
Het Waalse familiebedrijf uit Moeskroen werd opgericht in 1887 en is gespecialiseerd in het persen van lijnzaad voor de productie van zepen, technische (verf, vernis en inkt) en eetbare oliën. Het bedrijf realiseert een omzet van 200 miljoen euro en telt driehonderd medewerkers, verdeeld over vier sites: Moeskroen, Pecq, Boulogne (F) en het Russische Rostov op de Don.
Op jaarbasis gebruikt het bedrijf iets meer dan 10% van de totale wereldproductie van 3 miljoen ton lijnzaad. Het lijnzaad wordt in bulk per zeeschip aangevoerd vanuit Canada, Kazakstan en Rusland naar de haven van Gent. “Van daaruit ging het over de weg naar de fabriek in Moeskroen. De vrachtwagens keerden leeg terug. We hebben wel eens enkele tests gedaan met binnenvaartvervoer een aantal jaren geleden. Omdat we geen bufferstockage hadden bij aankomst aan de kade in Pecq, moesten zowel de schepen als de vrachtwagens en de kraan soms wachten. En dat bracht extra kosten met zich mee”, legt Vindevogel uit.
Agriport Pecq
Om toch de stap naar de binnenvaart te zetten, beslisten de eigenaars van het bedrijf om 6,5 miljoen euro te investeren in het project Agriport in Pecq op 10 kilometer van Moeskroen, op een concessie van de Port Autonome du Centre et de l’Ouest (PACO).
“Dat is een gezamenlijk project met de groep Dufour, Walagri en Cosucra. We beschikken er over een kade van 240 meter en 120.000 m3 opslag. In maart 2020 zijn we daar gestart met de aanvoer van lijnzaad per binnenschip vanuit de haven van Gent. De binnenschepen gaan deels geladen terug met lijnzaadkoek. Die wordt gebruikt als dierenvoeding. Die modal shift was zowel een economische als een ecologische keuze. We beperken enerzijds de impact op het milieu: de CO2-uitstoot daalt van 1.300 ton naar ongeveer 300 ton. Anderzijds kunnen we dit doen voor dezelfde kostprijs als het wegvervoer. Mocht het niet rendabel zijn, zouden we het niet doen”, zegt Vindevogel.
Voor het binnenvaartvervoer doet Vandeputte een beroep op onder meer Lalemant Barging, AgroMinne en onafhankelijke schippers.
Ecologische strategie
De overstap naar de binnenvaart maakt deel uit van de ecologische strategie van het bedrijf. “Onze strategie is al jaren milieugericht met groene chemietechnologie en een grote zonnepaneleninstallatie. Momenteel loopt er nog een studie voor een windmolen en een cogeneratie-eenheid. De investering in Pecq past ook in die strategie”, zegt Vindevogel.
Binnenvaartprijs
Het bedrijf werd beloond voor zijn inspanningen om trafiek van de weg naar de binnenvaart over te hevelen. Vorige dinsdag ontving Vindevogel (in het midden op de foto) de jaarlijkse ‘Prix de la Direction du Transport et de l’Intermodalité des Marchandises’ (DTIM) uit handen van Waals minister voor Mobiliteit Philippe Henry (links). Dat gebeurde op de dag ‘Journée du transport fluvial et de l’intermodalité en Wallonie’, georganiseerd door de Waalse vaarwegbeheerder SPW.
Haven Antwerpen
In 2020 vervoerde het bedrijf 65.000 ton lijnzaad in bulk met de binnenvaart tussen de haven van Gent en Pecq. Van daaruit gaat het per vrachtwagen voor de last mile naar de fabriek in Moeskroen. “Voor dit jaar zitten we al aan 70.000 ton en daar zal nog wel een 5.000 ton bij komen. De komende jaren zal dat volume nog toenemen naar 90.000 à 100.000 ton lijnzaad per jaar. Een ander deel van het lijnzaad komt via de haven van Antwerpen in containers over de weg naar Moeskroen”, legt Vindevogel uit. Op termijn zouden die ook met de binnenvaart naar Pecq vervoerd kunnen worden. Er loopt een studie over de aanleg van een containerkade op Agriport.
Koen Heinen