Volg hier de Belgisch-Nederlandse Havendag 2023 live

Eventverslag, Havens
Koen Dejaeger
Het Havenhuis in Antwerpen
Het Havenhuis in Antwerpen © ProMedia

Welkom op de liveblog van de Belgisch-Nederlandse Havendag.

U kunt de Belgisch-Nederlandse Havendag ook live volgen via onderstaande link:

Einde liveblog.

16.45 uur

Kim van Dijk maakt een overzicht: “De overheid moet zorgen voor één beleid. We onthouden verder de standaardisering van de windparken en het durven om een gezamenlijke strategie uit te werken. Verder hebben we nog gehoord dat het sneller moet om de klimaatdoelstellingen van de EU te halen, maar we moeten het daarbij wel simpel houden. En als laatste, we zitten in een tijdperk van veranderingen, maar als het ergens zal gebeuren is het in deze regio.”

16.10 uur

Energietransitie: een gesprek tussen de twee grootste havens uit de Delta. CEO’s Allard Castelein (CEO Port of Rotterdam) en Jacques Vandermeiren (CEO Port of Antwerp-Bruges) gaan in duogesprek.

Jacques Vandermeiren en Allard Castelein
Jacques Vandermeiren en Allard Castelein

Vandermeiren: “Het Nederlandse staatsbezoek aan België vandaag onderstreept dat havens een cruciale rol zullen spelen in de energietransitie.”

Castelein: “Publiek-private samenwerking om waardeketens los te krijgen is noodzakelijk. Zowel de Belgische als Nederlandse partijen onderkennen dat het speelveld voor de partijen in Noordwest-Europa gelijk moet blijven. Een gemeenschappelijke agenda over de energietransitie is daarbij nodig om het los te trekken. De overheid zou hierin een grotere rol kunnen spelen door regels gelijk te trekken.”

“Wat is de definitie van groene waterstof? Dit verschilt land per land”, pikt Vandermeiren in. “Deze zaken moeten uitgesproken worden. Maar, wie doet het? Er zijn zwakke schakels in de keten. We worden zenuwachtig van de hoge ambities van de EU. Hoe realistisch zijn die? We moeten de energietransitie versnellen, maar hou het dan simpel. Dat geldt momenteel niet in Europa.”

Castelein maakte eerder bekend dat hij aftreedt als CEO van Port of Rotterdam. Boudewijn Siemons wordt aangesteld als interim chief executive officer. “De laatste tien jaar was een verandering van tijdperk, gecreëerd door een disruptieve omgeving”, vertelt hij. “Er zijn zo veel uitdagingen. Wat ik heb geleerd? Dat het een ongelooflijk lastig project is, maar je je nooit uit het lood mag laten slaan. Je moet volhardend blijven.”

Vandermeiren gaf Castelein een beeldje van een buildrager als geschenk. “Het is hét symbool van de werkkracht van de Antwerpse haven en het symbool van kwalitatieve havens in het algemeen.”

15.55 uur

Koning Willem-Alexander noemde North Sea Port onlangs hét goede voorbeeld van meer samenwerking tussen België en Nederland. Hoe gaat de fusiehaven om met grensoverschrijdende opgaves in de energietransitie? CEO Daan Schalck deelt zijn visie.

Daan Schalck
Daan Schalck

“Voor ons zijn elektrificatie, waterstof, CO2-reductie en circulariteit de belangrijkste thema’s. We hebben vooral veel vooruitgang geboekt in hoe we netwerken moeten bouwen. De vraag die speelt is: ‘hoe ga je de windparken verbinden met waterstof, en open netwerken uitbouwen?'”, zegt hij. “Een netwerk kan pas als je schaal hebt: geen elektrificatie zonder schaal, geen waterstof zonder schaal. We hadden nooit stappen op vlak van de energietransitie kunnen zetten zonder de schaal die we nu als samengevoegde haven hebben.”

“Onze reflex is nog altijd om te veel nationaal te denken”, merkt hij echter kritisch op. “We zouden veel verder staan als we eerst over de landsgrenzen heen kijken. Als je CO2-reductie wilt, is een pijpleiding dé oplossing. Dit zal op lange termijn voor grote volumes veel goedkoper zijn dan per schip.”

Netbeheerders Tennet en Elia zouden volgens Schalck ook nog beter moeten samenwerken. “We zijn een energie-eiland aan het uitbouwen. Dat moet zich verder vertalen in de nationale operatoren.”

15.45 uur

Nederland is voorzitter van de North Seas Energy Cooperation. De North Seas Energy Cooperation (NSEC) ondersteunt en faciliteert de ontwikkeling van de offshore netontwikkeling en het grote potentieel voor hernieuwbare energie in de regio. Dit is al lang een energieprioriteit voor de EU en de negen betrokken landen, waaronder België. Wat zijn de verwachtingen van deze organisatie?

Micky Adriaansens, de Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat
Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens
Micky Adriaansens, Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat neemt het woord. “De havens spelen een prominente rol in duurzaamheid. Heel belangrijk hierbij is het belang van infrastructuur. Het grensoverschrijdend vervoer en de opslag van CO2 is alvast een deel van de oplossing. Dat kunnen we doen via schepen, maar ook via pijpleidingen.”

“Er is een ontzettende drive in Europa om veel regels te maken. Maar we moeten daarbij wel in het oog houden wat dit betekent voor het havenbedrijfsleven en een gelijk speelveld behouden. Dat is super belangrijk. Hoe kunnen we meer ervaringen delen en projecten oppakken? Op die vragen zoeken we samen een antwoord. Ik zie ontzettend veel kansen.”

15.15 uur

Bedrijven investeren massaal in importterminals voor groene waterstof. De import van groene waterstof lijkt nu de enige oplossing om snel aan de groeiende vraag te voldoen, maar hoe zorgen we ervoor dat de Belgische en Nederlandse havens niet te afhankelijk worden van landen buiten Europa? CCO Tom Hautekiet van Port of Antwerp-Bruges neemt het woord.

Tom Hautekiet
Tom Hautekiet, CCO Port of Antwerp-Bruges

“De waterstofeconomie zal duidelijk deel uitmaken van onze energiemix. Als we de klimaatdoelstellingen van de EU willen halen moeten we op korte en op lange termijn werken. Op korte termijn is dat een koolstofarme economie creëren en inzetten op CCS.”

“Tussen 2030 en 2040 zullen we groene energie vooral moeten importeren”, gaat hij verder. “We hebben in België gewoonweg te weinig wind en zon beschikbaar. Er lopen projecten, maar die zijn ‘peanuts’. Er is meer nodig om de economie op gang te krijgen. We kijken onder meer naar samenwerkingen met Namibië, Marokko en Oman.”

