Via de nieuwe sluizen van het Panamakanaal varen al tal van schepen met een capaciteit tot 15.500 teu tussen de Far East en de oostkust van Noord-Amerika. Hun diepgang kan in principe tot 16 meter oplopen, maar voor de transit door Panama geldt normaal een limiet van vijftig voet (15,24 meter).

Omwille van de uitzonderlijke droogte in Centraal-Amerika moet die diepgang beperkt worden. Volgens de Panama Canal Authority is er in de eerste vijf maanden van dit jaar 47% minder regen gevallen dan normaal. De maximale toegelaten diepgang werd dan ook al verlaagd tot 13,4 meter en de komende weken zal die nog verder aangepast worden tot 13,1 meter. Voor de panamaxschepen tot 5.000 teu die nog via de oude sluizen passeren, zal de maximale diepgang zelfs geleidelijk bijgesteld worden tot 11,7 meter.

Lossen

Het is overduidelijk dat de containerrederijen hun schepen die via Panama varen niet meer volledig kunnen vullen. Carriers die zoveel mogelijk containers willen meenemen, kunnen in Panamese havens als Manzanillo of Balboa wel een deel van hun lading lossen voor transhipment op feeders of zelfs spoor.

De kanaalauthoriteiten houden al rekening met een verdere verslechtering door het weerfenomeen El Nino, dat voor een lange periode van droog weer in Panama kan zorgen. Daarom wordt nu al de mogelijkheid geopperd om het aantal dagelijkse scheepspassages met 17% te verlagen. Per versassing vloeit immers zo’n 200 miljoen liter weg uit het centrale Gatunmeer naar zee.

Europees standpunt

Vanuit Europees standpunt bekeken kunnen de droogteproblemen in Panama voornamelijk problemen opleveren voor lijndiensten tussen Europa en de westkusten van Zuid- en Noord-Amerika. De problemen voor de carriers zijn het grootst in de trade tussen de Far East en de oostkust van de Verenigde Staten, al is de ingezette scheepscapaciteit tussen het Verre Oosten en Noord-Amerika volgens de Franse databank Alphaliner momenteel wel ruim 23% lager dan een jaar geleden.