. Pas de jongste tien, vijftien jaar is deze spin haar territorium beginnen uitbreiden. “En daarmee is ze “vestigend” geworden in gebouwen en direct daarbuiten. De verwante Grote Trilspin is zeker ingevoerd op het einde van de 19de eeuw en kennen we allemaal als gast in onze kelders en garages. Met andere woorden: hetzelfde kan gebeuren met de Marmertrilspin.”

Bij de mensen thuis

Van de Valse Wolfsspin waren er geen waarnemingen in 2008, 133 waarnemingen in 2019 en sindsdien werden er meer dan 2.000 meldingen gemaakt van deze spin, waarvan 800 waarnemingen alleen al in 2023. “Het is een spin met zowat 2 cm lichaamslengte, die geen web maakt maar jaagt. Zij zit bij de mensen thuis.”

De Grote Steatoda (Steatoda Grossa) wordt ook wel de ‘Antwerpse Zwarte Weduwe’ genoemd. “In de jaren vijftig kwam die spin nu en dan al voor, en vanaf 2008 is ze algemeen, eerst in Antwerpen, maar de laatste jaren verspreid over heel Vlaanderen! Zij is zwart of donkerbruin en heeft een vrij sterk gif… voor insecten. Het een nuttig beestje. In tegenstelling tot Brussel komen hier niet zoveel kakkerlakken voor, en dat is mogelijk het werk van deze Grote Steatoda. Ook de Grote Huisspin is in een ver verleden overigens vanuit grotten overgewaaid naar kelders waar ze nu vaak voorkomt.”

Schorpioen en Tijgermug

Schorpioenen komen meestal met passagiers mee, maar planten zich hier – voor zover geweten – niet voort. De Tijgermug is dan weer met het vliegtuig naar onze contreien gekomen. “In twee gevallen hebben die zich al weten voortplanten het voorbije jaar. Daarmee verhoogt het risico op verspreiding van bijvoorbeeld het dengue- en zikavirus”, aldus Van Keer.

De Marmertrilspin, de Valse Wolfspin, de Gele Spoorspin en de Ovale Dennenspringer (Macaroeris nidicolens) kennen een dubbele verspreiding. Ze worden gewoon geïmporteerd, maar daarnaast zijn ze door de opwarming van de aarde aan een noordelijke areaaluitbreiding bezig.

Meldpunt haven

“Mijn belangrijkste boodschap is dan ook dat een meldpunt echt aangewezen is”, zegt Koen Van Keer. “Dat zou op lange termijn heel wat besparen, ook ecologisch. Om allerlei redenen zijn federale, Vlaamse, Antwerpse en havenkringen het niet eens geraakt en schuiven ze de zaak steeds voor zich uit. In de rest van West-Europa loopt het gesmeerder. Met één of twee mensen kan je al heel veel bereiken in de havenzone.”

“Dit moet structureel gebeuren; men kan dat niet meer overlaten aan de goodwill van bedrijven en anderzijds aan amateurs die naar de haven trekken en die vrijblijvend adviezen verstrekken. Tot dusver gaat het teveel om symptoombestrijding achteraf. En dat gebeurt niet omdat havenbedrijven geen invoer van exotische dieren vastgesteld hebben, maar simpelweg uit angst. De bedrijfsleiders zitten in met de kostprijs van een stilstand”, zegt Van Keer.

Reactie

In een eerste reactie verklaart het Havenbedrijf hier eigenlijk geen bevoegdheid voor te hebben. “Wij zouden je graag helpen, maar eigenlijk moet je dat vragen aan heel het complex van afzonderlijke bedrijven”, klinkt het.

Bij Natuurpunt stelt Johan Baeten het ietwat genuanceerder. “Ik zou het willen breder trekken en niet zozeer beperken tot de haven alleen. Zo is de Zwarte Weduwe recentelijk niet meer in de haven gevonden, maar is ze wel opgedoken bij een scoutsgroep uit Hasselt, die in Italië was geweest. Ook oldtimers kunnen zowel per schip als over de weg aangevoerd worden.”

Auteur: Paul Verbraeken