Port of Antwerp-Bruges huisvest de tweede grootste chemische cluster ter wereld. “De uitdaging is hoe we die cluster hier kunnen houden”, zegt hij. Een van de bottlenecks: “Er is geen gelijk speelveld tussen Europa en Amerika”, zegt hij. “President Biden heeft een ‘bazooka’ uitgehaald aan budget om de economie te vergroenen. Dat is van een totaal andere grootorde dan de middelden die beschikbaar zijn in Europa. We spreken hier over 300 miljard dollar. In Europa gaat het ‘slechts’ om 800 miljoen euro. Onze industrie ondervindt dus een nadeel.”

Hautekiet zet de uitdagingen op een rijtje. “Voor alle rederijen moeten we goed inschatten naar welke brandstof zij overstappen en op welke termijn. We willen de positie van grote bunkerhaven vasthouden. Voor de industrie geldt dat we moeten zorgen voor 15 TWh (terawattuur), dat vraagt om investeringen.”

15.00 uur

North Sea Port heeft sinds begin deze maand een nieuwe bestuurder: Maarten den Dekker. Hij vervult de nieuwe rol van Chief Sustainability Officer (CSO). Met deze stap benadrukt de grensoverschrijdende haven nog meer de focus op duurzaamheid.

Maarten is sinds 1 juni 2023 aan de slag als CSO van North Sea Port. “Waarom kiest NSP voor deze nieuwe functie in het bestuur?”, stelt Wim De Vilder hem de vraag. “Duurzaamheid is een prominent onderdeel van NSP en is stevig verankerd in het bestuur. Als CSO zal ik me vooral focussen op de verduurzaming van de industrie, zoals de staal-, raffinage-, food- en chemische industrie. Er zijn heel veel kansen om samen de transitie te maken. Daarnaast bekijk ik hoe we de cluster kunnen versterken met nieuwe spelers die de transitie mee in gang kunnen zetten.”

“Er is nog voldoende ruimte beschikbaar om de transitie mogelijk te maken”, gaat hij verder. “Uiteraard kijken we ook op de lange termijn (2030) welke ruimte onze havens nodig zullen hebben. Op zes jaar tijd zullen we groene waterstoffabrieken bouwen, terminals om waterstof en ammoniak te importeren, hoogspanningsstations aanleggen, pijpleidingen om CO2 ter transporteren, enzovoort.”

Het gaat volgens den Dekker niet alleen om een klimaattransitie, maar ook om een grondstoffentransitie. “Die zal onze industrie serieus op de kop zetten. Hoe komen we af van onze fossiele brandstoffen? Dit zal veel van onze industrie vragen, maar daar kunnen we als haven een cruciale rol in spelen”, zegt hij.

Wat zijn den Dekker’s persoonlijke doelen? “Over zes jaar zullen we een CO2-reductie van onze industriecluster hebben bereikt met 40 tot 50 procent. Dat is ambitieus, maar ik geloof sterk dat we dit kunnen”, zegt hij. “We moeten de focus ook meer leggen op het achterland”, benadrukt hij. “We zullen stappen nemen op vlak van circulariteit en we streven naar een dynamische NSP, waar mensen met plezier willen werken.”

North Sea Port is de eerste haven die over de grenzen heen samenwerkt. Hoe kijkt de overheid naar deze samenwerking aan? “We zijn niet alleen vrienden, maar ook getrouwd”, grapt hij. “De fusie heeft een gigantische boost gegeven.”

Naast zijn bestuursfunctie bij North Sea Port is den Dekker ook directeur bij Smart Delta Resources. Bijt dat elkaar niet? “Ik denk dat dit elkaar juist versterkt. Haven en industrie hebben elkaar nodig om de transitie te maken.”

13.00 uur

Als onderdeel van het Nederlandse staatsbezoek aan België is bezochten het Nederlandse en Belgische koningspaar het Antwerpse Havenhuis. Ze werden er ontvangen door havenschepen en voorzitter van Port of Antwerp-Bruges Annick De Ridder en CEO Jacques Vandermeiren.

Koninklijk bezoek aan het Antwerpse Havenhuis
Koninklijk bezoek aan het Antwerpse Havenhuis

12.30 uur

Er wordt volop geïnvesteerd in windparken op zee voor de productie van de benodigde groene waterstof. Bieden onze zeehavens wel voldoende capaciteit om de installatiewerkzaamheden van nieuwe windparken en de reguliere onderhouds- en operatiewerkzaamheden te kunnen (blijven) faciliteren? We gaan erover in gesprek met CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).

“Je kunt waterstof op zee produceren nabij windmolenparken, maar je kunt die ook aan wal brengen en produceren in de havens”, zegt Declerck. “In Oostende wordt gewerkt aan de mogelijkheid om waterstof te kunnen bunkeren, voor kleinere schepen. Vandaag mogen we niet meer alleen naar onze havens kijken, maar moeten we kijken naar de energietransitie. Of dat nu productie op zee of op land is, we moeten beide toejuichen en ik denk ook dat het een en-enverhaal zal worden.”

Hoe moeten we omgaan met de kritiek op windmolenparken? “Je moet een voldoende groot draagvlak creëren”, zegt van der Lingen, “want anders lukt het niet. Je moet dus goed nadenken over de circulariteit van windmolenparken. In Duitsland recycleert men de bladen van windturbines, in Amerika worden ze begraven. Dat is in België en Nederland verboden. Veel beter is om te kijken of die kostbare grondstoffen die in de turbines verwerkt zijn, ook herbruikt kunnen worden.”

CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).
CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).

12.15 uur

Het bedrijf DEME is wereldleider op het vlak van beheer en bouw van windparken op zee. CEO van DEME Luc Vandenbulcke neemt ons mee in de visie van het bedrijf en de uitdagingen die er liggen voor de aanlanding van wind op zee. Tegen 2050 zou er 300 gigawatt aan windenergie beschikbaar moeten zijn, tegenover de 60 gigawatt die er vandaag al is.

“Investeringen in hernieuwbare energie zijn voor het eerst hoger dan in carbon energie”, aldus Vandenbulcke. “In Europa zijn we twintig jaar geleden begonnen met windenergie, en België en Nederland hebben daar een pioniersrol in gespeeld. De markt is zich nu sterk aan het internationaliseren: in Europa, maar ook in Azië (waarbij China onderbelicht wordt, maar zij doen veel in offshore) en ook de Verenigde Staten.” Die markt zal blijven groeien, met ook andere landen die offshore gaan implementeren, klinkt het.

“Daarop inspelen is ook niet zo evident”, waarschuwt Vandenbulcke. “Neem bijvoorbeeld de scheepsbouw in Europa: die is jarenlang verminderd, maar zou nu opnieuw opgebouwd moeten worden. Dat betekent dat er ten vroegste over 4 jaar een schip klaar zou kunnen zijn, als de beslissing nu wordt genomen.”

“Veel offshoreparken zijn projectgefinancierd, maar door de oplopende interest heeft dat een gigantische impact op het kostenplaatje”, zegt Vandenbulcke. “We zien in deze markt een zeer sterke groei, van 20% per jaar, en op zich zijn we daar meer dan tevreden mee, maar het vergt ook gigantische inspanningen om die groei te realiseren.”

