De internationale expediteurskoepels CLECAT en FIATA dringen er bij de OESO op aan gelijklopende fiscale regels op te stellen voor de hele maritieme keten. De verenigingen vrezen dat de plannen voor belastinghervorming discrepanties uitlokken.
De Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) en de G20-landen kwamen recent tot een historisch akkoord rond de uitwerking van wereldwijde regels voor een wereldwijde minimale bedrijfbelasting (BEPS-Pillar II). CLECAT en FIATA, twee koepelorganisaties die de logistieke sector vertegenwoordigen, hebben evenwel vragen bij de breed opgevatte uitzondering voor 'shippingactiviteiten'. De opstellers gebruiken een definitie die ook de ondersteunende diensten omvat, waardoor volgens CLECAT en FIATA de deur wordt opengezet voor belastingontduiking en verstoring van de handel. CLECAT en FIATA roepen de OESO-lidstaten op om alle soorten vrachtafhandeling, logistiek en nevenactiviteiten op te nemen in het kader van de voorstellen om een gelijk speelveld te waarborgen voor alle belanghebbenden in de maritieme logistieke toeleveringsketen.
Vrijstelling
De scheepvaartindustrie heeft een vrijstelling gekregen van de OESO voor een wereldwijd minimum vennootschapsbelastingtarief van maar liefst 15%, dat zou gelden voor alle rederijen met een omzet boven een drempel van 750 miljoen euro. CLECAT en FIATA benadrukken dat de vrijstelling op geen enkele manier van toepassing mag zijn op andere ondersteunende diensten in de maritieme toeleveringsketen, aangezien dat verdere verstoringen zou veroorzaken en belastingontduikingsregelingen mogelijk zou maken.
De koepelorganisaties maken zich met name zorgen over de te brede definitie van 'scheepvaart', die zou kunnen leiden tot een vrijstelling van de diensten van scheepvaartmaatschappijen op het gebied van expeditie, douane en logistieke diensten. Volgens de koepelorganisaties wordt met een dergelijke vrijstelling carrier haulage (voor- en natransport van container door rederij zelf) een veel interessanter alternatief voor merchant haulage (voortransport door verscheper en natransport door ontvanger).
Spanning
De discussie is niet los te zien van de historische spanning tussen de verschillende partijen in de maritieme keten. De koepelverenigingen vrezen vooral dat de kleine en middelgrote ondernemingen in de expeditiesector onder de nieuwe regels nog meer afhankelijk worden van de grote maritieme spelers. FIATA en CLECAT doen daarom een beroep op de OESO-lidstaten om alle diensten die niet direct verband houden met het schip, onder BEPS-Pillar II op te nemen. Met inbegrip van achterlandvervoer, opslag, vrachtafhandeling, douanediensten, fiscale en verzekeringsdiensten en alle andere bijkomende diensten.
Michiel Leen