Uit de kwartaalcijfers van Port of Antwerp-Bruges springt de terugval van de roro-overslag van vervoermateriaal met 8,7% scherp naar voren. “Hierin speelde vooral de lagere overslag van tweedehandsauto’s (-52,5%) een rol, net als die van high & heavy (-25%), vrachtwagens (-23,9%) en nieuwe auto’s (-5,5%)”, meldt het havenbedrijf, met daarbij een verwijzing naar de aanhoudende congestie op de autoterminals.

Dat is uiteraard iets wat niet klopt: een haveninfrastructuur is gemaakt voor rotatie en niet voor slapende cargo

“Door die blijvende congestie is het voor ons niet evident werken”, bevestigt managing director Yves De Lariviere van Antwerp Euroterminal (AET). “Onder meer door de toegenomen dropsize en aanpassingen in de frequentie van de scheepsaanlopen, gaat de stockopbouw voor de export langer mee. Ook bij de import werken nieuwe automerken steeds vaker zonder dealers, waardoor die wagens op de terminal moeten wachten tot ze aan de eindklant geleverd worden. Daardoor blijft er veel meer volume op de terminal staan en neemt de doorstroming af. Dat is uiteraard iets wat niet klopt: een haveninfrastructuur is gemaakt voor rotatie en niet voor slapende cargo.”

Nieuw parkeergebouw meteen vol

Als dochterbedrijf van de groep Grimaldi is AET een grote speler in de export van tweedehandswagens. Hoe verklaart De Lariviere de terugval met meer dan de helft in dat segment? “Die daling is groot in vergelijking met het sterke eerste kwartaal van 2023. Deze dalende trend zien wij sinds vorige zomer. Door de twijfel van de Europese consument over de keuze en kostprijs van een nieuwe wagen, blijven er veel meer auto’s langer rijden. Tegelijk lijdt de export van tweedehandswagens naar Afrikaanse afzetmarkten, zowel door economische omstandigheden als door lokale onlusten.”

Het is voor een operator cruciaal dat er op zijn terminal bewegingsvrijheid is. “Wij zoeken met alle betrokken partijen naar manieren om de infrastructuur en de businessmodellen aan te passen. Wij bouwen alvast een tweede en derde parkeergebouw om tegen eind dit jaar 22.000 extra plaatsen te hebben. Het tweede gebouw namen we vorige week al voor de helft in gebruikt, compleet met camera’s, wifi en belijning. Die ruimte was meteen volzet.”

Autoverkoop volgt productie niet

“Ook bij ons veroorzaakt de congestie een minder vlotte rotatie”, zegt managing director Alain Guillemyn van International Car Operators (ICO). Dat is de grootste speler van het land voor nieuwe wagens, met terminals in Zeebrugge, Antwerpen en sinds eind december in Oostende. “De oorzaak is van de congestie is de terugval van de autoverkoop terwijl de productie volop blijft draaien. Daardoor worden nieuwe wagens sneller in de logistieke keten geplaatst dan ze die kunnen verlaten. Aldus hopen de voorraden zich op en is er soms te weinig plaats om te laden en lossen. Er is geen beterschap in zicht: volgens de cijfers van de Europese automobielfederatie (ACEA) werden in maart 2024 5,2% minder nieuwe wagens ingeschreven dan in maart vorig jaar.”

“Met een achteruitgang van 3,8% minder nieuwe wagens in het eerste kwartaal vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, deden wij het weliswaar iets beter dan de algemene trend van -5,5% in heel Port of Antwerp-Bruges. Wij kunnen werken met overflowterminals maar zelfs dat is onvoldoende. Daarnaast namen we andere maatregelen om de doorstroming optimaal te houden. Bijvoorbeeld wagens die voor export aankomen, moeten zoveel mogelijk al een boeking voor een vertrekkend schip hebben.”

Wachten op parkeertoren

Ook bij ICO is extra capaciteit welkom, hoe sneller hoe liever. Maar dat verloopt niet van een leien dakje, toont het voorbeeld van een parkeertoren die het bedrijf al jarenlang wil bouwen op een terrein van 5 hectare langs de Bastenakenkaai in Zeebrugge.

“Wij staan klaar om de eerste steen te leggen, maar dit project zit in een vergunningstraject van lange adem. Intussen kunnen we sinds de jaarwisseling voor een Toyota-dienst naar Engeland, ook gebruikmaken van de rorofaciliteiten in Haven Oostende, wat fantastisch is. Wij zijn heel dankbaar voor elke opportuniteit voor terminalruimte.”