Vandenbulcke snijdt ook het thema aan van de rol van de havens in de aanleg van installaties voor hernieuwbare energie. “Hoe meer je komt in gebieden waar er geen havens zijn, hoe meer je het belang van havens inziet”, benadrukt hij. “In de VS is de haveninfrastructuur totaal niet van die grootorde die we bij ons zien in Antwerpen, Rotterdam en Le Havre. Maar in de havens moeten turbines worden bekabeld, onderhoud gedaan worden enzovoort. Bij een minder goede haveninfrastructuur kan daar een bottle neck ontstaan.”

Vandenbulcke ziet drie future trends in offshorewind:

> Het eerste punt is de infrastructuur en het op grote schaal connecteren van offshore wind. “Ik ben daar behoorlijk optimistisch in”, zegt Vandenbulcke. “Daarbij is het idee van het ‘stopcontact op zee’ zeer belangrijk: het waait altijd wel ergens en dat is een van de oplossingen voor de keerzijde van offshorewind. Als we de turbines allemaal met elkaar kunnen verbinden, dan is dat een oplossing voor dit probleem. Energie-eilanden zien we als een van de zaken die de interconnectie en grid-infrastructuur van offshorewind zullen helpen bevorderen.”

> Een tweede punt is de plaatsing van offshore-installaties. “Hoe groot de zee ook is, de ondiepe plekken waar windmolenparken op vaste funderingen gedaan kunnen worden, beginnen uitgeput te geraken. Daardoor moet men veel dieper gaan, want vanaf 80 meter diep moet je met drijvende turbines werken.” Daarvoor zijn evenwel andere technieken vereist, andere schepen enzovoort. “Er zijn streken waar het niet anders kan, zoals Japan, Californië en de Middellandse Zee, maar daar hangt natuurlijk een ander prijskaartje aan vast.”

> Het derde punt is ‘Power to X’. “Dat betekent zoveel als het omzetten van groene elektriciteit in molecules zoals bijvoorbeeld voor waterstof. Hier moeten we kijken of dat wel economisch rendabel is, en dat is pas als er voldoende installaties zijn”, aldus Vandenbulcke.

“DEME is betrokken bij de aanleg van een op de drie offshoreparken, maar we moeten ook zeer ver in de toekomst kijken”, licht Vandenbulcke toe. “We moeten aandachtig blijven en de juiste keuzes blijven maken, zeker gezien de trends die op ons afkomen, zowel geografisch als wat betreft infrastructuur met diverse types van windmolenparken, maar ook de schepen enzovoort. De infrastructuur moet namelijk tientallen jaren meegaan.”

“Voor onze schepen – en dat zijn er wereldwijd een honderdtal – hebben we zeer sterk ingezet op lng en dat is de juiste keuze gebleken. Bepalen wat de volgende trend wordt, dat is voor ons even moeilijk als voor iedereen aanwezig in deze zaal. We zien mogelijkheden in e-lng en methanol; waterstof komt wellicht wat later. Maar ook daar wordt DEME geconfronteerd met dezelfde onzekerheid die we vandaag al hebben gehoord.”

Luc Vandenbulcke
Luc Vandenbulcke

11.45 uur

Er wordt miljarden geïnvesteerd in de haveninfrastructuur voor de energietransitie. Wat betekent dat voor de ondernemers in transport en logistiek? Welke keuzes moeten zij maken? We gaan erover in gesprek met Filip Van Hulle van VIL en Liesbeth Brügemann van Topsector Logistiek uit Nederland.

“We zetten op meerdere punten in. Zo hebben we al projecten gelanceerd rond waterstof om te bekijken of dat voordelig kan zijn voor logistieke bedrijven”, steekt Van Hulle van wal. “Helaas stellen we vast dat bedrijven vandaag door de bomen het bos niet meer zien. Men weet niet op welke technologie men moet inzetten. Een truck kun je afschrijven op 5 à 6 jaar, maar voor een binnenschip is dat enkele tientallen jaren. De bedrijven moeten dus duidelijk weten welke weg ze uitgaan.”

Maar wat zegt u dan als mensen aankloppen voor advies, vraagt dagvoorzitter Wim De Vilder. “Samen met bedrijven kijken we wat het interessantste is. Het is niet eenvoudig om te kiezen, maar we raden aan om in te zetten op verschillende middelen en dus te gaan voor een energiemix”, antwoordt Van Hulle.

“Bij DFDS kiezen we resoluut voor elektrische aandrijving voor ons transport”, klinkt het bij iemand uit het publiek van DFDS. “Het helpt dat er reglementering komt waarbij CO2-emissies bestraft worden. Het is een beetje een negatieve approach, maar het helpt wel. Het komt evenwel met een kost, dat kun je niet vermijden. In het geval van elektrificatie is dat bijna vier keer zoveel.”

“DFDS is ons welbekend en de aangehaalde punten komen ons zeker bekend voor”, aldus Van Hulle. “Ook de regelgeving van de overheid speelt nog niet altijd in op de uitdagingen, en aanpassingen aan het beleid gaan erg traag.”

“Het spreekt voor zich dat grotere bedrijven daar iets makkelijker mee kunnen omgaan dan kleine bedrijven. Belangrijk is dat je jezelf niet uit de markt prijst, door te gaan vergroenen”, aldus nog Van Hulle. “Ik zie een bedrijf met pakweg vijf vrachtwagens niet meteen voor een volledig groen vrachtwagenpark kiezen.”

10.30 uur

De haven geldt als startpunt voor de energietransitie. Maar is er wel voldoende ruimte voor de hele energie-infrastructuur? Waar moeten bijvoorbeeld de 380 kV-stations geplaatst worden? Hoe zit het met de aanlanding van windparken op zee? Hoeveel ruimte is er voor de benodigde uitbreidingen aan buis- en pijpleidingen en is er voldoende stroomcapaciteit? We gaan erover in gesprek met onder meer CEO Paul Dirix van Port of Moerdijk en CEO Koen Overtoom van Port of Amsterdam (foto), CEO Jeroen van den Ende van Port of Zwolle en Saartje Swinnen van essenscia.

Panelgesprek
Panelgesprek over ruimte voor de energie-infrastructuur

Overtoom zet meteen de toon: “Er is milieuruimte en fysieke ruimte. Bij waterstof bijvoorbeeld moeten we nu al rekening houden met de milieuruimte, ook al kost het nog geen fysieke ruimte. Dat komt pas over tien jaar. Wat wel zo is: als de schaarste groter wordt, wordt de bereidheid om samen te werken ook alleen maar groter.”

Van den Ende: “We moeten slim kijken naar waar we nog ruimte kunnen vinden in de haven, zonder direct uit te breiden. We zetten vooral in op groei met circulaire bedrijven. Bedrijven die niet aan die eisen voldoen (bijvoorbeeld fossiele bedrijven), zullen we niet zomaar uitfaseren. Daar is een mooie taak weggelegd voor het havenbedrijf. Een publiek-private samenwerking is essentieel.”

