Rowan Van Schaeren: “We willen graag dat VDAB onze opleidingen erkent”

Flowsmagazine, Scheepvaart
Bart Meyvis
Rowan Van Schaeren, general manager Antwerp Maritime Academy
Rowan Van Schaeren, general manager Antwerp Maritime Academy

In het magazine van Flows over opleiding en carrière bekijken we hoe het hoger onderwijs inzet op het wegwerken van knelpuntberoepen. We spraken hierover met Rowan Van Schaeren, algemeen directeur van de Antwerp Maritime Academy (AMA).

Elk jaar publiceert de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een lijst met de knelpuntberoepen per sector. Voor het eerst staat er dit jaar ook ‘werktuigkundige scheepvaart’ in de lijst. Dat is bijzonder, temeer omdat de opleidingen van de Antwerp Maritime Academy nog altijd niet officieel erkend zijn door VDAB, zo duidt Rowan Van Schaeren, algemeen directeur van de Antwerp Maritime Academy (AMA).

Het was begin 2023 in het nieuws dat een ‘scheepswerktuigkundige’ gezien wordt als een knelpuntberoep. Hoe ervaren jullie dat?

Rowan Van Schaeren (RVS): “Toen ik dat vernam, ben ik onderzoek gaan doen naar hoe een beroep evolueert naar een knelpuntberoep. Blijkbaar is de definitie ‘knelpuntberoep’ gebaseerd op het aantal openstaande vacatures in de database van VDAB. Dat wil dus zeggen dat het een regionaal gebeuren is, niet een federaal, noch een internationaal gebeuren. Met Antwerp Maritime Academy leveren we profielen af aan rederijen die internationaal opereren, waardoor de vacatures nooit regionaal werden gepubliceerd. Daardoor krijg je een vertekend beeld.”

“Wij komen dus vaak met foutieve cijfers in de database van VDAB terecht. Als je vacatures niet doorgeeft aan VDAB omdat je ze alleen via je eigen website publiceert en invult, dan kom je nooit in de statistieken van VDAB terecht. Dat een beroep als scheepswerktuigkundige nu plots in de media komt als knelpuntberoep, heeft volgens mij te maken met het feit dat we terug een aantal schepen hebben onder Belgische vlag en van Belgische Rederijen, zoals de baggermaatschappijen die nu actief vacatures geplaatst hebben bij VDAB. Het is voor ons zeker positief dat dit nieuws in beeld komt.”

Verschijnen op de knelpuntberoepenlijst van VDAB duidt dus op een regionale kwestie. Maar er is zeker ook internationaal een probleem?

RVS: “De maritieme sector blijft een internationaal gegeven. Aan boord van schepen heb je gemiddeld zes verschillende nationaliteiten. Met bijvoorbeeld Russen en Oekraïners, die altijd perfect hebben samengewerkt. Er vallen soms hele gemeenschappen uit, zoals nu door de oorlog in Oekraïne, waardoor er plots bijkomende tekorten ontstaan op de markt. Daarnaast worden er ook meer en meer vragen gesteld over de wederzijdse erkenning van beroepen, zoals voor Filipijnse zeevarenden. Een vorm van protectionisme die enorm belemmerend werkt wanneer je internationaal opereert, en dat zorgt voor bijkomende krapte.”

Jullie focussen niet alleen op onderwijs?

RVS: “Bij AMA werken we op drie pijlers: onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. We leveren niet alleen maritieme officieren af maar we zijn ook een kennisinstelling die ten dienste staat van de bedrijven in de maritieme sector. Via de Belgische redersvereniging hebben we bijvoorbeeld vernomen dat er een dringende upscaling noodzakelijk is voor wat betreft cybersecurity. Daarom organiseren we binnenkort een volledige dag rond dat thema. De organisatie van dat soort events is een van onze maatschappelijke verantwoordelijkheden.”

“We hebben een zestal onderzoekers die fundamenteel onderzoek doen, telkens met een operationele link. Zo doen we bijvoorbeeld onderzoek naar corrosie. We kunnen de expertise over het gebruik van bepaalde verfsoorten of corrosiebeperkende maatregelen dan delen.”

Even terug naar de knelpuntberoepen. Is er te weinig instroom?

RVS: “Als we kijken naar de uitstroom van studenten, merken we nu voor het eerst een stijging. De voorbije tien jaar merkten we wel een terugval in het aantal inschrijvingen. Als je kijkt naar de vraag, dan kan je alleen maar vaststellen dat we veel te weinig studenten hebben.”

Wat doen jullie om meer studenten warm te maken voor een opleiding bij AMA?

