Jef Hermans: “Ik mis soms nog het gemeenschapsgevoel in onze havens”

Flowsmagazine, Douane
Koen Dejaeger
Jef Hermans
Jef Hermans © Portmade

In ons meest recente Flowsmagazine met als thema ‘douane’, werpen we ons licht op hoe de overheidsdienst in de logistieke sector werkt. We laten diverse stakeholders aan het woord en gaan in op de uitdagingen die er nog zijn. Jef Hermans van Portmade streeft naar een meer moderne samenwerking. Bekijk ook het studiogesprek.

Als managing director van douanevertegenwoordiger Portmade, intussen onderdeel van Customs Support, is Jef Hermans de ideale persoon om toe te lichten hoe de samenwerking met de douane verloopt. “Onze relatie met de douane is goed, maar we zoeken nog naar een meer moderne manier van samenwerken”, klinkt het. En daar heeft Hermans wel enkele voorstellen voor, gaande van een beter wederzijds begrip, over het uitwisselen van data tot een aangepast boetebeleid. “Ik mis soms nog het gemeenschapsgevoel in onze havens, bijvoorbeeld bij het uitwisselen van data. Nochtans worden alle partijen daar beter van.”

Bij Portmade is onze specialiteit het uitkienen van de beste manier voor klanten — logistieke dienstverleners en verladers — om goederen over te brengen van punt A naar punt B onder een bepaald douaneregime”, aldus Hermans. “Met FORWARD Belgium verdedigen we de belangen van onze sector, maar dat is niet alleen douanetechnisch.”“Het betreft ook multimodale oplossingen, duurzaamheid enzovoort. Allemaal verschillende facetten die voorkomen in het dagelijkse leven van een logistieke dienstverlener. Uiteraard duiken daar wel wat issues op die wij ter tafel willen brengen bij de overheid en bij collega-sectorverenigingen.”

Hoe is vandaag de relatie met de douane?

“De relatie met de douane is goed, ‘we are on speaking terms’ zoals dat dan heet. Maar volgens ons kan het ook anders. Jaren geleden heeft Alfaport Voka een ‘memorandum of understanding’ getekend met de overheidsdienst Financiën. FORWARD Belgium heeft dat ook gedaan om te komen tot een andere, meer moderne manier van samenwerken.”

Dat betekent dat we daar nog niet zijn … Wat kan de douane nog meer doen?

“Meer openstaan voor samenwerking. Het is zo dat wij gezamenlijk tegen bepaalde inbreuken zijn: wij zijn uiteraard tegen drugs, wij zijn tegen namaak, wij zijn tegen ondergewaardeerde producten. Dus dat is een gemeenschappelijke strijd. Toch merken we dat we vaak met de vinger gewezen worden, ondanks het feit dat we slechts als tussenpersoon tussen de goederen-eigenaar en de overheid fungeren. Te vaak worden wij als enige verantwoordelijke partij aangezien.”

“Het douanestrafrecht speelt daar in ons nadeel en ook daar willen we graag wijzigingen in aanbrengen om ervoor te zorgen dat de juiste persoon verantwoordelijk wordt gesteld voor overtredingen.”

“Wij nemen als sector reeds tal van maatregelen, in de mate van het mogelijke en met de informatie die we hebben. We checken ook die informatie die we krijgen en dubbelchecken ze. Daarnaast willen we ook samenwerken met de douane om die paar frauduleuze verladers die er zijn, aan te pakken. Het gros van de verladers zijn goede huisvaders, maar die kleine groep fraudeurs, die moeten we er samen uit krijgen.”

Dat wil zeggen dat ook de bedrijven als partner moeten fungeren. Doen zij dat?

“We hebben de laatste jaren al enorm ingezet op opleiding. Daar begint het allemaal mee: dat men zich goed bewust is van waar men mee bezig is.”

“Daarnaast onderzoeken we elke klant die we vertegenwoordigen heel grondig. Niet alleen financieel, maar ook wat betreft deugdelijk bestuur en dergelijke meer. Er gaat dus een heel proces aan vooraf vooraleer we een klant vertegenwoordigen. Nadien houden we ook alle documenten die we krijgen, tegen het licht om te checken of alle transacties wel correct zijn.”

Hoe komt het dat er dan toch nog enkele door de mazen van het net glippen?

“Dat is helaas niet uit te sluiten, maar vaak komt het ook pas na jaren aan het licht. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat er ten onrechte oorsprongscertificaten worden uitgegeven, en dat de overheid daar pas na meerdere jaren achter komt.”

“Op die manier kun je dus plots na twee of drie jaar worden geconfronteerd met inbreuken uit het verleden. Als bijvoorbeeld de douane bepaalde oorsprongscertificaten naar het labo stuurt, om dan na maanden onderzoek het resultaat te krijgen dat ze ‘vermoedelijk’ foutief werden uitgegeven, hoe wil je dan in hemelsnaam dat een declarant die zo’n certificaat op zijn bord krijgt, dat juist kan beoordelen?”