Swinnen: “We verbruiken veel energie en hebben veel uitstoot. Maar we opereren in een internationale markt en niet overal liggen de ambities even hoog. We moeten opletten dat we niet te snel en veel willen doen en daardoor niet meer competitief kunnen blijven. Veel technologie bestaat nog helemaal niet. We zouden graag sneller gaan, maar dat is technisch niet altijd haalbaar.’

Waar lopen de bedrijven het hardst tegenaan?, stelt De Vilder Swinnen de vraag. “De klimaat- en energietransitie is een bijzonder grote uitdaging. Voor ons is het duidelijk. Tegen 2050 gaan we voor klimaatneutraliteit”, vertelt ze. “Maar, we hebben tijd nodig. We mogen niet te snel te veel willen, waardoor we geen investeringen meer kunnen doen, ook buiten Europa. De kost van water en elektriciteit zal een grote rol spelen. Is het zelfs nodig om alles te elektrificeren? Dat zal afhangen van de infrastructuur.”

Dirix antwoordt op de vraag of stikstof verlammend werkt: “Het geeft inderdaad een extra uitdaging. Er worden in Noord-Brabant geen stikstofvergunningen meer afgegeven. Iedereen wacht op een oplossing, maar niets doen duurt heel lang. We kijken nu wat wel mogelijk is. We hebben goede hoop dat er de komende tijd mogelijkheden gevonden worden om zaken voor elkaar te krijgen. Niet alles staat stil.”

Swinnen liet weten zeer verheugd te zijn dat de Vlaamse regering in maart 2023 “eindelijk een stikstofakkoord heeft bereikt”.

10.15 uur
In haar toespraak pleit Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) voor meer rechtszekerheid en een betere procedure voor vergunningen. “De doorlooptijd voor vergunningen duurt veel te lang, en dat zet een rem op de groei van onze havens”, aldus Peeters.

“Door meer kennis en ondernemerschap zullen we al die uitdagingen het hoofd kunnen bieden, dus met meer, en niet met minder”, aldus de minister. “Minder consumptie, minder groei, minder vrijheid, daar gaan we het niet mee halen. We moeten inzetten op economische groei, om zo een antwoord te bieden op alle uitdagingen die op ons afkomen.”

“Ik ben zelf een grensgeval”, zegt Peeters, “maar een grens is geen barrière, wel een verbindend element. De bouw van de nieuwe sluis in Terneuzen is een voorbeeld van een katalysator van grensoverschrijdende samenwerking van North Sea Port. De grensverleggende fusie inspireerde ook andere havens, zoals Antwerpen en Zeebrugge. Samen bereik je meer, en samen kun je beter een antwoord formuleren op alle uitdagingen die op ons afkomen. Onze havens zijn ook de vestigingsplaats voor tal van bedrijven. Ze hebben een toegevoegde waarde van 12% van ons bbp, en meer dan 5% van de werkende bevolking in het Vlaams Gewest.”

Lydia Peeters
Lydia Peeters

De minister haalt drie speerpunten aan voor de havens:
1) zorgen voor een vlotte nautische toegankelijkheid;
2) multimodaliteit: richting spoor en binnenvaart;
3) energietransitie via klimaatvriendelijke processen, weg van de fossiele brandstoffen.

“Het is mijn overtuiging dat Vlaanderen en België nog meer moeten inzetten op groene alternatieven en op een duurzame modal shift. We moeten dan ook meer inzetten op samenwerking tussen onze landen. Ik denk daarbij aan het verminderen van de CO2-uitstoot, met als concreet project CCS (Carbon capture and storage, red.). Door gebruik te maken van de lege gasvelden in de Noordzee, kunnen we de CO2-wegwerken.”

Samenwerking is ook nodig om de regio’s weerbaar te maken in geval van extreme droogte en wateroverlast, gaat de minister voort. Ze verwijst ook naar het akkoord rond de estuaire vaart: “De juridische anomalie is weggewerkt door een mooie samenwerking en dat geeft ook zuurstof aan onze havens.”

“Samen kunnen Vlaanderen en Nederland de uitdagingen het hoofd bieden. Daarvoor zijn drie zaken nodig: rechtszekerheid, een vlot vergunningsbeleid en een snelle uitrolling van projecten”, besluit de minister.

10.10 uur

Jacques Vandermeiren van Port of Antwerp-Bruges onderstreept het belang van de havens als drijvende kracht achter de energietransitie. Hij haalt de geopolitieke spanningen aan en de gewijzigde rol van de havens. Vandermeiren verwijst naar het koninklijk bezoek dat vandaag Antwerpen aandoet, en naar de aanwezigheid van minister Lydia Peeters.

“Meer dan ooit is het samenwerken, voor iedereen: lokale overheden, provincies, regio’s, Vlaanderen, Nederland, maar ook op Europees vlak, want iedereen wordt geconfronteerd met dezelfde uitdagingen. We moeten structureel en duurzaam nieuwe businessmodellen ontdekken”, zegt Vandermeiren. “In de loop van de dag kunnen we tal van voorbeelden geven, maar er is bijvoorbeeld het project rond CO2 (Carbon Capture and Storage). Daar zijn we gestart met een ‘coalition of the willing’, die nu evolueert naar een ‘coalition of the capable’. Het gaat hier in dit geval specifiek om bedrijven die niet mochten samenwerken – wegens mogelijke kartelvorming – en die plots moeten samenwerken. Zoals bijvoorbeeld BASF en Exxon. De vraag is wie dat financiert, hoe dat in zijn werk gaat, enzovoort.

“Drie dingen zijn daar belangrijk: we moeten versnellen in de energietransitie (2030 nadert), het simpel houden en ook duurzaam. De discussie in België rond kernenergie is daar helaas geen mooi voorbeeld van”, besluit Vandermeiren.

Jacques Vandermeiren
Jacques Vandermeiren

10.00 uur

We zijn aan de dag begonnen! VRT-nieuwsanker Wim De Vilder en uitgever Kim van Dijk heten de genodigden welkom.

https://ntp.webinargeek.com/belgisch-nederlandse-havendag-2023/join/1asxcrlr

Havens zijn het startpunt van de energietransitie. De industrie, overheid en het bedrijfsleven zijn er klaar voor om de energietransitie te faciliteren. Er is wel één grote gezamenlijke uitdaging: de energie-infrastructuur. Of het nu gaat om de import van waterstof of lng, de verbinding met windparken op zee of elektrificatie, een goede haveninfrastructuur is essentieel om aan de klimaatdoeleinden te kunnen voldoen.​ Hoe gaan Belgische en Nederlandse havens in gezamenlijkheid de uitdagingen aan?

Tijdens de Belgisch-Nederlandse Havendag gaan we onder leiding van De Vilder op zoek naar een antwoord op deze vragen. U kunt de hele dag ook online volgen op Flows.be.