RVS: “Wij hebben heel veel geïnvesteerd in communicatie. Je voelt dat er hierdoor stilaan een dynamiek ontstaat die onderstreept dat we vanuit de maritieme gemeenschap een erg belangrijke speler zijn die actief mee vraagstukken kan oplossen rond bijvoorbeeld energie en duurzaamheid. De toegevoegde waarde die wij met onze expertise, ervaringen en ons netwerk bieden in een maritieme context, zijn onze reden van bestaan. Wij reiken ook de hand uit naar VDAB om onze opleidingen officieel te erkennen, want dat is nog niet het geval. Maar de gesprekken met VDAB hierover zijn wel al lopende.”

Waarom is het belangrijk dat opleidingen officieel erkend worden door VDAB?

RVS: “De toegevoegde waarde van een door VDAB erkende opleiding te kunnen aanbieden, is vooral de financiële ondersteuning die VDAB biedt voor de cursist. Vooral voor zij-instromers kan een door VDAB erkende opleiding interessant zijn. Want VDAB betaalt dan de opleiding, de cursist behoudt zijn uitkering en krijgt bovendien een tegemoetkoming voor verplaatsingskosten en kosten van kinderopvang. Wij werken nauw samen met VDAB om die opleidingen of bijscholingen ook aan te bieden buiten het onderwijs.”

Jullie zitten in een prachtig gebouw op een uitzonderlijke ligging. Heeft dat een aantrekkingskracht?

RVS: “We zijn bezig met een nieuwbouw. Ons huidige, prachtige gebouw is dringend aan renovatie toe. Ik zou graag meer samenwerking zien met de andere kennisinstellingen om samen te werken. Daarnaast zou op de korte termijn een pure cashinjectie ons zeker vooruithelpen. En dat geld hoeft niet uitsluitend van de overheid te komen. Er is te weinig samenwerking met de industrie. Mochten bedrijven mee participeren in onze opleidingen, zou de nauwere band kunnen leiden tot een gezamenlijke aanpak van de zaken.”

Wie moet daar de eerste stap zetten?

RVS: “Ik heb daar al zelf enkele stappen in ondernomen. We moeten geen nieuwe structuur opzetten als er al heel veel goedlopende structuren bestaan. Ik denk aan Alfaport Voka, Maritieme Dienstverlening en Kust of de redersvereniging. Verder heb ik een goed contact met het kabinet Onderwijs. Als maritieme gemeenschap moeten we anders gaan communiceren. We bieden geen beroepen of functies aan, maar carrières. Wij kunnen met de hele maritieme gemeenschap garanderen dat je in de maritieme sector een mooie carrière kan uitbouwen, van je opleiding tot voorbij je pensioen. Dat moeten we uitdragen.”

Rowan Van Schaeren: “We willen graag dat VDAB onze opleidingen erkent” – Flows

Rowan Van Schaeren: “We willen graag dat VDAB onze opleidingen erkent”

Flowsmagazine, Scheepvaart
Bart Meyvis
Rowan Van Schaeren, general manager Antwerp Maritime Academy
Rowan Van Schaeren, general manager Antwerp Maritime Academy

In het magazine van Flows over opleiding en carrière bekijken we hoe het hoger onderwijs inzet op het wegwerken van knelpuntberoepen. We spraken hierover met Rowan Van Schaeren, algemeen directeur van de Antwerp Maritime Academy (AMA).

Elk jaar publiceert de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een lijst met de knelpuntberoepen per sector. Voor het eerst staat er dit jaar ook ‘werktuigkundige scheepvaart’ in de lijst. Dat is bijzonder, temeer omdat de opleidingen van de Antwerp Maritime Academy nog altijd niet officieel erkend zijn door VDAB, zo duidt Rowan Van Schaeren, algemeen directeur van de Antwerp Maritime Academy (AMA).

Het was begin 2023 in het nieuws dat een ‘scheepswerktuigkundige’ gezien wordt als een knelpuntberoep. Hoe ervaren jullie dat?

Rowan Van Schaeren (RVS): “Toen ik dat vernam, ben ik onderzoek gaan doen naar hoe een beroep evolueert naar een knelpuntberoep. Blijkbaar is de definitie ‘knelpuntberoep’ gebaseerd op het aantal openstaande vacatures in de database van VDAB. Dat wil dus zeggen dat het een regionaal gebeuren is, niet een federaal, noch een internationaal gebeuren. Met Antwerp Maritime Academy leveren we profielen af aan rederijen die internationaal opereren, waardoor de vacatures nooit regionaal werden gepubliceerd. Daardoor krijg je een vertekend beeld.”

“Wij komen dus vaak met foutieve cijfers in de database van VDAB terecht. Als je vacatures niet doorgeeft aan VDAB omdat je ze alleen via je eigen website publiceert en invult, dan kom je nooit in de statistieken van VDAB terecht. Dat een beroep als scheepswerktuigkundige nu plots in de media komt als knelpuntberoep, heeft volgens mij te maken met het feit dat we terug een aantal schepen hebben onder Belgische vlag en van Belgische Rederijen, zoals de baggermaatschappijen die nu actief vacatures geplaatst hebben bij VDAB. Het is voor ons zeker positief dat dit nieuws in beeld komt.”