Wat dient er te gebeuren om een en ander beter te laten verlopen?

“Meer uitwisseling van data. Zo weet men vanuit Europa precies welke tendensen er spelen in de markt, bijvoorbeeld voor de invoer van fietsen of zonnepanelen. Onlangs was er nog zo’n zaak in Zeebrugge (waarbij het magazijn van Easylog Solutions werd verzegeld, red.); dat zijn onderzoeken die al lang bezig zijn. Ik vraag niet om de details te kennen, dat hoeft helemaal niet, maar we willen wel graag weten welke tendensen er zijn. Dan kunnen we daar zelf ook rekening mee houden in de onboarding-procedure en in de compliance-procedure.”

“Uiteraard zijn ook wij bereid om informatie te delen. Zo beschikken we buiten de documenten om de aangifte te doen, nog over tal van elementen zoals facturen, paklijsten en noem maar op. Er zijn allerlei documenten die de goederen vergezellen, en op basis van al die documenten beslissen we of we een bepaalde aangifte al dan niet gaan doen. Als we een bepaalde aangifte niet doen, is dat toch ook wel belangrijke informatie voor de douane.”

Onderling lukt het de bedrijven ook niet om alle data te delen. Waaraan ontbreekt het om daar echt voortgang mee te boeken?

“We zouden allemaal bereid moeten zijn om onze data te delen, maar dat dat niet altijd lukt is volgens mij te wijten aan het  gemeenschapsgevoel dat tekortschiet in onze havens. Met data is het een beetje geven en nemen. Door sommige data te delen zal je niet meteen rendement hebben, maar vroeg of laat heb je zelf ook data nodig.”

“We hebben ook vertegenwoordigingen in andere havens, en we stellen toch vast dat het delen van data enorm rendeert. Iedereen heeft daar baat bij, de transporteurs, de douanevertegenwoordigers, de rederijen, de terminals, de logistieke dienstverdelers, noem maar op.”

“Ik denk wel ook dat sommige spelers bang zijn van de veranderende markt en dat bepaalde sectoren bevreesd zijn om bepaalde onderdelen van hun business te verliezen. Maar als je niet meegaat in de trends, dan verlies je vroeg of laat toch.”

Een ander onderwerp: het boetebeleid van de douane schiet ook zijn doel voorbij, meent u?

“Er zijn douanevertegenwoordigers die overtredingen doen waar zij zich niet altijd van bewust zijn. Het huidige beleid bij de Belgische douane is dat je per overtreding een boete krijgt. Dus als er een overtreding is, krijg je meteen een boete, bij een tweede nog een, bij een derde ook, enzovoort.”

“De douane stelt zich hier dus niet de vraag waarom die bepaalde partij zoveel overtredingen doet. Ze vraagt zich niet af hoe dat komt en hoe dat verbeterd kan worden, en die partij wordt evenmin op het matje geroepen.”

“Dat eindigt dan vaak in geschillendossiers, maar dat kost enorm veel tijd en mankracht en daar heeft niemand iets aan. Het zou veel beter zijn om aangevers met grote boetetransacties apart te nemen, door te lichten en te kijken hoe het traject te verbeteren.”

“In Nederland is er zo’n verbetertraject en dat werpt ook effectief zijn vruchten af. Het Nederlandse model is beter, want daar worden spelers met grote boetetransacties apart genomen en doorgelicht. Zij krijgen een verbetertraject voorgesteld met een gedoogperiode waarin wordt getoetst of het verbetert of niet.”

“In Nederland betalen wij geen boetes, maar als we te veel zaken verkeerd doen, worden we wel op het matje geroepen en krijgen we een verbetertraject. Ga je dan nog over de schreef, dan volgt er wel een boete.”

“Men mag ook niet vergeten dat de douanevertegenwoordiger niet altijd de oorzaak is van bepaalde overtredingen. Denk maar aan het onrechtmatig wegnemen van goederen vanop een terminal: dan maak je als vertegenwoordiger een document op, maar de lading is zonet al vertrokken …”

“En dan komen we weer op het punt van digitalisering: heel dat proces kun je via digitalisering inzichtelijk maken.”

Wat wil u nog realiseren?

“Als voorzitter van FORWARD wil ik graag verder het gemeenschapsgevoel verbeteren en de verschillende sectoren nog meer met elkaar laten samenwerken. Een tweede punt is de digitalisering, maar met The Way Forward zijn we op dat vlak heel goed bezig om bepaalde trajecten in een stroomversnelling te brengen.”

