
In de zomerreeks TranSPORT portretteren we mensen uit de sector met een hart voor sport. Vandaag is dat professor transportrecht Wouter Verheyen (UAntwerpen), fervente beoefenaar van ultralopen. Hij behaalde vorig jaar drie keer het nationale podium.
Wouter Verheyen begon met ultralopen – hardlopen over een afstand die groter is dan een marathon – toen hij aan zijn doctoraat bezig was. “Je hebt een horizon van vier jaar voor je en pas na die periode weet je of het doctoraat succesvol is of niet. Het maakt wel dat je op korte termijn doelstellingen kunt realiseren. Aangezien rustig ergens zitten of mindfulness als ontspanning me totaal niets zeggen, ben ik beginnen lopen. Je bent actief bezig, maar je hoeft ondertussen niet na te denken. Het is ook een laagdrempelige sport. Je trekt je loopschoenen aan en je begint er onmiddellijk aan. Vroeger deden mijn echtgenote en ik mee aan zeilwedstrijden. Maar dat duurt lang: rijden naar water, je boot een uur klaarmaken en dan pas kun je beginnen.”
Wekelijks traint hij zo’n zeven tot acht uur. “Dat is op zich oké, maar het moet ook in mijn werkschema passen. Naast transportrecht geef ik ook arbeidsrechtelijke vakken. Die combinatie werd lang als vreemd ervaren maar met de zaken rond pakjeskoeriers is de mix van die twee domeinen wel interessant.”
Onvoorspelbaar parcours
Verheyen neemt ook deel aan wedstrijden. In 2021 stond hij drie keer op een nationaal podium, waarbij hij een keer als tweede eindigde en twee keer als derde. Als hij mag kiezen, geeft hij de voorkeur aan trails. “Ultralopen op de weg is vrij berekend, je weet in welk tempo je moet lopen om een bepaald resultaat te halen. Op de Grizzlytrail van Voeren liep ik de honderd kilometer in een parcoursrecord van 9 uur en 23 minuten, terwijl ik er op de weg 7 uur en 45 minuten over doe. Ultratrails zijn onvoorspelbaarder. Je prestaties zijn niet alleen afhankelijk van de warmte, maar ook van de vraag of het traject modderig of steil is. Dat kun je moeilijk op voorhand inschatten. Ik loop het liefst wedstrijden die tussen 4,5 en 10 uur duren.”
Recent wou hij deelnemen aan een trail op de Mont Blanc, maar die werd de nacht voordien afgelast wegens storm. “Het parcours was 90 kilometer, maar daar zou ik waarschijnlijk niet onder de dertien uur gefinisht hebben”, vertelt Verheyen. “Ik downloadde het parcours op mijn horloge en ben zelf de bergen ingetrokken om er te lopen. Die verre horizonten zijn de mooiste om te doen.”
Honderd mijl
Via het ultralopen kijkt Verheyen waar zijn grenzen op competitief niveau liggen. “In de ranking van traillopen, haal ik een hogere score naargelang de afstanden langer zijn. Ik ben op zoek naar mijn limiet. Wanneer word ik minder goed?”
Deze zomer heeft hij de ambitie om in Zwitserland de Matterhorn Ultraks te lopen. Daar is de afstand niet de grens, maar wel de hoogte, tot boven de 3.000 meter. In september gaat hij ook naar het wereldkampioenschap Skyrunning in Italië. “De afstand bedraagt ‘maar’ zestig kilometer, maar dat wil niet zeggen dat ik daar minder lang mee bezig zal zijn. Tijdens zo’n wedstrijd loop je niet de hele tijd, er komt ook heel wat klauteren bij kijken. Ooit wil ik wel eens honderd mijl lopen, zoals vroeger een marathon lopen de uitdaging was”, lacht hij.
In het vlakke Zemst, waar hij woont, is het niet evident om te trainen op die hoogteverschillen. “Ik heb gelukkig niet zoveel last van de hoogte. In Chamonix zat ik een paar keer boven de 2.500 meter, maar mijn hartslag bleef laag. Het is vooral een kwestie van je tempo aan te passen. Bergop lopen kun je met snelheidstrainingen ensceneren, bergaf lopen is veel moeilijker omdat je lichaam meer moet incasseren.”
Geen gevaarlijke sport
Verheyen vindt het ultralopen geen gevaarlijke sport. “Je kunt natuurlijk uitglijden, maar de risico’s zijn niet groter dan bij een andere sport. Het is vooral gevaarlijk voor mensen die een marathon lopen en denken dat ze ook gemakkelijk een trail van vijftig kilometer aankunnen. Dat is niet gewoon acht kilometer erbij. De inspanning is bijna dubbel zo groot. Het is even gevaarlijk als mensen die onvoorbereid de twintig kilometer van Brussel lopen. Dat zie je ook ieder jaar opnieuw.”
Hier leest u de andere artikels van de zomerreeks 2022 'TranSPORT'.