OPINIE - “Schaarste autoschepen keerpunt voor vergroeningstoeslag”

Opinie, Scheepvaart
Roel Jacobus
Het door wind aangedreven vrachtschip 'Orcelle Wind'
Het door wind aangedreven vrachtschip ‘Orcelle Wind’ © Wallenius Wilhelmsen

Roro-operator Wallenius Wilhelmsen gebruikt het capaciteitstekort om 10% vergroeningskosten aan te rekenen. Doorbreekt de wet van vraag en aanbod eindelijk de vicieuze cirkel dat klanten wel groen denken maar daar niet extra voor willen betalen?

Wallenius Wilhelmsen verkondigde via het Noorse beursplatform een nieuw contract met een grote, niet bij naam genoemde constructeur van elektrische wagens. Dat contract loopt tot eind 2025 en omvat transport over zee en land van Azië naar Europa en Noord-Amerika. “De tarieven zijn in lijn met de huidige grote marktvraag ten opzichte van een gespannen aanbod”, zegt CCO Pia Synnerman.

Opvallend in het contract is een overeenkomst om biobrandstof te gebruiken én daarvoor te betalen. “Wij geven prioriteit aan klanten die onze inspanningen voor het reduceren van emissies in de supplychain delen. Consequent met onze doelstelling om stap voor stap te vergroenen, wensen wij dat het gebruik van duurzame brandstoffen in alle nieuwe contracten opgenomen wordt. Daarover spreken wij met zowel bestaande als nieuwe klanten.”

Milieu duur

Deze openlijke stellingname van een vooraanstaande roro-operator wijst op een keerpunt. Al tientallen jaren weten alle industriële sectoren en overheden hoe je technisch kunt vergroenen. Doorgaans vormt het grootste struikelblok de kostprijs. Ten eerste vraagt het overschakelen naar meer duurzaamheid vaak grote investeringen in nieuwe motoren en processen, het opschalen van hernieuwbare energiebronnen en het opzetten van verzekerde bevoorradingslijnen.

Ten tweede zijn er de hogere operationele kosten. Een minder vervuilend productieproces is doorgaans duurder dan de klassieke werkwijze. Zeker in de aanvangsfase wanneer er nog weinig concurrentiedruk op de aanbodprijzen is en wanneer de optimale efficiëntie nog niet bereikt werd.

Eigenbelang

Om die vicieuze cirkel te doorbreken, zijn fameuze koevoeten nodig. De Europese Unie effende het pad met opeenvolgende doelstellingen voor verduurzaming, op straffe van waanzinnig hoge boetes. Schiet Europa zich in de voet door strenger te zijn dan de rest van de wereld? Met betrekking tot kleine, concrete gevallen kan daarover gediscussieerd worden. Maar in de algemene geopolitiek loop je beter voorop dan dat je achterop hinkt.

De Europese automobielsector had die orders snel en goed begrepen. De strijd om het klimaat viel bij hen ook commercieel niet in dovemansoren. Een topfiguur van Mercedes-Benz sprak ons vier jaar geleden letterlijk over de bezorgdheid van het bedrijf voor het stijgen van de zeespiegel en afsmelten van de gletsjers: “Dit zal meer dan 20% van onze klanten treffen.” De (verplichte) overschakeling naar wagens op elektriciteit of waterstof betekent ook dat elke chauffeur ooit een nieuwe moet kopen: kassa kassa. Met dit welbegrepen eigenbelang van de automobielsector is niks mis, integendeel. Een vloot gaat pas vooruit als alle schepen – automerken, energieproducenten, transporteurs, overheid en maatschappij – er baat bij hebben.

10% toeslag

CEO Lasse Kristoffersen van Wallenius Wilhelmsen gaf uitleg bij de toeslag in een interview met ShippingWatch: “Klanten die bij ons aan boord willen blijven, moeten actief in onze energietransitie meestappen. Nu de meeste autoschepen op volle capaciteit bezet zijn, kunnen wij dit als drukkingsmiddel gebruiken. Aan die klanten geven wij voorrang en we hebben er voldoende die daartoe bereid zijn. De anderen moeten even wachten, dit is al een aantal keren gebeurd.”

“De toeslag bedraagt 10%. Om een idee te geven: voor een grote klant kan dat jaarlijks over een bedrag gaan van 20 tot 40 miljoen dollar (18 tot 36 miljoen euro).” Dat zijn stevige bedragen die de klanten moeten ophoesten. Maar anderzijds kreunden de autocarriers jarenlang onder krappe marges, moesten ze de pandemielockdowns doorslikken en zijn nieuwe, groenere schepen zeer duur.

Point of no return

Mogelijk betekent dit een kantelpunt in de industrie. Diverse rederijen plaatsten orders voor tientallen bijkomende schepen en die zijn allemaal milieuvriendelijker dan de vorige generatie. Pas wanneer die de komende jaren in de vaart komen, zullen we echt zien of 2023 een point of no return was.

Zo zie je maar dat de échte drijfveer voor veranderingen altijd een zakelijk fundament moet hebben. Dixit de Amerikaanse president Bill Clinton met de legendarische oneliner: “It’s the economy, stupid!”

