
Tijdens een Europese Hydrogen Investment Summit werd gekeken naar de veelbelovende projecten rond waterstof. Rode lijn was de noodzaak om te investeren. "Dit keer is het menens", vatte Dr. Jens Busse (investment director van Evonik) het sentiment op het event goed samen.
Het is geen toeval dat de Europese investeringstop in Antwerpen neerstreek. De stad is potentieel de grootste hub voor waterstof in België en de haven heeft grote ambities, onder andere via productie in Oman. Bedrijven als Engie, DEME en Fluxys zijn al mee aan boord. De strategische locatie en de aanwezigheid van de chemische industrie in de haven spelen ook mee.
Zekerheid van waterstof
"Het Europese beleid was lang onduidelijk, maar vandaag zien we met de Europese Waterstofstrategie een heel nieuw momentum", vult Maxime Peeters van Port of Antwerp-Bruges (PoAB) aan. "Om de grote industrie hier te houden, is het essentieel dat we betaalbare, groene energie kunnen aanbieden aan alle spelers op alle momenten. Daarvoor is zowel lokale productie als import cruciaal."
Ook William Stevens van Tech Tour ziet dat er nog veel werk aan de winkel is: "Het gaat om het opbouwen van een nieuwe industrie. Wij brengen partijen samen om risico's in te schatten. Sectoren als de luchtvaart of de staalindustrie willen zeker zijn over de prijs die ze zullen betalen voor energie. Die zekerheid kan waterstof bieden", alsnog Stevens.
Grote investeringsbudgetten
Dat is ook wat je hoort bij de investeerders. Busse: "Waterstof maakte de afgelopen jaren een golvende beweging als alternatieve energiebron. Het kwam en verdween telkens opnieuw van de radar. Nu zitten we weer in zo'n golf, maar dit keer merk je dat het menens is. Er worden dan ook grote investeringsbudgetten vrijgemaakt. En er wordt naarstig gezocht naar de goedkoopste manier om het te maken en te transporteren. We zien net dezelfde vragen rijzen als toen we gingen investeren in zonne-energie of batterijen. We moeten niet de grote techbedrijven op het voorplan zetten, maar alles project per project bekijken."
"Veel mensen verstaan de waarde nog niet van waterstof", zegt Christian Weinberger van Green Hydrogen. "We moeten investeren in infrastructuur. Tegen 2030 is er een investering van een miljard euro nodig in schepen en pijpleidingen. Op het vlak van pijpleidingen kijken we vooral naar Spanje."
Tipping Point
"We moeten vooral zien waar het 'tipping point' ligt als we spreken over transport van waterstof (het moment waarop waterstof niet meer weg te denken is en dus vervoerd moet worden, red.). Vanaf welke afstand is het de moeite om het via schepen te transporteren? Of wanneer gebruiken we pijpleidingen?", zegt Bob Van Schoor, head of Energy Solutions bij Engie. "Waterstof kan van overal komen en je moet vooral kijken onder welke vorm je waterstof gaat vervoeren: gasvormig (interessant voor de LNG Terminal in Zeebrugge), vloeibaar, gebonden met metalen (metaalhydriden) of koolstof. Bovendien moet het niet altijd opnieuw omgezet worden naar pure waterstof. Heel vaak kan het bijvoorbeeld in gasvorm meteen de industrie in."
Niet efficiënt, wel circulair
Jorgo Chatzimarkakis, CEO van Hydrogen Europe: "We naderen tijden van schaarste en grote veranderingen. Schaarste zorgt voor inflatie. En in tijden van schaarste ga je nadenken hoe je kan overleven. Automatisch denk je dan aan efficiëntie. Toch moeten we niet efficiënt worden, we moeten circulair worden. Zo kom je automatisch uit bij waterstof. Uiteraard zijn elektrificatie en batterijen belangrijk, maar ook daar evolueren we naar schaarste. De politiek en de financiers kijken gelukkig meer en meer naar waterstof. Laat ons van waterstof een 'win' maken."