Boskalis vordert pak meer geld voor lostrekken ‘Ever Given’

Nieuws, Scheepvaart
Philippe Van Dijck
De 'Ever Given' (20.388 teu) blokkeert het Suezkanaal
De ‘Ever Given’ (20.388 teu) blokkeert het Suezkanaal © Instagram / Julianne Cona

Op 24 maart 2021 blokkeerde de ‘Ever Given’ het Suezkanaal. Het schip kon na een week worden vlot getrokken met behulp van twee grote slepers van Smit Salvage, onderdeel van Boskalis. Boskalis is nu van mening dat ze recht hebben op een grotere vergoeding.

Het blijft claims regenen rond het incident met de ‘Ever Given’ in het Suezkanaal. De Japanse rederij en uitbater Evergreen betaalde al een grote som geld aan de Egyptische overheid ter compensatie van een week gemiste inkomsten. Nu komt daar nog een bijkomende vordering bovenop van Boskalis voor de inzet van zijn twee zeeslepers ‘ALP Guard’ en ‘Carlo Mango’.

Resultaat + gevaarlijke situatie

De cruciale vraag waarover de Londense rechtbank zich zal moeten buigen, is of er sprake is van een voorafgaand contract tussen partijen. Beslist die van niet, dan gaat het wellicht om een geval van maritieme berging, waar uitzonderlijke regels op van toepassing zijn en die aanleiding geven tot een bijkomende vergoeding.

Om te vermijden dat schepen elkaar niet zouden helpen onderweg, is er al in 1910 een internationale afspraak gemaakt dat een rederij recht heeft op een vergoeding als het een hulpbehoevend schip ter hulp schiet. Daarvoor moeten wel enkele voorwaarden voldaan zijn, waarvan de bekendste de ‘no cure no pay’-voorwaarde is. Dat betekent dat er alleen een vergoeding verschuldigd is als het gewenste resultaat werd bereikt dankzij de hulp van het andere schip.

Daarnaast moet er ook sprake zijn van een gevaarlijke situatie en mag er ook geen andere voorafgaande afspraak bestaan tussen de beide schepen. Deze laatste voorwaarde staat vaak ter discussie wanneer er gesleept moet worden omdat rederijen vaak algemene sleepcontracten afsluiten.

Juridisch steekspel

Ook in dit geval draait de betwisting rond het al dan niet bestaan van een contract met vaste tarieven. Boskalis meent dat de reddingsactie verder ging dan de afspraken die tussen partijen gemaakt werden. Volgens Boskalis was de operatie veel gevaarlijker dan een standaard sleepactie omdat de twee zeeslepers onder de ‘Ever Given’ dreigden terecht te komen. Het bedrijf zou een bijkomende vordering hebben ingesteld voor ongeveer 33 miljoen euro.

Aan de andere kant meent Evergreen dat het vooral de sleepboten waren van de Suez Canal Authority die het werk geleverd hebben in combinatie met het getij en het aanpassen van de ballastwatertanks. Ze beroepen zich daarom op de ‘no cure no pay’-voorwaarde en betwisten dat de hele actie extra gevaarlijk was voor de twee zeeslepers van Boskalis.

De rechtbank zal zich nu moeten buigen over de documenten om te bekijken of Boskalis recht heeft op een extra vergoeding als ‘berger’.

Boskalis vordert pak meer geld voor lostrekken ‘Ever Given’ – Flows

Boskalis vordert pak meer geld voor lostrekken ‘Ever Given’

Nieuws, Scheepvaart
Philippe Van Dijck
De 'Ever Given' (20.388 teu) blokkeert het Suezkanaal
De ‘Ever Given’ (20.388 teu) blokkeert het Suezkanaal © Instagram / Julianne Cona

Op 24 maart 2021 blokkeerde de ‘Ever Given’ het Suezkanaal. Het schip kon na een week worden vlot getrokken met behulp van twee grote slepers van Smit Salvage, onderdeel van Boskalis. Boskalis is nu van mening dat ze recht hebben op een grotere vergoeding.

Het blijft claims regenen rond het incident met de ‘Ever Given’ in het Suezkanaal. De Japanse rederij en uitbater Evergreen betaalde al een grote som geld aan de Egyptische overheid ter compensatie van een week gemiste inkomsten. Nu komt daar nog een bijkomende vordering bovenop van Boskalis voor de inzet van zijn twee zeeslepers ‘ALP Guard’ en ‘Carlo Mango’.

Resultaat + gevaarlijke situatie

De cruciale vraag waarover de Londense rechtbank zich zal moeten buigen, is of er sprake is van een voorafgaand contract tussen partijen. Beslist die van niet, dan gaat het wellicht om een geval van maritieme berging, waar uitzonderlijke regels op van toepassing zijn en die aanleiding geven tot een bijkomende vergoeding.

Om te vermijden dat schepen elkaar niet zouden helpen onderweg, is er al in 1910 een internationale afspraak gemaakt dat een rederij recht heeft op een vergoeding als het een hulpbehoevend schip ter hulp schiet. Daarvoor moeten wel enkele voorwaarden voldaan zijn, waarvan de bekendste de ‘no cure no pay’-voorwaarde is. Dat betekent dat er alleen een vergoeding verschuldigd is als het gewenste resultaat werd bereikt dankzij de hulp van het andere schip.

Daarnaast moet er ook sprake zijn van een gevaarlijke situatie en mag er ook geen andere voorafgaande afspraak bestaan tussen de beide schepen. Deze laatste voorwaarde staat vaak ter discussie wanneer er gesleept moet worden omdat rederijen vaak algemene sleepcontracten afsluiten.

Juridisch steekspel

Ook in dit geval draait de betwisting rond het al dan niet bestaan van een contract met vaste tarieven. Boskalis meent dat de reddingsactie verder ging dan de afspraken die tussen partijen gemaakt werden. Volgens Boskalis was de operatie veel gevaarlijker dan een standaard sleepactie omdat de twee zeeslepers onder de ‘Ever Given’ dreigden terecht te komen. Het bedrijf zou een bijkomende vordering hebben ingesteld voor ongeveer 33 miljoen euro.

Aan de andere kant meent Evergreen dat het vooral de sleepboten waren van de Suez Canal Authority die het werk geleverd hebben in combinatie met het getij en het aanpassen van de ballastwatertanks. Ze beroepen zich daarom op de ‘no cure no pay’-voorwaarde en betwisten dat de hele actie extra gevaarlijk was voor de twee zeeslepers van Boskalis.

De rechtbank zal zich nu moeten buigen over de documenten om te bekijken of Boskalis recht heeft op een extra vergoeding als ‘berger’.