Jef Hermans: “Ik mis soms nog het gemeenschapsgevoel in onze havens” – Flows

Jef Hermans: “Ik mis soms nog het gemeenschapsgevoel in onze havens”

Flowsmagazine, Douane
Koen Dejaeger
Jef Hermans
Jef Hermans © Portmade

In ons meest recente Flowsmagazine met als thema ‘douane’, werpen we ons licht op hoe de overheidsdienst in de logistieke sector werkt. We laten diverse stakeholders aan het woord en gaan in op de uitdagingen die er nog zijn. Jef Hermans van Portmade streeft naar een meer moderne samenwerking. Bekijk ook het studiogesprek.

Als managing director van douanevertegenwoordiger Portmade, intussen onderdeel van Customs Support, is Jef Hermans de ideale persoon om toe te lichten hoe de samenwerking met de douane verloopt. “Onze relatie met de douane is goed, maar we zoeken nog naar een meer moderne manier van samenwerken”, klinkt het. En daar heeft Hermans wel enkele voorstellen voor, gaande van een beter wederzijds begrip, over het uitwisselen van data tot een aangepast boetebeleid. “Ik mis soms nog het gemeenschapsgevoel in onze havens, bijvoorbeeld bij het uitwisselen van data. Nochtans worden alle partijen daar beter van.”

Bij Portmade is onze specialiteit het uitkienen van de beste manier voor klanten — logistieke dienstverleners en verladers — om goederen over te brengen van punt A naar punt B onder een bepaald douaneregime”, aldus Hermans. “Met FORWARD Belgium verdedigen we de belangen van onze sector, maar dat is niet alleen douanetechnisch.”“Het betreft ook multimodale oplossingen, duurzaamheid enzovoort. Allemaal verschillende facetten die voorkomen in het dagelijkse leven van een logistieke dienstverlener. Uiteraard duiken daar wel wat issues op die wij ter tafel willen brengen bij de overheid en bij collega-sectorverenigingen.”

Hoe is vandaag de relatie met de douane?

“De relatie met de douane is goed, ‘we are on speaking terms’ zoals dat dan heet. Maar volgens ons kan het ook anders. Jaren geleden heeft Alfaport Voka een ‘memorandum of understanding’ getekend met de overheidsdienst Financiën. FORWARD Belgium heeft dat ook gedaan om te komen tot een andere, meer moderne manier van samenwerken.”

Dat betekent dat we daar nog niet zijn … Wat kan de douane nog meer doen?

“Meer openstaan voor samenwerking. Het is zo dat wij gezamenlijk tegen bepaalde inbreuken zijn: wij zijn uiteraard tegen drugs, wij zijn tegen namaak, wij zijn tegen ondergewaardeerde producten. Dus dat is een gemeenschappelijke strijd. Toch merken we dat we vaak met de vinger gewezen worden, ondanks het feit dat we slechts als tussenpersoon tussen de goederen-eigenaar en de overheid fungeren. Te vaak worden wij als enige verantwoordelijke partij aangezien.”

“Het douanestrafrecht speelt daar in ons nadeel en ook daar willen we graag wijzigingen in aanbrengen om ervoor te zorgen dat de juiste persoon verantwoordelijk wordt gesteld voor overtredingen.”

“Wij nemen als sector reeds tal van maatregelen, in de mate van het mogelijke en met de informatie die we hebben. We checken ook die informatie die we krijgen en dubbelchecken ze. Daarnaast willen we ook samenwerken met de douane om die paar frauduleuze verladers die er zijn, aan te pakken. Het gros van de verladers zijn goede huisvaders, maar die kleine groep fraudeurs, die moeten we er samen uit krijgen.”

Dat wil zeggen dat ook de bedrijven als partner moeten fungeren. Doen zij dat?

“We hebben de laatste jaren al enorm ingezet op opleiding. Daar begint het allemaal mee: dat men zich goed bewust is van waar men mee bezig is.”

“Daarnaast onderzoeken we elke klant die we vertegenwoordigen heel grondig. Niet alleen financieel, maar ook wat betreft deugdelijk bestuur en dergelijke meer. Er gaat dus een heel proces aan vooraf vooraleer we een klant vertegenwoordigen. Nadien houden we ook alle documenten die we krijgen, tegen het licht om te checken of alle transacties wel correct zijn.”

Hoe komt het dat er dan toch nog enkele door de mazen van het net glippen?

“Dat is helaas niet uit te sluiten, maar vaak komt het ook pas na jaren aan het licht. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat er ten onrechte oorsprongscertificaten worden uitgegeven, en dat de overheid daar pas na meerdere jaren achter komt.”

