Bouwondernemer Willy Naessens Industriebouw kende de afgelopen jaren een enorme groei in de bouw van logistieke gebouwen. Het realiseren van bouwprojecten wordt er nochtans niet makkelijker op. Zo is er alsmaar minder beschikbare grond, moet er naar duurzaam bouwen gekeken worden en zorgen een kwakkelende economie, PFAS en stikstofdiscussies voor enorme vertragingen.

“Halfweg de jaren 90 zijn we in de bouw van kleinere logistieke projecten gestapt”, zegt Ysebaert. “Ondertussen is zowat 65% van onze omzet logistiek gerelateerd en werken we voor grote ontwikkelaars zoals WDP, MG, Heylen, Weerts, GOODMAN en Prologis. Maar ook grote logistiekers als H.Essers, Katoen Natie, Van Moer en ODTH mogen we tot onze klantenkring rekenen. De laatste jaren bouwen we toch bijna zo’n 2 miljoen vierkante meter per jaar, verspreid over zeven landen.”

Op het vlak van transport heeft iedereen de mond vol van de modal shift. Zien jullie die transitie terug in jullie bouwprojecten?

“Wat havengerelateerde projecten betreft, zien we toch vooral een verschuiving naar het hinterland. De gronden in de havens zijn volgebouwd. Op dit moment zijn we heel actief in de as Antwerpen-Hasselt. We zien dus duidelijk dat trends, zoals een modal shift, ook hun weg vinden naar de bouwsector. Vroeger bouwden we vooral in de buurt van snelwegen, nu bouwen we alsmaar vaker in de buurt van water- en spoorwegen.”

De beschikbare ruimte wordt alsmaar kleiner. Hoe gaan jullie daar mee om?

“Er is in de Belgische bouwsector maar één groot probleem en dat is beschikbare bouwgrond. Hierdoor zien we een verschuiving naar meer hoogbouw. De prijs per vierkante meter is zodanig gestegen dat er zoveel mogelijk vierkante meters dienen gebouwd te worden op een beperkte ruimte. Zo gaan we onder andere voor Antwerp Euroterminal op Linkeroever een multi storage parkeergebouw zetten. De economie staat niet op zijn sterkst, vergunningen slepen lang aan en er is PFAS en stikstof, waardoor er zware vertragingen op heel wat dossiers zitten.”

Hoe kijken jullie naar 2024?

“2024 gaat een moeilijk jaar worden. Toch zien we de toekomst positief tegemoet. We hebben het geluk dat we op verschillende markten werken. Wij maken veelal gebruik van geprefabriceerde betonelementen waar we kleine (300 m²) en heel grote gebouwen mee optrekken. Willy (Naessens) zegt altijd: “We zijn groot geworden met de kleine KMO en die gaan we nooit laten vallen. We zullen dus altijd op twee snelheden blijven bouwen, enerzijds de grote mastodonten van grote logistieke wereldspelers en anderzijds de kleine gebouwen van de lokale KMO. Je mag trouwens niet vergeten: wie vandaag klein is, kan morgen heel groot zijn.”

Bouwondernemer Willy Naessens Industriebouw kende de afgelopen jaren een enorme groei in de bouw van logistieke gebouwen. Het realiseren van bouwprojecten wordt er nochtans niet makkelijker op. Zo is er alsmaar minder beschikbare grond, moet er naar duurzaam bouwen gekeken worden en zorgen een kwakkelende economie, PFAS en stikstofdiscussies voor enorme vertragingen.

“Halfweg de jaren 90 zijn we in de bouw van kleinere logistieke projecten gestapt”, zegt Ysebaert. “Ondertussen is zowat 65% van onze omzet logistiek gerelateerd en werken we voor grote ontwikkelaars zoals WDP, MG, Heylen, Weerts, GOODMAN en Prologis. Maar ook grote logistiekers als H.Essers, Katoen Natie, Van Moer en ODTH mogen we tot onze klantenkring rekenen. De laatste jaren bouwen we toch bijna zo’n 2 miljoen vierkante meter per jaar, verspreid over zeven landen.”

Op het vlak van transport heeft iedereen de mond vol van de modal shift. Zien jullie die transitie terug in jullie bouwprojecten?

“Wat havengerelateerde projecten betreft, zien we toch vooral een verschuiving naar het hinterland. De gronden in de havens zijn volgebouwd. Op dit moment zijn we heel actief in de as Antwerpen-Hasselt. We zien dus duidelijk dat trends, zoals een modal shift, ook hun weg vinden naar de bouwsector. Vroeger bouwden we vooral in de buurt van snelwegen, nu bouwen we alsmaar vaker in de buurt van water- en spoorwegen.”

De beschikbare ruimte wordt alsmaar kleiner. Hoe gaan jullie daar mee om?

“Er is in de Belgische bouwsector maar één groot probleem en dat is beschikbare bouwgrond. Hierdoor zien we een verschuiving naar meer hoogbouw. De prijs per vierkante meter is zodanig gestegen dat er zoveel mogelijk vierkante meters dienen gebouwd te worden op een beperkte ruimte. Zo gaan we onder andere voor Antwerp Euroterminal op Linkeroever een multi storage parkeergebouw zetten. De economie staat niet op zijn sterkst, vergunningen slepen lang aan en er is PFAS en stikstof, waardoor er zware vertragingen op heel wat dossiers zitten.”

Hoe kijken jullie naar 2024?

“2024 gaat een moeilijk jaar worden. Toch zien we de toekomst positief tegemoet. We hebben het geluk dat we op verschillende markten werken. Wij maken veelal gebruik van geprefabriceerde betonelementen waar we kleine (300 m²) en heel grote gebouwen mee optrekken. Willy (Naessens) zegt altijd: “We zijn groot geworden met de kleine KMO en die gaan we nooit laten vallen. We zullen dus altijd op twee snelheden blijven bouwen, enerzijds de grote mastodonten van grote logistieke wereldspelers en anderzijds de kleine gebouwen van de lokale KMO. Je mag trouwens niet vergeten: wie vandaag klein is, kan morgen heel groot zijn.”