Voorzitter Marc Adriansens van de Zeebrugse havenbedrijvenvereniging Apzi-Voka West-Vlaanderen opende de nieuwjaarsbijeenkomst met een boodschappenlijst voor de diverse overheidsniveaus. “Op Europees vlak treedt dit jaar het emissiehandelsysteem (ETS) in werking, waardoor de intercontinentale schepen die de Europese wateren invaren emissierechten moeten betalen. Uit berekeningen blijkt dat dit al snel op 1,5 miljoen euro per schip per jaar zal komen. Dit bedrag zal nog stijgen tot in 2027 de volledige heffing in werking is. Daarenboven is het van het Suezkanaal naar ons als noordelijke haven en terug vijftien dagen langer varen dan wanneer een schip Zuid-Europa aanlegt. We vragen voor dat nadeel een compensatie, die tijdens het pas gestarte Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie op tafel gelegd kan worden.”

“Voor België is de keuze van Europese invoerhaven belangrijk, bijvoorbeeld in het geval van de import van Chinese auto’s. Europa heft daarop 10% invoerrechten, waarvan 20% in het land van de import blijft. Vorig jaar bedroegen de invoerrechten op Chinese wagens in Zeebrugge 625 miljoen euro. Daarvan ging 125 miljoen euro naar de Belgische schatkist. We hopen dat een deel van dat geld gebruikt wordt om onze haven internationaal aantrekkelijk te maken, zodat ons land geen inkomsten misloopt.”

Federale modal shift

Adriansens noemde meteen concrete federale actiepunten voor het verhogen van de aantrekkelijkheid van Zeebrugge. “Aangezien de aanleg van het Schipdonkkanaal geschrapt is en het zeer moeilijk blijkt om de capaciteit van de Ringvaart rond Brugge te verhogen, zullen we voor de modal shift voornamelijk op het spoor moeten rekenen. We zijn ontgoocheld dat in 2023 van de 144 miljoen euro investeringen voor goederentransport op het Belgische spoornet, er maar 2 miljoen euro naar Zeebrugge ging. We hopen dat dit verbetert.”

“Daarnaast staat het sinds 1990 geldende systeem van vrijstelling door storting van bedrijfsvoorheffing op de ploegenarbeid ter discussie. We vragen aan de huidige en toekomstige federaal minister dat dit kan blijven bestaan.”

Vlaamse sluis

De grootste verzuchting van Apzi-Voka naar de Vlaamse regering is dat er na twintig jaar een definitief besluit over een tweede sluis naar de achterhaven komt. In zijn speech ná Adriansens stelde minister-president Jan Jambon (N-VA) zich garant om nog in deze legislatuur tot een “robuust projectbesluit en voorziening van budgetten” te komen. Jambon gaat daarmee in tegen de berichtgeving dat de voorgeschreven procedure met een openbaar onderzoek voor een goedgekeurd kaderprojectbesluit niet meer voor de verkiezingen op zondag 9 juni afgerond kan worden. Dit weekend reageerde Apzi-Voka West-Vlaanderen met de mededeling: “We verwelkomen het statement van de minister-president en zijn verheugd dat de Vlaamse regering nog deze legislatuur het studiewerk en besluitvorming zal afwerken. Op die manier kan de volgende Vlaamse regering de werken opstarten.”

Daarnaast vroeg Adriansens aan de Vlaamse regering om het vergunningenbeleid beter werkbaar te maken. Voka ontwikkelde een voorstel om de procedure te vereenvoudigen met één moment voor het publiek om bezwaren in te dienen. Adriansens herhaalde de oproep om binnen het project Kustvisie – om de kustregio tegen de zeespiegelstijging te beschermen – een verder zeewaartse uitbreiding van Zeebrugge op te nemen.

Port of Antwerp-Bruges

Aan Port of Antwerp-Bruges vraagt de Zeebrugse havengemeenschap om te blijven investeren. “Er is ons beloofd dat een verhouding 80-20 aangehouden zou worden. 2023 was geen goed jaar met 43 miljoen euro op de meer dan 300 miljoen euro die Port of Antwerp-Bruges investeerde. We zien op het terrein echter beterschap en hopen op een gezamenlijk beter 2024.”

Jacques Vandermeiren, CEO van Port of Antwerp-Bruges, ging daar in zijn repliek op in: “Er zitten inderdaad voor Zeebrugge en Antwerpen veel investeringsprojecten in de pijplijn. We geloven in de kracht van een fusiehaven met twee platformen, in goede en moeilijke tijden.”