Uit de bouwput op de rechteroever van het Boudewijnkanaal in Zeebrugge rijzen sinds kort torenkranen op. “Wij zijn klaar om vanaf volgende maand de acht tunnelelementen beginnen te bouwen die samen de nieuwe Scheldetunnel zullen vormen”, zegt Annik Dirkx, hoofd communicatie en woordvoerder van bouwheer Lantis. “In totaal zullen we bijna twee jaar bouwen aan deze acht kanjers, die begin 2025 naar Antwerpen gesleept worden. Daar zullen ze tot op de bodem van de Schelde afgezonken worden.”

De bouw van de Scheldetunnel en het bijhorende bouwdok in Zeebrugge werd door Lantis toegewezen aan het consortium Tijdelijke Maatschappij Combinatie Oosterweeltunnel (TM COTU). Die samenwerking bestaat uit de Belgische bouwgroepen BESIX, DEME, Stadsbader Contractors (voorheen BAM) en Jan De Nul. Sinds januari 2021 maakten ze op de hoek van het Verbindingsdok en het Boudewijnkanaal een constructieput van ongeveer een kilometer lang en 200 meter breed. Die droge put ligt voor de op voorhand aangelegde 900 meter nieuwe kade voor een nieuwe terminal van Wallenius Wilhelmsen.

Werfbezoek in Nederland

“Ondanks hindernissen door meer water in de bodem dan verwacht,  zijn we er met onze partners toch in geslaagd om weer op schema te zitten. We zullen de tunnelelementen tijdig in Antwerpen kunnen afleveren”, zegt Dirkx. In twee rijen van vier komen er acht stukken van elk 160 meter lang, 42 meter breed, 10 meter hoog en 60.000 ton zwaar.

Het bouwen van deze caissons wordt nauwgezet voorbereid. “Door alles te testen wat we op voorhand kunnen testen. Maar ook door op werfbezoek te gaan bij onze Nederlandse buren. Daar bouwen ze vandaag met de Maasdeltatunnel – voor de Blankenburgverbinding – een gelijkaardige constructie als onze Scheldetunnel voor de Oosterweelverbinding. De contouren van hun tunnel zijn al heel duidelijk zichtbaar (foto). Over een paar jaar ziet onze werf er ook zo uit.”

Het totaalbudget voor de Scheldetunnel bedraagt 600 miljoen euro, waarvan 200 miljoen euro voor de operaties in Zeebrugge.