
In 1986 zette Bart zijn eerste stappen op de kade, in het spoor van zijn vader, die ook al chef-markeur was (controleert de lading, ook op beschadigingen), net zoals diens vader dat was geweest. “Vader en ik hebben nog zeven jaar samen gewerkt bij Allied Belgian Bunkering. Daarna ben ik bij Zuidnatie aan de slag gegaan, waar ik markeur was voor het conventioneel stukgoed”, blikt Bart terug. “Met een familieachtergrond als die van mij stond het in de sterren geschreven dat ik ook in de haven zou gaan werken. Wij ademen de haven van Antwerpen.” Barts dochter treedt evenwel niet in vaders voetsporen. Zij doceert aan de AP Hogeschool in Antwerpen.
Grote veranderingen
Op 28 jaar zag Bart het werk in de haven ingrijpend veranderen. “Stukken van 150 tot 200 ton, dat zag je vroeger niet. De digitalisering is een grote uitdaging. Ik zie de eerste computers nog in werking komen bij Zuidnatie, omstreeks 1995. Voor die tijd werkten we met pen, papier en potlood. Het werk gaat ook sneller en de mentaliteit op de kade is veranderd. Begon je vroeger aan de haven te werken, dan was de kans groot dat je er al vrienden en familie had rondlopen. Er was dus een vorm van sociale controle en solidariteit. Vandaag is het wat individualistischer.”
Boekencollectie
Toch heeft Bart de job al die jaren, tot de laatste dag, met plezier gedaan. Zuidnatie bedankt hem met een cadeaubon en enkele boeken over de haven van Antwerpen. “Ik heb al een mooie collectie over de haven van Antwerpen,” klinkt het. “De trots op het beroep blijft.”
Wat pensioenplannen betreft, kijkt Bart de kat nog even uit de boom. “Ik geniet van mijn rust en neem me voor om weer te gaan joggen en in de tuin te werken, maar ik laat het vooral op me afkomen. En de traditie waarbij we op vrijdag met vrienden uit de maritieme sector een pintje drinken in den 110, hou ik graag in ere.”
Michiel Leen