Volg hier de Belgisch-Nederlandse Havendag 2023 live – Flows

Volg hier de Belgisch-Nederlandse Havendag 2023 live

Eventverslag, Havens
Koen Dejaeger
Het Havenhuis in Antwerpen
Het Havenhuis in Antwerpen © ProMedia

Welkom op de liveblog van de Belgisch-Nederlandse Havendag.

U kunt de Belgisch-Nederlandse Havendag ook live volgen via onderstaande link:

Einde liveblog.

16.45 uur

Kim van Dijk maakt een overzicht: “De overheid moet zorgen voor één beleid. We onthouden verder de standaardisering van de windparken en het durven om een gezamenlijke strategie uit te werken. Verder hebben we nog gehoord dat het sneller moet om de klimaatdoelstellingen van de EU te halen, maar we moeten het daarbij wel simpel houden. En als laatste, we zitten in een tijdperk van veranderingen, maar als het ergens zal gebeuren is het in deze regio.”

16.10 uur

Energietransitie: een gesprek tussen de twee grootste havens uit de Delta. CEO’s Allard Castelein (CEO Port of Rotterdam) en Jacques Vandermeiren (CEO Port of Antwerp-Bruges) gaan in duogesprek.

Jacques Vandermeiren en Allard Castelein
Jacques Vandermeiren en Allard Castelein

Vandermeiren: “Het Nederlandse staatsbezoek aan België vandaag onderstreept dat havens een cruciale rol zullen spelen in de energietransitie.”

Castelein: “Publiek-private samenwerking om waardeketens los te krijgen is noodzakelijk. Zowel de Belgische als Nederlandse partijen onderkennen dat het speelveld voor de partijen in Noordwest-Europa gelijk moet blijven. Een gemeenschappelijke agenda over de energietransitie is daarbij nodig om het los te trekken. De overheid zou hierin een grotere rol kunnen spelen door regels gelijk te trekken.”

“Wat is de definitie van groene waterstof? Dit verschilt land per land”, pikt Vandermeiren in. “Deze zaken moeten uitgesproken worden. Maar, wie doet het? Er zijn zwakke schakels in de keten. We worden zenuwachtig van de hoge ambities van de EU. Hoe realistisch zijn die? We moeten de energietransitie versnellen, maar hou het dan simpel. Dat geldt momenteel niet in Europa.”

Castelein maakte eerder bekend dat hij aftreedt als CEO van Port of Rotterdam. Boudewijn Siemons wordt aangesteld als interim chief executive officer. “De laatste tien jaar was een verandering van tijdperk, gecreëerd door een disruptieve omgeving”, vertelt hij. “Er zijn zo veel uitdagingen. Wat ik heb geleerd? Dat het een ongelooflijk lastig project is, maar je je nooit uit het lood mag laten slaan. Je moet volhardend blijven.”

Vandermeiren gaf Castelein een beeldje van een buildrager als geschenk. “Het is hét symbool van de werkkracht van de Antwerpse haven en het symbool van kwalitatieve havens in het algemeen.”

15.55 uur

Koning Willem-Alexander noemde North Sea Port onlangs hét goede voorbeeld van meer samenwerking tussen België en Nederland. Hoe gaat de fusiehaven om met grensoverschrijdende opgaves in de energietransitie? CEO Daan Schalck deelt zijn visie.

Daan Schalck
Daan Schalck

“Voor ons zijn elektrificatie, waterstof, CO2-reductie en circulariteit de belangrijkste thema’s. We hebben vooral veel vooruitgang geboekt in hoe we netwerken moeten bouwen. De vraag die speelt is: ‘hoe ga je de windparken verbinden met waterstof, en open netwerken uitbouwen?'”, zegt hij. “Een netwerk kan pas als je schaal hebt: geen elektrificatie zonder schaal, geen waterstof zonder schaal. We hadden nooit stappen op vlak van de energietransitie kunnen zetten zonder de schaal die we nu als samengevoegde haven hebben.”

“Onze reflex is nog altijd om te veel nationaal te denken”, merkt hij echter kritisch op. “We zouden veel verder staan als we eerst over de landsgrenzen heen kijken. Als je CO2-reductie wilt, is een pijpleiding dé oplossing. Dit zal op lange termijn voor grote volumes veel goedkoper zijn dan per schip.”

Netbeheerders Tennet en Elia zouden volgens Schalck ook nog beter moeten samenwerken. “We zijn een energie-eiland aan het uitbouwen. Dat moet zich verder vertalen in de nationale operatoren.”

15.45 uur

Nederland is voorzitter van de North Seas Energy Cooperation. De North Seas Energy Cooperation (NSEC) ondersteunt en faciliteert de ontwikkeling van de offshore netontwikkeling en het grote potentieel voor hernieuwbare energie in de regio. Dit is al lang een energieprioriteit voor de EU en de negen betrokken landen, waaronder België. Wat zijn de verwachtingen van deze organisatie?

Micky Adriaansens, de Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat
Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens
Micky Adriaansens, Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat neemt het woord. “De havens spelen een prominente rol in duurzaamheid. Heel belangrijk hierbij is het belang van infrastructuur. Het grensoverschrijdend vervoer en de opslag van CO2 is alvast een deel van de oplossing. Dat kunnen we doen via schepen, maar ook via pijpleidingen.”

“Er is een ontzettende drive in Europa om veel regels te maken. Maar we moeten daarbij wel in het oog houden wat dit betekent voor het havenbedrijfsleven en een gelijk speelveld behouden. Dat is super belangrijk. Hoe kunnen we meer ervaringen delen en projecten oppakken? Op die vragen zoeken we samen een antwoord. Ik zie ontzettend veel kansen.”

15.15 uur

Bedrijven investeren massaal in importterminals voor groene waterstof. De import van groene waterstof lijkt nu de enige oplossing om snel aan de groeiende vraag te voldoen, maar hoe zorgen we ervoor dat de Belgische en Nederlandse havens niet te afhankelijk worden van landen buiten Europa? CCO Tom Hautekiet van Port of Antwerp-Bruges neemt het woord.

Tom Hautekiet
Tom Hautekiet, CCO Port of Antwerp-Bruges

“De waterstofeconomie zal duidelijk deel uitmaken van onze energiemix. Als we de klimaatdoelstellingen van de EU willen halen moeten we op korte en op lange termijn werken. Op korte termijn is dat een koolstofarme economie creëren en inzetten op CCS.”

“Tussen 2030 en 2040 zullen we groene energie vooral moeten importeren”, gaat hij verder. “We hebben in België gewoonweg te weinig wind en zon beschikbaar. Er lopen projecten, maar die zijn ‘peanuts’. Er is meer nodig om de economie op gang te krijgen. We kijken onder meer naar samenwerkingen met Namibië, Marokko en Oman.”