“Op die manier kun je dus plots na twee of drie jaar worden geconfronteerd met inbreuken uit het verleden. Als bijvoorbeeld de douane bepaalde oorsprongscertificaten naar het labo stuurt, om dan na maanden onderzoek het resultaat te krijgen dat ze ‘vermoedelijk’ foutief werden uitgegeven, hoe wil je dan in hemelsnaam dat een declarant die zo’n certificaat op zijn bord krijgt, dat juist kan beoordelen?”

Wat dient er te gebeuren om een en ander beter te laten verlopen?

“Meer uitwisseling van data. Zo weet men vanuit Europa precies welke tendensen er spelen in de markt, bijvoorbeeld voor de invoer van fietsen of zonnepanelen. Onlangs was er nog zo’n zaak in Zeebrugge (waarbij het magazijn van Easylog Solutions werd verzegeld, red.); dat zijn onderzoeken die al lang bezig zijn. Ik vraag niet om de details te kennen, dat hoeft helemaal niet, maar we willen wel graag weten welke tendensen er zijn. Dan kunnen we daar zelf ook rekening mee houden in de onboarding-procedure en in de compliance-procedure.”

“Uiteraard zijn ook wij bereid om informatie te delen. Zo beschikken we buiten de documenten om de aangifte te doen, nog over tal van elementen zoals facturen, paklijsten en noem maar op. Er zijn allerlei documenten die de goederen vergezellen, en op basis van al die documenten beslissen we of we een bepaalde aangifte al dan niet gaan doen. Als we een bepaalde aangifte niet doen, is dat toch ook wel belangrijke informatie voor de douane.”

Onderling lukt het de bedrijven ook niet om alle data te delen. Waaraan ontbreekt het om daar echt voortgang mee te boeken?

“We zouden allemaal bereid moeten zijn om onze data te delen, maar dat dat niet altijd lukt is volgens mij te wijten aan het  gemeenschapsgevoel dat tekortschiet in onze havens. Met data is het een beetje geven en nemen. Door sommige data te delen zal je niet meteen rendement hebben, maar vroeg of laat heb je zelf ook data nodig.”

“We hebben ook vertegenwoordigingen in andere havens, en we stellen toch vast dat het delen van data enorm rendeert. Iedereen heeft daar baat bij, de transporteurs, de douanevertegenwoordigers, de rederijen, de terminals, de logistieke dienstverdelers, noem maar op.”

“Ik denk wel ook dat sommige spelers bang zijn van de veranderende markt en dat bepaalde sectoren bevreesd zijn om bepaalde onderdelen van hun business te verliezen. Maar als je niet meegaat in de trends, dan verlies je vroeg of laat toch.”

Een ander onderwerp: het boetebeleid van de douane schiet ook zijn doel voorbij, meent u?

“Er zijn douanevertegenwoordigers die overtredingen doen waar zij zich niet altijd van bewust zijn. Het huidige beleid bij de Belgische douane is dat je per overtreding een boete krijgt. Dus als er een overtreding is, krijg je meteen een boete, bij een tweede nog een, bij een derde ook, enzovoort.”

“De douane stelt zich hier dus niet de vraag waarom die bepaalde partij zoveel overtredingen doet. Ze vraagt zich niet af hoe dat komt en hoe dat verbeterd kan worden, en die partij wordt evenmin op het matje geroepen.”

“Dat eindigt dan vaak in geschillendossiers, maar dat kost enorm veel tijd en mankracht en daar heeft niemand iets aan. Het zou veel beter zijn om aangevers met grote boetetransacties apart te nemen, door te lichten en te kijken hoe het traject te verbeteren.”

“In Nederland is er zo’n verbetertraject en dat werpt ook effectief zijn vruchten af. Het Nederlandse model is beter, want daar worden spelers met grote boetetransacties apart genomen en doorgelicht. Zij krijgen een verbetertraject voorgesteld met een gedoogperiode waarin wordt getoetst of het verbetert of niet.”

“In Nederland betalen wij geen boetes, maar als we te veel zaken verkeerd doen, worden we wel op het matje geroepen en krijgen we een verbetertraject. Ga je dan nog over de schreef, dan volgt er wel een boete.”

“Men mag ook niet vergeten dat de douanevertegenwoordiger niet altijd de oorzaak is van bepaalde overtredingen. Denk maar aan het onrechtmatig wegnemen van goederen vanop een terminal: dan maak je als vertegenwoordiger een document op, maar de lading is zonet al vertrokken …”

“En dan komen we weer op het punt van digitalisering: heel dat proces kun je via digitalisering inzichtelijk maken.”

Wat wil u nog realiseren?

“Als voorzitter van FORWARD wil ik graag verder het gemeenschapsgevoel verbeteren en de verschillende sectoren nog meer met elkaar laten samenwerken. Een tweede punt is de digitalisering, maar met The Way Forward zijn we op dat vlak heel goed bezig om bepaalde trajecten in een stroomversnelling te brengen.”