North Sea Port stelt vast dat de bedrijven in het havengebied voor 54% de binnenvaart gebruiken voor vervoer met het achterland. Voor 30% worden vrachtwagens gebruikt en het spoor heeft een aandeel van 9%. Het overbrengen van lading van een schip op een ander schip of vervoersmodus – transhipment – is goed voor 7%. Uit de jaarcijfers was al gebleken dat vorig jaar binnenschepen in Gent, Terneuzen en Vlissingen in totaal 58 miljoen ton goederen kwamen lossen.
Het is de eerste keer dat North Sea Port als fusiehaven de binnenvaart in kaart bracht. Voorheen deden de samenstellende partners dat apart op basis van andere methodes. Daaruit bleek al een groot belang van de binnenvaart. Bijvoorbeeld in 2015 telde Zeeland Seaports ten opzichte van 5.750 zeeschepen maar liefst 22.500 binnenvaartschepen en bedroeg de overslag per binnenvaart 31,6 miljoen ton ten opzichte van 33 miljoen ton maritieme overslag. Dit nieuwe, uniforme onderzoek op basis van de cijfers van 2018 ziet North Sea Port als een nulmeting voor het verder ontwikkelen van een multimodale strategie.
Containers tot in Parijs
Dit onderzoeksresultaat werd voorgesteld op ‘Intermodal Market Place’, het tweede multimodale evenement van North Sea Port. Al bij de start van de fusie op 1 januari 2018 uitte North Sea Port de ambitie om actief in te zetten op een ‘modal shift’ richting spoor en binnenvaart, in het bijzonder met containers. Daarbij wordt onder meer uitgekeken naar de realisatie van het Seine-Scheldeproject waardoor binnenvaartschepen met een laadvermogen van 4.500 ton tot in Parijs kunnen varen.
Inzake het spoor blijft de havengemeenschap ijveren voor een lijn tussen Vlissingen en Antwerpen, een lijn tussen Terneuzen en Zelzate, wil ze dat een aantal knelpunten in het havengebied aangepakt worden en dat een spoorlijn 204 ingezet wordt voor personenvervoer tussen Gent-Dampoort en Zelzate.
Roel Jacobus