Port of Antwerp-Bruges huisvest de tweede grootste chemische cluster ter wereld. “De uitdaging is hoe we die cluster hier kunnen houden”, zegt hij. Een van de bottlenecks: “Er is geen gelijk speelveld tussen Europa en Amerika”, zegt hij. “President Biden heeft een ‘bazooka’ uitgehaald aan budget om de economie te vergroenen. Dat is van een totaal andere grootorde dan de middelden die beschikbaar zijn in Europa. We spreken hier over 300 miljard dollar. In Europa gaat het ‘slechts’ om 800 miljoen euro. Onze industrie ondervindt dus een nadeel.”

Hautekiet zet de uitdagingen op een rijtje. “Voor alle rederijen moeten we goed inschatten naar welke brandstof zij overstappen en op welke termijn. We willen de positie van grote bunkerhaven vasthouden. Voor de industrie geldt dat we moeten zorgen voor 15 TWh (terawattuur), dat vraagt om investeringen.”

15.00 uur

North Sea Port heeft sinds begin deze maand een nieuwe bestuurder: Maarten den Dekker. Hij vervult de nieuwe rol van Chief Sustainability Officer (CSO). Met deze stap benadrukt de grensoverschrijdende haven nog meer de focus op duurzaamheid.

Maarten is sinds 1 juni 2023 aan de slag als CSO van North Sea Port. “Waarom kiest NSP voor deze nieuwe functie in het bestuur?”, stelt Wim De Vilder hem de vraag. “Duurzaamheid is een prominent onderdeel van NSP en is stevig verankerd in het bestuur. Als CSO zal ik me vooral focussen op de verduurzaming van de industrie, zoals de staal-, raffinage-, food- en chemische industrie. Er zijn heel veel kansen om samen de transitie te maken. Daarnaast bekijk ik hoe we de cluster kunnen versterken met nieuwe spelers die de transitie mee in gang kunnen zetten.”

“Er is nog voldoende ruimte beschikbaar om de transitie mogelijk te maken”, gaat hij verder. “Uiteraard kijken we ook op de lange termijn (2030) welke ruimte onze havens nodig zullen hebben. Op zes jaar tijd zullen we groene waterstoffabrieken bouwen, terminals om waterstof en ammoniak te importeren, hoogspanningsstations aanleggen, pijpleidingen om CO2 ter transporteren, enzovoort.”

Het gaat volgens den Dekker niet alleen om een klimaattransitie, maar ook om een grondstoffentransitie. “Die zal onze industrie serieus op de kop zetten. Hoe komen we af van onze fossiele brandstoffen? Dit zal veel van onze industrie vragen, maar daar kunnen we als haven een cruciale rol in spelen”, zegt hij.

Wat zijn den Dekker’s persoonlijke doelen? “Over zes jaar zullen we een CO2-reductie van onze industriecluster hebben bereikt met 40 tot 50 procent. Dat is ambitieus, maar ik geloof sterk dat we dit kunnen”, zegt hij. “We moeten de focus ook meer leggen op het achterland”, benadrukt hij. “We zullen stappen nemen op vlak van circulariteit en we streven naar een dynamische NSP, waar mensen met plezier willen werken.”

North Sea Port is de eerste haven die over de grenzen heen samenwerkt. Hoe kijkt de overheid naar deze samenwerking aan? “We zijn niet alleen vrienden, maar ook getrouwd”, grapt hij. “De fusie heeft een gigantische boost gegeven.”

Naast zijn bestuursfunctie bij North Sea Port is den Dekker ook directeur bij Smart Delta Resources. Bijt dat elkaar niet? “Ik denk dat dit elkaar juist versterkt. Haven en industrie hebben elkaar nodig om de transitie te maken.”

13.00 uur

Als onderdeel van het Nederlandse staatsbezoek aan België is bezochten het Nederlandse en Belgische koningspaar het Antwerpse Havenhuis. Ze werden er ontvangen door havenschepen en voorzitter van Port of Antwerp-Bruges Annick De Ridder en CEO Jacques Vandermeiren.

Koninklijk bezoek aan het Antwerpse Havenhuis
Koninklijk bezoek aan het Antwerpse Havenhuis

12.30 uur

Er wordt volop geïnvesteerd in windparken op zee voor de productie van de benodigde groene waterstof. Bieden onze zeehavens wel voldoende capaciteit om de installatiewerkzaamheden van nieuwe windparken en de reguliere onderhouds- en operatiewerkzaamheden te kunnen (blijven) faciliteren? We gaan erover in gesprek met CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).

“Je kunt waterstof op zee produceren nabij windmolenparken, maar je kunt die ook aan wal brengen en produceren in de havens”, zegt Declerck. “In Oostende wordt gewerkt aan de mogelijkheid om waterstof te kunnen bunkeren, voor kleinere schepen. Vandaag mogen we niet meer alleen naar onze havens kijken, maar moeten we kijken naar de energietransitie. Of dat nu productie op zee of op land is, we moeten beide toejuichen en ik denk ook dat het een en-enverhaal zal worden.”

Hoe moeten we omgaan met de kritiek op windmolenparken? “Je moet een voldoende groot draagvlak creëren”, zegt van der Lingen, “want anders lukt het niet. Je moet dus goed nadenken over de circulariteit van windmolenparken. In Duitsland recycleert men de bladen van windturbines, in Amerika worden ze begraven. Dat is in België en Nederland verboden. Veel beter is om te kijken of die kostbare grondstoffen die in de turbines verwerkt zijn, ook herbruikt kunnen worden.”

CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).
CEO Dirk Declerck van Port of Oostende en Bert van der Lingen van Netherlands Wind Energy Association (NWEA).

12.15 uur

Het bedrijf DEME is wereldleider op het vlak van beheer en bouw van windparken op zee. CEO van DEME Luc Vandenbulcke neemt ons mee in de visie van het bedrijf en de uitdagingen die er liggen voor de aanlanding van wind op zee. Tegen 2050 zou er 300 gigawatt aan windenergie beschikbaar moeten zijn, tegenover de 60 gigawatt die er vandaag al is.

“Investeringen in hernieuwbare energie zijn voor het eerst hoger dan in carbon energie”, aldus Vandenbulcke. “In Europa zijn we twintig jaar geleden begonnen met windenergie, en België en Nederland hebben daar een pioniersrol in gespeeld. De markt is zich nu sterk aan het internationaliseren: in Europa, maar ook in Azië (waarbij China onderbelicht wordt, maar zij doen veel in offshore) en ook de Verenigde Staten.” Die markt zal blijven groeien, met ook andere landen die offshore gaan implementeren, klinkt het.

“Daarop inspelen is ook niet zo evident”, waarschuwt Vandenbulcke. “Neem bijvoorbeeld de scheepsbouw in Europa: die is jarenlang verminderd, maar zou nu opnieuw opgebouwd moeten worden. Dat betekent dat er ten vroegste over 4 jaar een schip klaar zou kunnen zijn, als de beslissing nu wordt genomen.”

“Veel offshoreparken zijn projectgefinancierd, maar door de oplopende interest heeft dat een gigantische impact op het kostenplaatje”, zegt Vandenbulcke. “We zien in deze markt een zeer sterke groei, van 20% per jaar, en op zich zijn we daar meer dan tevreden mee, maar het vergt ook gigantische inspanningen om die groei te realiseren.”

