Als federaal minister van Werk is Peeters bevoegd voor de modernisering van de havenarbeid. Over de gevolgen van het vonnis tegen Spanje – dat volgens professor Eric Van Hooydonk ook het “zeer vergelijkbare” Belgisch havenarbeidsregime op de helling zet - wil hij vooralsnog geen boude verklaringen maken.
“In eerste instantie zullen we de uitspraak van het Europees Hof van Justitie omtrent de havenarbeidswetgeving in Spanje grondig onderzoeken. Een juridische analyse is nodig, en ik wil mij er voor hoeden voorbarige conclusies te trekken”, laat hij optekenen.
Ingebrekestelling
Het dossier staat volgende woensdag trouwens opnieuw op zijn agenda, want dan vinden nieuwe besprekingen “op hoog niveau” plaats tussen zijn administratie en Europa, in het raam van de ingebrekestellingsprocedure die de Europese Commissie in maart opstartte en waarvan nog zal moeten blijken welke impact ze zal hebben op de organisatie van de havenarbeid in België.
In de voorbije maanden vonden hierover al herhaaldelijk contacten met de Europese Commissie plaats.
Over de havenarbeid was Peeters in zijn algemene beleidsnota kort maar duidelijk: “De regering zal het stelsel van de havenarbeid moderniseren. Zij zal dit doen in nauw overleg met de sociale partners”, luiden de twee zinnen over dat onderwerp die in de nota te lezen staan. In zijn reactie op het vonnis van het Europees Hof van Justitie toont hij zich iets omzichtiger: “Een modernisering van onze havenarbeid en van de Wet Major kan op een aantal punten, maar dit moet gebeuren met respect voor en in overleg met de sociale partners.”
Havenvakbonden
Ook de bonden gaan de uitspraak van het Europees Hof bestuderen en overleggen vandaag met hun Spaanse collega's. Marc Loridan, secretaris van de BTB, zegt dat de bonden nog altijd met de werknemers en de regering ijveren om in Brussel extra tijd te kopen voor verder sociaal overleg.