“Schaarste autoschepen keerpunt voor vergroeningstoeslag” – Flows

OPINIE - “Schaarste autoschepen keerpunt voor vergroeningstoeslag”

Opinie, Scheepvaart
Roel Jacobus
Het door wind aangedreven vrachtschip 'Orcelle Wind'
Het door wind aangedreven vrachtschip ‘Orcelle Wind’ © Wallenius Wilhelmsen

Roro-operator Wallenius Wilhelmsen gebruikt het capaciteitstekort om 10% vergroeningskosten aan te rekenen. Doorbreekt de wet van vraag en aanbod eindelijk de vicieuze cirkel dat klanten wel groen denken maar daar niet extra voor willen betalen?

Wallenius Wilhelmsen verkondigde via het Noorse beursplatform een nieuw contract met een grote, niet bij naam genoemde constructeur van elektrische wagens. Dat contract loopt tot eind 2025 en omvat transport over zee en land van Azië naar Europa en Noord-Amerika. “De tarieven zijn in lijn met de huidige grote marktvraag ten opzichte van een gespannen aanbod”, zegt CCO Pia Synnerman.

Opvallend in het contract is een overeenkomst om biobrandstof te gebruiken én daarvoor te betalen. “Wij geven prioriteit aan klanten die onze inspanningen voor het reduceren van emissies in de supplychain delen. Consequent met onze doelstelling om stap voor stap te vergroenen, wensen wij dat het gebruik van duurzame brandstoffen in alle nieuwe contracten opgenomen wordt. Daarover spreken wij met zowel bestaande als nieuwe klanten.”

Milieu duur

Deze openlijke stellingname van een vooraanstaande roro-operator wijst op een keerpunt. Al tientallen jaren weten alle industriële sectoren en overheden hoe je technisch kunt vergroenen. Doorgaans vormt het grootste struikelblok de kostprijs. Ten eerste vraagt het overschakelen naar meer duurzaamheid vaak grote investeringen in nieuwe motoren en processen, het opschalen van hernieuwbare energiebronnen en het opzetten van verzekerde bevoorradingslijnen.

Ten tweede zijn er de hogere operationele kosten. Een minder vervuilend productieproces is doorgaans duurder dan de klassieke werkwijze. Zeker in de aanvangsfase wanneer er nog weinig concurrentiedruk op de aanbodprijzen is en wanneer de optimale efficiëntie nog niet bereikt werd.

Eigenbelang

Om die vicieuze cirkel te doorbreken, zijn fameuze koevoeten nodig. De Europese Unie effende het pad met opeenvolgende doelstellingen voor verduurzaming, op straffe van waanzinnig hoge boetes. Schiet Europa zich in de voet door strenger te zijn dan de rest van de wereld? Met betrekking tot kleine, concrete gevallen kan daarover gediscussieerd worden. Maar in de algemene geopolitiek loop je beter voorop dan dat je achterop hinkt.

De Europese automobielsector had die orders snel en goed begrepen. De strijd om het klimaat viel bij hen ook commercieel niet in dovemansoren. Een topfiguur van Mercedes-Benz sprak ons vier jaar geleden letterlijk over de bezorgdheid van het bedrijf voor het stijgen van de zeespiegel en afsmelten van de gletsjers: “Dit zal meer dan 20% van onze klanten treffen.” De (verplichte) overschakeling naar wagens op elektriciteit of waterstof betekent ook dat elke chauffeur ooit een nieuwe moet kopen: kassa kassa. Met dit welbegrepen eigenbelang van de automobielsector is niks mis, integendeel. Een vloot gaat pas vooruit als alle schepen – automerken, energieproducenten, transporteurs, overheid en maatschappij – er baat bij hebben.

10% toeslag

CEO Lasse Kristoffersen van Wallenius Wilhelmsen gaf uitleg bij de toeslag in een interview met ShippingWatch: “Klanten die bij ons aan boord willen blijven, moeten actief in onze energietransitie meestappen. Nu de meeste autoschepen op volle capaciteit bezet zijn, kunnen wij dit als drukkingsmiddel gebruiken. Aan die klanten geven wij voorrang en we hebben er voldoende die daartoe bereid zijn. De anderen moeten even wachten, dit is al een aantal keren gebeurd.”

“De toeslag bedraagt 10%. Om een idee te geven: voor een grote klant kan dat jaarlijks over een bedrag gaan van 20 tot 40 miljoen dollar (18 tot 36 miljoen euro).” Dat zijn stevige bedragen die de klanten moeten ophoesten. Maar anderzijds kreunden de autocarriers jarenlang onder krappe marges, moesten ze de pandemielockdowns doorslikken en zijn nieuwe, groenere schepen zeer duur.

Point of no return

Mogelijk betekent dit een kantelpunt in de industrie. Diverse rederijen plaatsten orders voor tientallen bijkomende schepen en die zijn allemaal milieuvriendelijker dan de vorige generatie. Pas wanneer die de komende jaren in de vaart komen, zullen we echt zien of 2023 een point of no return was.

Zo zie je maar dat de échte drijfveer voor veranderingen altijd een zakelijk fundament moet hebben. Dixit de Amerikaanse president Bill Clinton met de legendarische oneliner: “It’s the economy, stupid!”