Vandenbulcke snijdt ook het thema aan van de rol van de havens in de aanleg van installaties voor hernieuwbare energie. “Hoe meer je komt in gebieden waar er geen havens zijn, hoe meer je het belang van havens inziet”, benadrukt hij. “In de VS is de haveninfrastructuur totaal niet van die grootorde die we bij ons zien in Antwerpen, Rotterdam en Le Havre. Maar in de havens moeten turbines worden bekabeld, onderhoud gedaan worden enzovoort. Bij een minder goede haveninfrastructuur kan daar een bottle neck ontstaan.”

Vandenbulcke ziet drie future trends in offshorewind:

> Het eerste punt is de infrastructuur en het op grote schaal connecteren van offshore wind. “Ik ben daar behoorlijk optimistisch in”, zegt Vandenbulcke. “Daarbij is het idee van het ‘stopcontact op zee’ zeer belangrijk: het waait altijd wel ergens en dat is een van de oplossingen voor de keerzijde van offshorewind. Als we de turbines allemaal met elkaar kunnen verbinden, dan is dat een oplossing voor dit probleem. Energie-eilanden zien we als een van de zaken die de interconnectie en grid-infrastructuur van offshorewind zullen helpen bevorderen.”

> Een tweede punt is de plaatsing van offshore-installaties. “Hoe groot de zee ook is, de ondiepe plekken waar windmolenparken op vaste funderingen gedaan kunnen worden, beginnen uitgeput te geraken. Daardoor moet men veel dieper gaan, want vanaf 80 meter diep moet je met drijvende turbines werken.” Daarvoor zijn evenwel andere technieken vereist, andere schepen enzovoort. “Er zijn streken waar het niet anders kan, zoals Japan, Californië en de Middellandse Zee, maar daar hangt natuurlijk een ander prijskaartje aan vast.”

> Het derde punt is ‘Power to X’. “Dat betekent zoveel als het omzetten van groene elektriciteit in molecules zoals bijvoorbeeld voor waterstof. Hier moeten we kijken of dat wel economisch rendabel is, en dat is pas als er voldoende installaties zijn”, aldus Vandenbulcke.

“DEME is betrokken bij de aanleg van een op de drie offshoreparken, maar we moeten ook zeer ver in de toekomst kijken”, licht Vandenbulcke toe. “We moeten aandachtig blijven en de juiste keuzes blijven maken, zeker gezien de trends die op ons afkomen, zowel geografisch als wat betreft infrastructuur met diverse types van windmolenparken, maar ook de schepen enzovoort. De infrastructuur moet namelijk tientallen jaren meegaan.”

“Voor onze schepen – en dat zijn er wereldwijd een honderdtal – hebben we zeer sterk ingezet op lng en dat is de juiste keuze gebleken. Bepalen wat de volgende trend wordt, dat is voor ons even moeilijk als voor iedereen aanwezig in deze zaal. We zien mogelijkheden in e-lng en methanol; waterstof komt wellicht wat later. Maar ook daar wordt DEME geconfronteerd met dezelfde onzekerheid die we vandaag al hebben gehoord.”

Luc Vandenbulcke
Luc Vandenbulcke

11.45 uur

Er wordt miljarden geïnvesteerd in de haveninfrastructuur voor de energietransitie. Wat betekent dat voor de ondernemers in transport en logistiek? Welke keuzes moeten zij maken? We gaan erover in gesprek met Filip Van Hulle van VIL en Liesbeth Brügemann van Topsector Logistiek uit Nederland.

“We zetten op meerdere punten in. Zo hebben we al projecten gelanceerd rond waterstof om te bekijken of dat voordelig kan zijn voor logistieke bedrijven”, steekt Van Hulle van wal. “Helaas stellen we vast dat bedrijven vandaag door de bomen het bos niet meer zien. Men weet niet op welke technologie men moet inzetten. Een truck kun je afschrijven op 5 à 6 jaar, maar voor een binnenschip is dat enkele tientallen jaren. De bedrijven moeten dus duidelijk weten welke weg ze uitgaan.”

Maar wat zegt u dan als mensen aankloppen voor advies, vraagt dagvoorzitter Wim De Vilder. “Samen met bedrijven kijken we wat het interessantste is. Het is niet eenvoudig om te kiezen, maar we raden aan om in te zetten op verschillende middelen en dus te gaan voor een energiemix”, antwoordt Van Hulle.

“Bij DFDS kiezen we resoluut voor elektrische aandrijving voor ons transport”, klinkt het bij iemand uit het publiek van DFDS. “Het helpt dat er reglementering komt waarbij CO2-emissies bestraft worden. Het is een beetje een negatieve approach, maar het helpt wel. Het komt evenwel met een kost, dat kun je niet vermijden. In het geval van elektrificatie is dat bijna vier keer zoveel.”

“DFDS is ons welbekend en de aangehaalde punten komen ons zeker bekend voor”, aldus Van Hulle. “Ook de regelgeving van de overheid speelt nog niet altijd in op de uitdagingen, en aanpassingen aan het beleid gaan erg traag.”

“Het spreekt voor zich dat grotere bedrijven daar iets makkelijker mee kunnen omgaan dan kleine bedrijven. Belangrijk is dat je jezelf niet uit de markt prijst, door te gaan vergroenen”, aldus nog Van Hulle. “Ik zie een bedrijf met pakweg vijf vrachtwagens niet meteen voor een volledig groen vrachtwagenpark kiezen.”

10.30 uur

De haven geldt als startpunt voor de energietransitie. Maar is er wel voldoende ruimte voor de hele energie-infrastructuur? Waar moeten bijvoorbeeld de 380 kV-stations geplaatst worden? Hoe zit het met de aanlanding van windparken op zee? Hoeveel ruimte is er voor de benodigde uitbreidingen aan buis- en pijpleidingen en is er voldoende stroomcapaciteit? We gaan erover in gesprek met onder meer CEO Paul Dirix van Port of Moerdijk en CEO Koen Overtoom van Port of Amsterdam (foto), CEO Jeroen van den Ende van Port of Zwolle en Saartje Swinnen van essenscia.

Panelgesprek
Panelgesprek over ruimte voor de energie-infrastructuur

Overtoom zet meteen de toon: “Er is milieuruimte en fysieke ruimte. Bij waterstof bijvoorbeeld moeten we nu al rekening houden met de milieuruimte, ook al kost het nog geen fysieke ruimte. Dat komt pas over tien jaar. Wat wel zo is: als de schaarste groter wordt, wordt de bereidheid om samen te werken ook alleen maar groter.”

Van den Ende: “We moeten slim kijken naar waar we nog ruimte kunnen vinden in de haven, zonder direct uit te breiden. We zetten vooral in op groei met circulaire bedrijven. Bedrijven die niet aan die eisen voldoen (bijvoorbeeld fossiele bedrijven), zullen we niet zomaar uitfaseren. Daar is een mooie taak weggelegd voor het havenbedrijf. Een publiek-private samenwerking is essentieel.”

