Eind april ging HR-manager van International Car Operators (ICO) Philippe Bogaerts (links in beeld) met pensioen. Hij werkte 43 jaar in de havensector, zowel in containers als roro, zowel in Antwerpen als Zeebrugge. Bogaerts was bij onder meer Hessenatie en later ICO een diplomatische bruggenbouwer tussen Antwerpen en Zeebrugge.
De nieuwe HR-manager is Filip Claeys. Havens zijn nieuw voor hem, maar ICO vormt volgens hem wel een "logische stap" in zijn loopbaan in de automobielsfeer. "Vanaf 1991 was ik vijftien jaar aan de slag bij Volvo Cars in Gent, gevolgd door acht jaar bij ON Semiconductors in Oudenaarde. Het overgrote deel van de elektronische chips die ON Semiconductors produceert, is bestemd voor wereldwijde automobielfabrikanten. Daarna werkte ik drie jaar bij SAS Automotive, een toeleverancier van Volvo Cars. Na de beslissing van Volvo Cars om het werk van SAS Automotive weer in eigen productie te nemen, besloot het bedrijf tot een sluiting. Bij ICO kom ik nu bij een ander aspect van de automobielindustrie, met name het transport en vehicle processing. Met dit laatste is voor mij trouwens de cirkel rond: in mijn beginperiode bij Volvo Cars behoorde het center voor eindcontrole en herstellingen tot mijn takenpakket”, vertelt West-Vlaming Claeys (51).
1.100 jobs
Bij ICO leidt Filip Claeys vanuit het hoofdkantoor in Zeebrugge een zeskoppig HR-team dat instaat voor de begeleiding van het menselijk kapitaal in Zeebrugge en Antwerpen. “Alles samen geeft ICO werk aan 1.100 mensen. De grootste groep daarvan werkt onder diverse statuten in havenarbeid. Daarvan liggen er 400-tal mensen onder ICO-contract, waarvan 250 bedienden en voor het overige vooral Antwerpse metaalarbeiders.”
Zeebrugge ontpopte zich de jongste jaren tot de grootste haven voor nieuwe auto’s en er zijn vooruitzichten op nog verdere groei. De uitdaging bij de grootste goederenbehandelaar van de kusthaven zijn dus niet mis. “ICO is goed voor een derde van de werkgelegenheid in Zeebrugge. Er staan nog nieuwe klanten te dringen om met ons in zee te gaan. We zouden dus graag nog bijkomende hectaren krijgen om verder te groeien.”
Roel Jacobus