Verschijnen op de knelpuntberoepenlijst van VDAB duidt dus op een regionale kwestie. Maar er is zeker ook internationaal een probleem?

RVS: “De maritieme sector blijft een internationaal gegeven. Aan boord van schepen heb je gemiddeld zes verschillende nationaliteiten. Met bijvoorbeeld Russen en Oekraïners, die altijd perfect hebben samengewerkt. Er vallen soms hele gemeenschappen uit, zoals nu door de oorlog in Oekraïne, waardoor er plots bijkomende tekorten ontstaan op de markt. Daarnaast worden er ook meer en meer vragen gesteld over de wederzijdse erkenning van beroepen, zoals voor Filipijnse zeevarenden. Een vorm van protectionisme die enorm belemmerend werkt wanneer je internationaal opereert, en dat zorgt voor bijkomende krapte.”

Jullie focussen niet alleen op onderwijs?

RVS: “Bij AMA werken we op drie pijlers: onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. We leveren niet alleen maritieme officieren af maar we zijn ook een kennisinstelling die ten dienste staat van de bedrijven in de maritieme sector. Via de Belgische redersvereniging hebben we bijvoorbeeld vernomen dat er een dringende upscaling noodzakelijk is voor wat betreft cybersecurity. Daarom organiseren we binnenkort een volledige dag rond dat thema. De organisatie van dat soort events is een van onze maatschappelijke verantwoordelijkheden.”

“We hebben een zestal onderzoekers die fundamenteel onderzoek doen, telkens met een operationele link. Zo doen we bijvoorbeeld onderzoek naar corrosie. We kunnen de expertise over het gebruik van bepaalde verfsoorten of corrosiebeperkende maatregelen dan delen.”

Even terug naar de knelpuntberoepen. Is er te weinig instroom?

RVS: “Als we kijken naar de uitstroom van studenten, merken we nu voor het eerst een stijging. De voorbije tien jaar merkten we wel een terugval in het aantal inschrijvingen. Als je kijkt naar de vraag, dan kan je alleen maar vaststellen dat we veel te weinig studenten hebben.”

Wat doen jullie om meer studenten warm te maken voor een opleiding bij AMA?

RVS: “Wij hebben heel veel geïnvesteerd in communicatie. Je voelt dat er hierdoor stilaan een dynamiek ontstaat die onderstreept dat we vanuit de maritieme gemeenschap een erg belangrijke speler zijn die actief mee vraagstukken kan oplossen rond bijvoorbeeld energie en duurzaamheid. De toegevoegde waarde die wij met onze expertise, ervaringen en ons netwerk bieden in een maritieme context, zijn onze reden van bestaan. Wij reiken ook de hand uit naar VDAB om onze opleidingen officieel te erkennen, want dat is nog niet het geval. Maar de gesprekken met VDAB hierover zijn wel al lopende.”

Waarom is het belangrijk dat opleidingen officieel erkend worden door VDAB?

RVS: “De toegevoegde waarde van een door VDAB erkende opleiding te kunnen aanbieden, is vooral de financiële ondersteuning die VDAB biedt voor de cursist. Vooral voor zij-instromers kan een door VDAB erkende opleiding interessant zijn. Want VDAB betaalt dan de opleiding, de cursist behoudt zijn uitkering en krijgt bovendien een tegemoetkoming voor verplaatsingskosten en kosten van kinderopvang. Wij werken nauw samen met VDAB om die opleidingen of bijscholingen ook aan te bieden buiten het onderwijs.”

Jullie zitten in een prachtig gebouw op een uitzonderlijke ligging. Heeft dat een aantrekkingskracht?

RVS: “We zijn bezig met een nieuwbouw. Ons huidige, prachtige gebouw is dringend aan renovatie toe. Ik zou graag meer samenwerking zien met de andere kennisinstellingen om samen te werken. Daarnaast zou op de korte termijn een pure cashinjectie ons zeker vooruithelpen. En dat geld hoeft niet uitsluitend van de overheid te komen. Er is te weinig samenwerking met de industrie. Mochten bedrijven mee participeren in onze opleidingen, zou de nauwere band kunnen leiden tot een gezamenlijke aanpak van de zaken.”

Wie moet daar de eerste stap zetten?

RVS: “Ik heb daar al zelf enkele stappen in ondernomen. We moeten geen nieuwe structuur opzetten als er al heel veel goedlopende structuren bestaan. Ik denk aan Alfaport Voka, Maritieme Dienstverlening en Kust of de redersvereniging. Verder heb ik een goed contact met het kabinet Onderwijs. Als maritieme gemeenschap moeten we anders gaan communiceren. We bieden geen beroepen of functies aan, maar carrières. Wij kunnen met de hele maritieme gemeenschap garanderen dat je in de maritieme sector een mooie carrière kan uitbouwen, van je opleiding tot voorbij je pensioen. Dat moeten we uitdragen.”