Swinnen: “We verbruiken veel energie en hebben veel uitstoot. Maar we opereren in een internationale markt en niet overal liggen de ambities even hoog. We moeten opletten dat we niet te snel en veel willen doen en daardoor niet meer competitief kunnen blijven. Veel technologie bestaat nog helemaal niet. We zouden graag sneller gaan, maar dat is technisch niet altijd haalbaar.’

Waar lopen de bedrijven het hardst tegenaan?, stelt De Vilder Swinnen de vraag. “De klimaat- en energietransitie is een bijzonder grote uitdaging. Voor ons is het duidelijk. Tegen 2050 gaan we voor klimaatneutraliteit”, vertelt ze. “Maar, we hebben tijd nodig. We mogen niet te snel te veel willen, waardoor we geen investeringen meer kunnen doen, ook buiten Europa. De kost van water en elektriciteit zal een grote rol spelen. Is het zelfs nodig om alles te elektrificeren? Dat zal afhangen van de infrastructuur.”

Dirix antwoordt op de vraag of stikstof verlammend werkt: “Het geeft inderdaad een extra uitdaging. Er worden in Noord-Brabant geen stikstofvergunningen meer afgegeven. Iedereen wacht op een oplossing, maar niets doen duurt heel lang. We kijken nu wat wel mogelijk is. We hebben goede hoop dat er de komende tijd mogelijkheden gevonden worden om zaken voor elkaar te krijgen. Niet alles staat stil.”

Swinnen liet weten zeer verheugd te zijn dat de Vlaamse regering in maart 2023 “eindelijk een stikstofakkoord heeft bereikt”.

10.15 uur
In haar toespraak pleit Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) voor meer rechtszekerheid en een betere procedure voor vergunningen. “De doorlooptijd voor vergunningen duurt veel te lang, en dat zet een rem op de groei van onze havens”, aldus Peeters.

“Door meer kennis en ondernemerschap zullen we al die uitdagingen het hoofd kunnen bieden, dus met meer, en niet met minder”, aldus de minister. “Minder consumptie, minder groei, minder vrijheid, daar gaan we het niet mee halen. We moeten inzetten op economische groei, om zo een antwoord te bieden op alle uitdagingen die op ons afkomen.”

“Ik ben zelf een grensgeval”, zegt Peeters, “maar een grens is geen barrière, wel een verbindend element. De bouw van de nieuwe sluis in Terneuzen is een voorbeeld van een katalysator van grensoverschrijdende samenwerking van North Sea Port. De grensverleggende fusie inspireerde ook andere havens, zoals Antwerpen en Zeebrugge. Samen bereik je meer, en samen kun je beter een antwoord formuleren op alle uitdagingen die op ons afkomen. Onze havens zijn ook de vestigingsplaats voor tal van bedrijven. Ze hebben een toegevoegde waarde van 12% van ons bbp, en meer dan 5% van de werkende bevolking in het Vlaams Gewest.”

Lydia Peeters
Lydia Peeters

De minister haalt drie speerpunten aan voor de havens:
1) zorgen voor een vlotte nautische toegankelijkheid;
2) multimodaliteit: richting spoor en binnenvaart;
3) energietransitie via klimaatvriendelijke processen, weg van de fossiele brandstoffen.

“Het is mijn overtuiging dat Vlaanderen en België nog meer moeten inzetten op groene alternatieven en op een duurzame modal shift. We moeten dan ook meer inzetten op samenwerking tussen onze landen. Ik denk daarbij aan het verminderen van de CO2-uitstoot, met als concreet project CCS (Carbon capture and storage, red.). Door gebruik te maken van de lege gasvelden in de Noordzee, kunnen we de CO2-wegwerken.”

Samenwerking is ook nodig om de regio’s weerbaar te maken in geval van extreme droogte en wateroverlast, gaat de minister voort. Ze verwijst ook naar het akkoord rond de estuaire vaart: “De juridische anomalie is weggewerkt door een mooie samenwerking en dat geeft ook zuurstof aan onze havens.”

“Samen kunnen Vlaanderen en Nederland de uitdagingen het hoofd bieden. Daarvoor zijn drie zaken nodig: rechtszekerheid, een vlot vergunningsbeleid en een snelle uitrolling van projecten”, besluit de minister.

10.10 uur

Jacques Vandermeiren van Port of Antwerp-Bruges onderstreept het belang van de havens als drijvende kracht achter de energietransitie. Hij haalt de geopolitieke spanningen aan en de gewijzigde rol van de havens. Vandermeiren verwijst naar het koninklijk bezoek dat vandaag Antwerpen aandoet, en naar de aanwezigheid van minister Lydia Peeters.

“Meer dan ooit is het samenwerken, voor iedereen: lokale overheden, provincies, regio’s, Vlaanderen, Nederland, maar ook op Europees vlak, want iedereen wordt geconfronteerd met dezelfde uitdagingen. We moeten structureel en duurzaam nieuwe businessmodellen ontdekken”, zegt Vandermeiren. “In de loop van de dag kunnen we tal van voorbeelden geven, maar er is bijvoorbeeld het project rond CO2 (Carbon Capture and Storage). Daar zijn we gestart met een ‘coalition of the willing’, die nu evolueert naar een ‘coalition of the capable’. Het gaat hier in dit geval specifiek om bedrijven die niet mochten samenwerken – wegens mogelijke kartelvorming – en die plots moeten samenwerken. Zoals bijvoorbeeld BASF en Exxon. De vraag is wie dat financiert, hoe dat in zijn werk gaat, enzovoort.

“Drie dingen zijn daar belangrijk: we moeten versnellen in de energietransitie (2030 nadert), het simpel houden en ook duurzaam. De discussie in België rond kernenergie is daar helaas geen mooi voorbeeld van”, besluit Vandermeiren.

Jacques Vandermeiren
Jacques Vandermeiren

10.00 uur

We zijn aan de dag begonnen! VRT-nieuwsanker Wim De Vilder en uitgever Kim van Dijk heten de genodigden welkom.

https://ntp.webinargeek.com/belgisch-nederlandse-havendag-2023/join/1asxcrlr

Havens zijn het startpunt van de energietransitie. De industrie, overheid en het bedrijfsleven zijn er klaar voor om de energietransitie te faciliteren. Er is wel één grote gezamenlijke uitdaging: de energie-infrastructuur. Of het nu gaat om de import van waterstof of lng, de verbinding met windparken op zee of elektrificatie, een goede haveninfrastructuur is essentieel om aan de klimaatdoeleinden te kunnen voldoen.​ Hoe gaan Belgische en Nederlandse havens in gezamenlijkheid de uitdagingen aan?

Tijdens de Belgisch-Nederlandse Havendag gaan we onder leiding van De Vilder op zoek naar een antwoord op deze vragen. U kunt de hele dag ook online volgen op Flows.be.