Haven Oostende voorziet zelf in faciliteiten voor stukgoedbehandeling
Haven Oostende mikt sinds deze zomer op het aantrekken van breakbulk. “Onze faciliteiten lopen nu al aardig vol met onder meer staal, hout en industriële onderdelen”. Een gesprek met CEO Dirk Declerck, ook te lezen in onze special ‘Magazine breakbulk’.
Eigen stouwerij gestart
Haven Oostende nam zelf het heft in handen. “Binnen de twee dagen gaf de raad van bestuur het mandaat om ofwel de aandelen van Nectar Cargo Handling Belgium over te nemen ofwel zelf een nieuw bedrijf te starten. Het werd de tweede optie: Oostendse Stuwadoor Services Compagnie (OSSCO). In een mum van tijd leverde ons team het huzarenstukje om de vergunning, erkenning, personeel, materiaal enzovoort te verwerven. Wij doen dit omdat we sterk in deze activiteiten geloven. OSSCO behandelt enerzijds breakbulk en ondersteunt anderzijds de wekelijkse dienst met estuaire vaart van PortConnect naar Zeebrugge en Antwerpen. De sterkte van de formule zit in het totaalaanbod van onze dochterbedrijven: de REBO-terminal, OSSCO en technisch dienstenbedrijf MultiTech.”
Havenarbeiders terug thuis
De start van het nieuwe segment breakbulk betekende ook het vinden van geschikte talenten. “OSSCO heeft twee medewerkers op de payroll: een terminalmanager met Antwerpse ervaring en een officemanager. Zij werken met havenarbeiders die tegen begin oktober al driehonderd shiften presteerden. Dat is significant meer dan in de periode van Nectar en zeker meer dan de voorheen nul prestaties in breakbulk. Het was voor ons ook geen probleem om mensen te vinden. Sinds het einde van de roroverbinding van Transeuropa Ferries in 2013 werkten de meeste Oostendse havenarbeiders in Zeebrugge. We vonden meteen kandidaten om opnieuw ‘thuis’ aan de slag te gaan.”
Loods loopt vol
Het segment lolo, bulk & projectcargo vormt een van de vijf pijlers van het strategische plan van Haven Oostende sinds 2019, naast blauwe economie, circulaire industrie, roro & cruises en visserij.
“Na vier maanden loopt het beter dan gebudgetteerd. We hadden al een staaltrafiek die voorheen via Vlissingen ging en ook de goederen voor de regionale industrie nemen toe. Tegen het jaareinde zal onze overdekte loods helemaal benut zijn. Verkijk je daarbij niet op de huidige werkloosheid bij het grootste Oostendse bedrijf Daikin Europe: dat is een cyclisch gegeven. Het gaat om een tijdelijk verminderde vraag naar vooral één afgewerkt product, met name de warmtepomp waarvoor in de toekomst het potentieel groot blijft. Ondertussen blijft de trafiek van onder meer vervangonderdelen voor Daikin Europe stabiel. Het bedrijf vierde onlangs zijn vijftigjarig bestaan en heeft een stevig fundament voor de lange termijn. Daarnaast is de offshorewindsector een belangrijke bron van stukgoed.”
Projectcargo en auto’s
Het vrijkomen van de REBO-terminal opende ook mogelijkheden voor projectcargo buiten de offshorewindsector. De Nijvelse machinebouwer Vigan verscheepte er bijvoorbeeld in april voor het eerst een zuigkraan voor bulkgoederen, bestemd voor de Deense hoofdstad Kopenhagen. Het gevaarte van 155 ton werd op de zwaarlastkade geassembleerd en in zijn geheel op een schip gehesen. “Ook bij dit project gaf de combinatie van de terminal, mensen, mobiele kraan en technische diensten de doorslag. Vigan was heel tevreden en we hopen op bijkomende opdrachten volgend jaar”, zegt Declerck.
Op de voormalige roroterminal naast het Vlotdok bevindt zich sinds deze zomer ook een opmerkelijk contingent rijdend stukgoed. “Aan de Japanse autofabrikant Totoya bieden we een oplossing voor de congestie op de autoterminals. Ons veilig afgesloten havengebied is prima geschikt voor het stallen van wagens. Oostende is weliswaar geen deepsea autohaven, dus worden de wagens met trucks aan- en afgevoerd.” 
